Jolien Klitsie 06 november 2018

GO | NO GO #140: Welkom in het supermuseum!

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Afgelopen weekend waren we op de Hoge Veluwe, niet voor ons wekelijkse portie natuur (wel een leuke bijkomstigheid), maar voor de tentoonstelling ‘Als kunst je lief is’ in Het Kröller-Müller Museum.

Dat ieder willekeurig museum in Nederland een geweldige kunstcollectie bezit, is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Sterker nog, het blijft een work in progress. Kunstwerken belanden niet zomaar op magische wijze in de tentoonstellingszaal; ze kosten klauwen met geld en er is veel concurrentie van buitenlandse kopers. Helaas heeft de overheid de laatste jaren enorm bezuinigd op de subsidies voor musea, waardoor het gevaar bestaat dat veel topstukken uit de Nederlandse kunstgeschiedenis in de kluis van een Aziatische of Arabische verzamelaar eindigen. Gelukkig zijn er in Nederland een hele hoop kunstliefhebbers die graag inspringen wanneer de overheid wat krap bij kas zit; samen vormen zij de Vereniging Rembrandt. Dit is geen exclusieve kunstclub, integendeel, de Vereniging Rembrandt is het oudste crowdfunding platform van Nederland! Sinds haar oprichting in 1883 hebben ongeveer 2200 bijzondere kunstwerken een nieuw thuis gevonden in ruim 120 musea met behulp van de leden, die variëren van jong tot oud en bijdragen naar vermogen.

Zaaloverzicht ‘Als kunst je lief is’, foto: Marjon Gemmeke, via Het Kröller-Müller Museum, Otterlo.

In de tentoonstelling ‘Als kunst je lief is’ in Het Kröller-Müller Museum zie je 80 van de recente aanwinsten, afkomstig uit 40 musea. Je krijgt hier dus een soort supertour door het Nederlands openbaar kunstbezit, uiteenlopend van prehistorische voorwerpen tot moderne designmeubelen. Maar de expositie gaat verder dan het enkel weergeven van een rijke geschiedenis, je ziet ook hoe groot de Hollandse ambities zijn om te kunnen concurreren met kunstenaars en ontwerpers van wereldniveau. Dat lijkt een hele hoop informatie om in één tentoonstelling te verpakken, maar het resultaat is als een feestmaal! Je wordt uitgenodigd om te proeven van een verzameling van artistieke hoogtepuntjes, waarin ongebruikelijke smaakcombinaties leiden tot mooie verrassingen, en er net genoeg ruimte tussen iedere gang zit om van elk hapje te smullen.

Zaaloverzicht ‘Als kunst je lief is’, foto: Marjon Gemmeke, via Het Kröller-Müller Museum, Otterlo.

De kunstwerken in deze expositie zijn flink in de mix gegooid: zoek bijvoorbeeld de verschillen tussen het werk van Isa Genzken (1948) en Petrus van Schendel (1806-1870). In deze tentoonstelling worden Schendels ‘Zelfportret bij lamplicht’ (een van de hoogtepunten uit Schendels oeuvre) en Genzkens ‘Zwei lampen’ (een zwart doek met daarop twee oplichtende skeletten van lampen) gezamenlijk gepresenteerd. Terwijl one trick pony Schendel in de 19de eeuw internationaal bekend stond om zijn honderden schilderijen bij (lamp)licht, bouwde Genzken in de laatste decennia een hysterisch oeuvre op bestaande uit allerlei verschillende media. Qua kleur en onderwerp passen deze twee werken natuurlijk heel goed bij elkaar, maar ondertussen geeft de combinatie ook in één oogopslag de grote veranderingen in de manier waarop we kunst zijn gaan beschouwen tussen de 19de en de 20ste eeuw weer.

Cornelis Cornelisn. Buys II, ‘Jacob trekt bij Laban weg’, ca. 1553, Stedelijk Museum Alkmaar, via Het Kröller-Müller Museum, Otterlo.

