Charlotte Hercules 07 mei 2020

Highlight #17: Stoomcursus sexiness met Jan Steen

Sommige kunstwerken en kunstenaars kunnen niet genoeg aandacht krijgen als je het ons vraagt! In onze rubriek ‘Highlights’ nemen onze redacteuren jullie daarom mee naar een van hun favorieten. Deze keer geeft Charlotte een stoomcursus 17de-eeuwse versiertechnieken.

In een interieur staat een jonge vrouw met blonde krullen en donkere ogen, ze is gekleed in een fluweel rode mantel, afgezet met een wit, zacht bontje. Hoewel haar handen ergens mee bezig zijn, is haar blik op ons gericht. Vanuit haar ooghoeken kijkt ze ons aan, en door de lichte grimas wordt haar blik bijna ondeugend… Is she flirting with us? Met rode wangen kijken we wat beter naar Het Oestereetstertje, dat omstreeks 1658-60 is geschilderd door de meester van verleidelijke taferelen; Jan Havicksz Steen. In haar linkerhand houdt ze een geopende oester vast, met de slanke vingers van haar rechterhand wrijft ze wat zout over het ziltige schaaldier. Maakt zij de oester klaar voor de twee figuren die we links achterin zien, of is de oester voor ons bedoeld? In het tijdperk van vluchtige tinderdates kunnen we wellicht nog iets afkijken van de versiertechnieken uit de 17de eeuw. 

 

Jan Steen, ‘Het oestereetstertje’, ca. 1658-60, Mauritshuis, Den Haag

Het blijkt dus een oude traditie te zijn om onze Valentijnsdates te verleiden met het beroemde, glibberige afrodisiacum; vier eeuwen geleden was dat ook al the way to roll. Vis stond destijds veel op het menu (zelfs als ontbijt!), en net als nu werden oesters en mosselen als delicatesse beschouwd. Het volksgeloof dat een oester bovendien de geslachtsdrift stimuleert, is dan ook al eeuwen een stimulans voor de dirty minds van sommige kunstenaars. We zien ze regelmatig op zowel stillevens als genrestukken uit de 17de eeuw. Het Oestereetstertje van Jan Steen heeft een onmiskenbare juicy ondertoon door de combinatie van haar blik en juist dit schelpdier. Deze jongedame verleidt haar voyeurs al zo’n 380 jaar. En ze is niet de enige. 

Jan Steen, ‘Het toilet’, 1655-60, Rijksmuseum, Amsterdam

Er zitten veel erotische boodschappen in schijnbaar alledaagse voorstellingen, waarbij je als ware detective moet speuren naar deze hidden messages. Neem bijvoorbeeld Het toilet van Steen, dat in het Rijksmuseum hangt. Het werk is klein qua afmetingen, maar groots in intimiteit. Een meisje maakt zich klaar voor de nacht, het hondje warmt vast haar kussen op, de kaars op de stoel is uitgeblazen en zij trekt geconcentreerd haar kousen uit. Aan de afdruk onder haar knie zien we dat ze moeten hebben gekneld. Ondanks het alledaagse van de voorstelling, heeft het ― zoals we kunnen verwachten van Steen ― een vleugje erotiek doordat de rok precies zo open valt dat we er onder kunnen gluren. Saillant detail: we zijn niet altijd zo open-minded gebleven als bijna 400 jaar geleden; tot de vorige eeuw waren haar dijen bedekt door een onderrok die een andere schilder later had toegevoegd.

Hoewel de innige omhelzing en de grijnzen op de gezichten in het Stoeiend Paar van Steen (Museum De Lakenhal, Leiden) er geen twijfel over laten bestaan (get a room), bevat ook deze expliciete voorstelling een aantal subtielere, sexy symbolen, die wij misschien niet meer zo snel zouden herkennen, maar die overduidelijk moeten zijn geweest voor een tijdgenoot van Jan Steen. Zo staat de open vogelkooi voor het verliezen van maagdelijkheid, de knolrapen en de pot verwijzen naar de geslachtsorganen en oké, de konijntjes begrijpen we nog wel. Het schilderij is eigenlijk een waarschuwing voor de ondeugdelijke liefde, maar ik kan me zo inbeelden dat er stiekem wel werd genoten van zulke voorstellingen. Een ander onderwerp dat Steen graag schilderde was het zieke meisje, dat eigenlijk niet zo heel veel afwijkt van zijn verleidelijke dames. Je zou het misschien niet zeggen, maar Het zieke meisje (Mauritshuis, Den Haag) is een humoristisch werk. Het meisje zegt last te hebben van ‘een op drift geraakte baarmoeder’, maar is eigenlijk alleen uit op de remedie die men hiervoor had in de zeventiende eeuw: naar bed gaan met je geliefde. 

