Birgit Van Beek 14 mei 2020

Highlight #18: You glow girl

Sommige kunstwerken en kunstenaars kunnen niet genoeg aandacht krijgen als je het ons vraagt! In onze rubriek ‘Highlights’ nemen onze redacteuren jullie daarom mee naar een van hun favorieten. Deze keer laat Birgit wat licht schijnen op kunst die een glow heeft om jaloers op te zijn.

Als je nu de kans had om het Times Square van de jaren 20 op te lopen (if only…), dan zou je omringd worden door zwierige neonlichtreclames die je uitnodigen een theater of bar binnen te stappen of om een Chevrolet aan te schaffen. Neon — met edelgas gevulde buizen — was in deze jaren de crème de la crème op het gebied van reclameborden en deed alle voorbijgangers even tot stilstand komen. Zelfs als je je ogen even sloot, dansten de letters nog na op je netvlies. 60 jaar later had neonlichtreclame flink wat imagoverlies geleden. Het werd vooral nog geassocieerd met een aftandse kroeg, nachtwinkel of coffeeshop; de etablissementen die zich geen moderne lichtbakken konden veroorloven. Maar in de jaren daarna maakte neonlicht een comeback, en tegenwoordig heeft het zelfs een soort cultstatus vergaard. Hippe barretjes die een vintage look willen uitstralen, adverteren weer met neon en ook thuis misstaat een neon sign niet. 

Hoewel je het misschien niet zo snel zou denken, sluit neon ook goed aan bij onze huidige liefde voor ambachtelijkheid. Het maken van neonlampen is namelijk een heel bewerkelijk proces, absoluut geen massaproductie. De glazen buizen worden met de hand geblazen in kleine glasblazerijen. Doordat de buizen naar lieve lust gebogen en gevormd kunnen worden kan een heel persoonlijk ontwerp worden gemaakt. Het resultaat voelt spontaan en intiem aan, iets wat met moderne LED-verlichting niet te evenaren is. Misschien is het juist deze dubbele lading van neon, reclame en ambacht tegelijkertijd, die ook zoveel beeldend kunstenaars heeft aangetrokken. Zo ook een van de buitengewone buizenbazen van de kunstwereld: Cerith Wyn Evans (Wales, 1958). Net als neonreclames op straat eisen zijn neonteksten onmiddellijk mijn aandacht op. In de tentoonstelling Jump into the Future in het Stedelijk Museum Amsterdam in 2017-2018 zag ik zijn werk One of the most notorious… en ik was verkocht.

Cerith Wyn Evans, ‘One of the most notorious...’, 2008, Stedelijk Museum, Amsterdam

De titel is het begin van een tekst die in wit neonlicht op de muur is bevestigd. Deze gaat als volgt verder: ‘…corners of the house, the cantilevered staircase in the library, but there is a feature rarely noticed: the afternoon light is filtered by the window on your left, its many glasspieces make the once parallel sunrays enter the room with a slight degree of variation. Underneath the staircase, instead of having a crisp shadow, this additive parallax draws onto the wall dozens of overlapping zigzagged silhouettes.’ In de tekst wordt een ruimte beschreven en het licht dat deze ruimte binnenvalt door een raam. Wyn Evans schreef deze tekst zelf, geïnspireerd door een bezoek aan een villa in Mexico City. In dit kunstwerk zijn de commerciële kwaliteiten van neonlicht direct voelbaar. De agressiviteit waarmee de tekst de aandacht opeist, wint het van geschilderde of getekende kunstwerken. Reclamemakers gebruikten dit trucje al heel lang, neonlicht reclameborden schreeuwen je toe; koop die auto! drink hier een biertje! Het werk van Wyn Evans hangt weliswaar niet op straat en concurreert niet met andere reclame-uitingen, maar het beïnvloedt zijn omgeving wel. De hele museumruimte waar het hangt wordt verlicht door zijn gloed en het kunstwerk wordt hierdoor eigenlijk net zo groot als de zaal. Het gaat zelfs nog iets verder dan dat; als kijker raak je er zo door betoverd dat je even geen ruimte meer hebt voor andere gedachten.

Het witte neonlicht van Wyn Evans verwijst naar de schermen waar wij tegenwoordig aan gekluisterd zitten; smartphones, iPads en laptops. Deze schermen — de films en foto’s die we daarop zien, om specifieker te zijn — hebben de kracht ons te vervoeren naar andere plaatsen en tijden. De tekst over de Mexicaanse Villa in One of the most notorious… kun je lezen als de ondertiteling of het script van een film die zich afspeelt in jouw verbeelding. Het zorgt voor een ervaring die het midden houdt tussen het lezen van een boek en het kijken van een film; net als bij een boek moet je je eigen fantasie gebruiken, maar het licht is even dominant als een bioscoopscherm. In deze felle ‘neonhypnose’ van Wyn Evans word je eventjes geteleporteerd naar de plek die in de tekst beschreven wordt. 