Oké, nog eentje dan! Weer zo’n grappige combinatie treffen we iets later aan tussen Cornelis Cornelisz Buys II (1500-1545) en Andreas Gursky (1955). Buys’ schilderij ‘Jacob trekt bij Laban weg’, waarop we een passage uit de Bijbel zien, is een meesterwerk uit de Hollandse Renaissance. Deze periode binnen de schilderkunst slaan we vaak iets te snel over, omdat de glorieuze Gouden Eeuw kort daarop volgt. Op het schilderij zien we een voorstelling waarin Jacob met zijn hele gezin en kudde vlucht uit Laban. Daaruit heeft Buys verschillende passages gezamenlijk afgebeeld op het schilderij, waardoor het ook echt als een stripverhaal leest. Even verderop hangt het reusachtige werk ‘Frankfurt’ van de Duitse fotograaf Gursky, een hedendaags tafereel dat we allemaal goed herkennen. Op de foto is de drukke aankomst- en vertrekhal van de luchthaven afgebeeld, maar driekwart van het geheel wordt ingenomen door de schermen met vluchtnummers en gate-informatie, met daaronder nog wat passagiers op zoek naar hun bestemming. Hoewel het eruit ziet als een momentopname, bestaat het werk eigenlijk uit heel veel verschillende foto’s waaruit Gursky zorgvuldig details heeft gekozen om zo nieuw beeld te construeren. Net als het schilderij van Buys vormt ook dit werk eigenlijk een samenloop van verschillende verhalen, hoewel die helemaal niet zo expliciet zijn afgebeeld.

Zaaloverzicht ‘Als kunst je lief is’, met links: Andreas Gursky, ‘Frankfurt’, 2007, foto: Marjon Gemmeke, via Het Kröller-Müller Museum, Otterlo.

‘Als kunst je lief is’ toont ook aan dat museale kunst niet alleen uit geschilderde meesterwerken bestaat; er zijn veel meer objecten die ons historische plaatje compleet maken. Objecten als meubelstukken en serviezen zijn in eerste instantie als gebruiksvoorwerpen gemaakt, en worden tegenwoordig dus minder snel als “belangrijke kunst” beschouwd. Maar de werkelijkheid is dat er minstens net zo veel vakmanschap aan te pas komt. Gelukkig heeft de toegepaste kunst een prominente plek binnen deze tentoonstelling gekregen. Bijvoorbeeld het legendarische zwaard van Ommeschans, dat onlangs via een Londense veiling weer terugkeerde naar Nederland, of een prototype van de ‘Lage Stoel’ van Gerrit Rietveld, een innovatief ontwerp dat wereldwijd beroemd werd. Het Hollandse handelsverleden ontbreekt ook niet aan dit verhaal: zo komen we een prachtige geïmporteerde Japanse lakkist tegen, en een waanzinnige 18e eeuwse orgelklok van Britse afkomst die jarenlang bij een verzamelaar thuis op de Herengracht in Amsterdam heeft gestaan. Tegelijkertijd is dat het enige minpuntje van deze tentoonstelling; ons handelsverleden heeft ook een keerzijde gehad die not so pretty was, een kanttekening die de organisatie best in eenzelfde adem met de VOC had mogen benoemen. Het moge duidelijk zijn: deze expositie draait voornamelijk om visuele

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
60 - 90 minuten
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Regen of wind, een ommetje door de sprookjesachtige beeldentuin hoort erbij! Bewonder de voluptueuze sculpturen van Barbara Hepworth binnen het vierkante Rietveld Paviljoen en waan jezelf een dagje als Alice (of Alex) in Wonderland te midden van Lucio Fontana’s ‘Concetto Spaziale’.

De tentoonstelling ‘Als kunst je lief is’ is nog t/m 3 februari 2019 te zien in Het Kröller-Müller Museum.

Meer informatie