Jan Steen, ‘Stoeiend paar’, ca. 1660, olieverf op doek, Museum De Lakenhal, Leiden
Jan Steen, ‘Het zieke meisje’, ca. 1660, olieverf op paneel, Mauritshuis, Den Haag
Jan Steen, ‘Stoeiend paar’, ca. 1660, olieverf op doek, Museum De Lakenhal, Leiden
Jan Steen, ‘Het zieke meisje’, ca. 1660, olieverf op paneel, Mauritshuis, Den Haag

Maar ja, ook voor flirten geldt: sometimes it doesn’t go so well. Hoewel we de blauwtjes die we wel eens lopen het liefst voor ons houden, heeft Steen geen genade en schilderde ook deze downside van een potentiële nieuwe liefde. In De Koekvrijer (Museum de Lakenhal, Leiden) zien we een man in nette kledij een slaapvertrek binnenkomen terwijl hij zijn hoed afneemt. Het is duidelijk dat hij interesse heeft in de dame. Zij is gekleed in een blauwe rok en groen jasje over een witte blouse dat niet veel aan de verbeelding overlaat. Hoewel haar kousen verleidelijk rood zijn, doet haar blik ons voornamelijk denken aan hoe wij onze vriendinnen in de kroeg get me out of here seinen. Ook Judith Leyster doet een duit in het zakje over mislukte avances. Haar Man die een vrouw geld aanbiedt (Mauritshuis, Den Haag) bewijst dat een dikke portemonnee niet pertinent zorgt dat alle vrouwen voor je in katzwijm vallen. Met in zijn ene hand munten trekt de man met zijn andere hand aan de schouder van de vrouw. Zij schenkt echter geen aandacht aan hem en werkt onverstoorbaar door ― talking about ghosting. 

 

Jan Steen, ‘De Koekvrijer’, ca. 1663-65, Museum De Lakenhal, Leiden
Judith Leyster, ‘Man die een vrouw geld aanbiedt’, 1631, Mauritshuis, Den Haag
Jan Steen, ‘De Koekvrijer’, ca. 1663-65, Museum De Lakenhal, Leiden
Judith Leyster, ‘Man die een vrouw geld aanbiedt’, 1631, Mauritshuis, Den Haag

Meer expliciete verwijzingen zien we in de Bordeelscène van Frans van Mieris de Oude, ook in de collectie van het Mauritshuis (zien we hier een specifiek verzamelgebied ontstaan?). De titel zegt het al, maar ook als je niet zo van de tekstbordjes bent, is de boodschap onmiskenbaar. Net als de soldaat kijken wij recht in de voluptueuze cleavage van de dienster, die het hoge glas nog eens bijschenkt. Met zijn rechterhand trekt de jongeman haar stiekem aan haar rok naar zich toe. Mocht zijn intentie nog niet helemaal duidelijk zijn, laten de hondjes op geheel eigen stijl (pun intended) ons zien wat het onderwerp en the desired outcome is.

Frans van Mieris de Oude, ‘Bordeelscène’, ca.1658-59, Mauritshuis, Den Haag

Wij kunnen tegenwoordig met een muisklik onze visuele verlangens bevredigen, maar ook in de zeventiende eeuw had mens dus zo manieren om aan hun trekken te komen. Deze schilderijen zou je (met de prijzen van nu) kunnen zien als heel erg dure porno, waarin er bovendien altijd een les te leren valt. Laten we leren van de versiertechnieken van de 17de-eeuwer, laat die duiten in je zak en rol die kousen vanavond eens verleidelijk af. Enne, het oesterseizoen loopt nog tot eind mei, dus schenk die glazen bij en verleid je date, of jezelf, in deze quarantainetijd. Dan heb je dat doktersrecept for a good time helemaal niet nodig, joh.

Charlottes Highlight Het Oestereetstertje van Jan Steen behoort tot de collectie van het Mauritshuis in Den Haag.