Bruce Nauman, ‘EAT/DEATH’, 1972, Stedelijk Museum, Amsterdam

Cerith Wyn Evans maakt “pas” sinds 1994 neonkunst — een broekie dus in vergelijking met een andere grootmeester van de glazen buis: Bruce Nauman, die al sinds de jaren 60 met neon werkt. Ook zijn werk vinden we terug in de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam, zoals EAT/DEATH uit 1972, waarin deze twee woorden elkaar in verschillende kleuren neonlicht overlappen. Door het flikkerende neonlicht wordt opeens duidelijk dat in het woord Eat altijd al in het woord Death verscholen zat. Het woordenspel van Nauman maakt je bewust van de harde werkelijkheid; het leven is een kwestie van eten of gegeten worden. Nauman maakte dit werk in de tijd dat neonlicht nog z’n crappy imago had: neonlicht als de antichrist van schoonheid en goede smaak. Door zijn gebruik van dit materiaal dat we associëren met de consumptiemaatschappij maakt Naumann een statement tegen het abstract expressionisme dat door sommigen als super high brow kunst werd gezien; kunst waar de betekenis alleen door kenners volledig begrepen kon worden. De betekenis van Naumans werk is daarentegen pretty obvious — daar heb je geen kunstgeschiedenisdiploma voor nodig. Door het gebruik van de fel gloeiende buizen komt Naumans confronterende boodschap nog net iets harder aan. Maar tegelijkertijd heeft het een ontnuchterende werking: je kunt wel proberen je leven op te leuken met een hoop spullen, maar in de basis blijft het een kwestie van overleven. EAT/DEATH lijkt qua vormgeving op de uithangborden die we op straat kunnen zien; Nauman noemt deze werken dan ook niet sculpturen maar signs. Zo vervaagt hij de grenzen tussen consumptieproducten (en de daarbij behorende reclame) en beeldende kunst. Bij Tussen Kunst en Kitsch zouden ze zich er geen raad mee weten.

Tracey Emin, ‘You forgot to kiss my soul’ 2001,Stedelijk Museum, Amsterdam

30 jaar nadat Nauman met neon begon te werken, heeft het neonlicht zijn huidige cultstatus vergaard. Onder zijn navolgers bevindt zich “onze” Cerith Wyn Evans, maar ook een andere beroemde maker wiens werk in een aantal Nederlandse collecties te zien is: Tracey Emin. Wie kent haar werk You forgot to kiss my soul (2001, Stedelijk Museum Amsterdam) nou niet?! Het roze neonhartje met blauwe tekst zou niet misstaan in een hedendaags interieur. Dit heeft misschien ook wat te maken met de boodschap: je bent vergeten mijn ziel te kussen. Een liefelijke herinnering voor je geliefde voordat hij of zij de deur uitgaat in de ochtend, een stuk hoopvoller dan de morbide tekst van Bruce Nauman. In haar werk neemt Emin haar eigen ervaringen en emoties als uitgangspunt. Haar keuze voor een hartvorm is tweeledig: niet alleen benadrukt het de betekenis van de tekst (die in haar eigen handschrift is geschreven), Emin vergelijkt de manier waarop neongas door de buizen pompt ook met de beweging van bloed in onze vaten en ons hart. De lichte seksuele spanning en kwetsbaarheid van de poëtische zin ‘You forgot to kiss my soul’ leggen iets bloot over het menszijn dat vaak wordt geschuwd of verborgen. Zo nodigt ze kijkers uit om zich tot de tekst te verhouden: wordt jouw ziel genoeg gekust? 

Cerith Wyn Evans, Bruce Nauman en Tracey Emin nemen mij mee op reis langs verschillende plekken op de wereld en binnenin mijzelf. De een teleporteert me naar een andere ruimte hier ver vandaan, de ander drukt me met mijn neus op de existentiële feiten, een derde trekt mijn aandacht naar het intieme leven van de kunstenaar en beroert ook mijn eigen heart strings. Toch willen ze één ding ongeacht de boodschap: onze aandacht. En welk medium is daar nou beter voor geschikt dan neon? Kunstenaar en reclamemaker van zijn of haar eigen concept in één, wat een slimmeriken. 

Birgits Highlight, One of the most notorious… is onderdeel van de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam.