Hanna de Vos 22 december 2020

Highlight #22: Memes uit de middeleeuwen

Sommige kunstwerken en kunstenaars kunnen niet genoeg aandacht krijgen als je het ons vraagt! In onze rubriek ‘Highlights’ nemen onze redacteuren jullie daarom mee naar een van hun favorieten. Dit keer reist Hanna ver terug in de tijd naar de middeleeuwen.

Eén van mijn slechtere eigenschappen moet zijn dat ik, wanneer ik ’s ochtends wakker word, meteen mijn telefoon pak om even lekker door mijn Instagramfeed te scrollen. Schattige kattenfoto’s, check. Kunstmemes, check. Vakantiefoto’s van vrienden – tja, nu misschien even geen check, maar you get the point. Tijdens mijn ontbijt volgt het nieuws, waarbij elke kop op nu.nl wordt voorzien van een bijpassende foto. Mijn werkdag begint vervolgens met een vergadering via Teams en ik zwaai naar alle collega’s op mijn beeldscherm. Met de lunch ga ik een rondje wandelen langs reclameposters, straatkunst en gevulde winkeletalages. ’s Avonds lees ik nog een tijdschrift vol illustraties en afbeeldingen of kijk ik een film of serie op Netflix. En dan eindigt de dag met – daar is die slechte gewoonte weer – een veel te lange scroll door Instagram. Misschien sta je er niet zo vaak bij stil, maar tijdens een gemiddelde dag in ons leven worden we overladen door visuele prikkels. Er gaat bijna geen moment voorbij dat er geen beeld op ons netvlies gedrukt wordt. Maar dat is niet altijd zo geweest.

Jheronimus Bosch, ‘Het Laatste Oordeel’, 1500-1505, Groeningemuseum, Brugge

Welkom in de middeleeuwen! In tegenstelling tot nu waren beelden in die tijd bijna net zo zeldzaam als in je eentje voor De Nachtwacht staan op een zaterdagmiddag of een echte Van Gogh tegenkomen op een rommelmarkt. Geen TV, geen laptop, geen telefoon, en zelfs boeken waren een schaars luxeproduct. Met uitzondering van geestelijken konden de meeste mensen in de middeleeuwen vaak niet lezen, en konden ze zo’n duur, versierd handschrift al helemaal niet betalen. Eén van de weinige plekken waar de gemiddelde middeleeuwer wél geconfronteerd werd met beelden, was in de kerk. We’re talking de tijd voor de Beeldenstorm, toen kerk en kunst samengingen als Bassie en Adriaan, Victor en Rolf of Christo en Jeanne-Claude. Juist omdat veel van de mensen die de mis in de kerk bijwoonden niet konden lezen, moest het verhaal van het christelijke geloof op een andere manier aan hen verteld worden. Dat gebeurde natuurlijk door preken, maar ook door middel van beeld. Beelden konden het verhaal vertellen én versterken. Stel je een wereld voor waarin je nooit beelden tegenkomt, en dan ineens oog in oog staat met, laten we zeggen, Het laatste oordeel van Jheronimus Bosch. Gedoemde zielen worden onder een lucht die rood gloeit van het hellevuur geteisterd door angstaanjagende duivels. Sommigen worden levend gekookt in een enorme ketel, anderen worden weer opgegeten door gigantische monsters. In de blauw met roze hemel is het ondertussen goed toeven tussen de paradijsvogels en eenhoorns en worden de zielen verwelkomd met idyllische harpmuziek. Volgens het christelijke geloof zou Jezus ooit terugkeren en oordelen over de zielen van de mensen op aarde. Hoe hard zou jij naar de biechtstoel rennen om je eternal soul te redden?

Meester van het Altaar te Aken, ‘Gregoriusmis’, ca. 1500, Museum Catharijneconvent, Utrecht.

Letters mochten dan misschien een probleem vormen voor de meeste middeleeuwers; beelden konden gelukkig ook ‘gelezen’ worden. In Museum Catharijneconvent in Utrecht hangt het schilderij De Gregoriusmis (ca. 1500) van de Meester van het Altaar te Aken. Het is een schilderij volgepropt met mensen, scènes en attributen. Misschien begint het je even te duizelen – wie zijn al deze mensen, wat moet dit voorstellen? Voor een middeleeuwer was een schilderij als dit echter a piece of cake. Afgebeeld is het verhaal van Paus Gregorius de Grote, die leefde van ca. 540 tot 604. Nadat een gelovige zijn twijfel had geuit over het christendom, bad Gregorius tot God voor een teken om deze gelovige te overtuigen. De mis begon, et voilà; daar verscheen ineens de enige echte Jezus Christus op het altaar. Dan schrik je je toch wel een hoedje – of een mijtertje, lijkt me. Op het schilderij in het Catharijneconvent zien we paus Gregorius in het midden, geknield voor het altaar met zijn rug naar ons toe. Twee knielende mannen aan weerszijden van het schilderij hebben een kruisstaf en een tiara in hun handen; symbolen voor de paus, zodat wij als toeschouwers weten dat we niet met any old priester te maken hebben. Gregorius is omringd door biddende geestelijken, maar interessanter zijn alle hints naar Jezus die in het schilderij verstopt zitten. De beste man zit in elkaar gedoken voor de paus, onderaan het kruis waarop hij gekruisigd is. Hij is omringd door mensen en attributen die verwijzen naar die kruisiging. Maar hij komt vaker voor op het schilderij; kijk maar eens naar de ruggen van de twee mannen die vooraan knielen. Achterop hun outfits heeft de kunstenaar de gelegenheid genomen om nog twee scènes in het schilderij te proppen. Op de rug van de linker man zien we Maria knielen bij de geboorte van Jezus, en rechts zien we hoe de kleine Jezus wordt besneden. Het zijn scènes die voor een goede middeleeuwse gelovige in één klap te herkennen waren, omdat ze vaak precies op dezelfde wijze werden afgebeeld.

Geertgen tot Sint Jans, ‘De aanbidding van de koningen’, ca. 1480-1485, Rijksmuseum, Amsterdam.
Pieter Aertsen, ‘De aanbidding van de koningen’, ca 1560, Rijksmuseum, Amsterdam.
Geertgen tot Sint Jans, ‘De aanbidding van de koningen’, ca. 1480-1485, Rijksmuseum, Amsterdam.
Pieter Aertsen, ‘De aanbidding van de koningen’, ca 1560, Rijksmuseum, Amsterdam.

Middeleeuwse kunstenaars ontwikkelden een soort universele beeldtaal om hun schilderijen zo duidelijk mogelijk leesbaar te maken. De geboorte van Christus, die op de Gregoriusmis te zien is, wordt bijvoorbeeld altijd volgens hetzelfde recept afgebeeld; men neme een baby Jezus met zijn ouders, een vleugje adorerende herders, een stal of hutje op de achtergrond en klaar is kees (kijktip: Hannah Gadsby legt dit allemaal een stuk grappiger uit dan ik ooit zou kunnen). Hetzelfde geldt voor de meeste scènes uit de bijbel. Een naakte man en vrouw, een appel en een slang? Adam en Eva. Een knielende vrouw en een gevleugelde engel? De aartsengel Gabriël die Maria vertelt dat ze zwanger is. Heiligen waren dan weer te herkennen aan hun eigen specifieke attributen, die vaak betrekking hadden tot hun levensverhaal. Zo werd de heilige Barbara, die bij leven werd opgesloten in een toren, meestal afgebeeld met een toren in haar handen, en werd Catharina vergezeld door een gebroken wiel, één van de werktuigen waarop ze gemarteld werd – vrouwen hadden duidelijk wat te verduren in the good old biblical days. Maria, de moeder van Jezus, kreeg een heuse kleur toegewezen; als je als middeleeuwer een vrouw in een blauwe jurk spotte op een schilderij, wist je dat je met Maria te maken had. Zo waren er talloze elementen in schilderijen die de toeschouwer niet alleen vertelden waar ze naar keken, maar ook wat ze ervan moesten vinden.  

Eigenlijk is er wat dit betreft vrij weinig verandert als je naar onze huidige tijd kijkt. Het religieuze randje is eraf, en de frequentie ligt wat hoger, maar we ‘lezen’ nog steeds dagelijks afbeeldingen en symbolen. We hoeven het woord ‘Twitter’ niet te lezen om te weten waar een blauw vogeltje naar verwijst, en een gele ‘M’ langs de snelweg zorgt ervoor dat menig road trip op pauze wordt gezet voor een bezoekje aan de McDonalds. Een hele generatie nineties kids denkt bij een bliksemschicht nog altijd aan Harry Potter. Zelfs onze favoriete memes hebben wat weg van de middeleeuwse beeldcultuur; ze worden vaak eindeloos gereproduceerd, in verschillende contexten geplaatst, maar delen dezelfde opmaak – net als die geboorte van Jezus, bijvoorbeeld. Zonder dat we het doorhebben speelt beeldtaal ook in ons leven een grote rol. Food for thought voor de volgende keer dat je – net als ik – weer eens veel te lang door Instagram aan het scrollen bent: zo deden de middeleeuwers het immers ook. 

Hannas Highlight ‘Gregoriusmis’ van de Meester van het Altaar te Aken is onderdeel van de collectie van Museum Catharijneconvent in Utrecht.