Jolien Klitsie 22 maart 2019

GO | NO GO #167: Is het kunst of kan het weg?

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Afgelopen weekend bezochten we het Stedelijk Museum Schiedam, waar de tentoonstelling ‘Manzoni in Holland’ momenteel te zien is.

Piero Manzoni, die voluit eigenlijk Graaf Meroni Manzoni di Chiosca e Poggiolo heet, overleed in 1963 op 29-jarige leeftijd. Je kunt echter nog steeds een blikje gevuld met zijn poep kopen. Het is niet bepaald een smaakmakende binnenkomer, maar blijkt wel een mooie metafoor voor zijn letterlijke en figuurlijke nalatenschap. De Italiaanse kunstenaar zette eind jaren 50 en begin jaren 60 de kunstwereld op zijn kop met zijn ironische benadering van de kunstenaarspraktijk. Hij beplakte schilderijen met veren, blies ballonnetjes op en stelde ze vervolgens tentoon als ‘Fiato d’artista’ (adem van de kunstenaar), liet bezoekers op een sokkel staan waarna hij ze tot kunstwerk declareerde, en vulde blikjes met zijn eigen uitwerpselen die onder het mom van ‘Merda d’artista’ per 30 gram verkocht werden voor evenveel geld als de dagwaarde van 30 gram goud. Recentelijk bracht zo’n blikje een recordbedrag van 275.000 euro op tijdens een veiling, wat bewijst dat Manzoni’s knipoog-kritiek nog steeds van toepassing is: alles is kunst zodra iemand het als kunst verklaart, zelfs als het shit is.

Piero Manzoni, ‘Merda d’Artista n. 63’, 1961. ® Fondazione Piero Manzoni, Milano, © Pictoright Amsterdam 2019, via Stedelijk Museum Schiedam.

Deze spraakmakende werken zie je allemaal terug in de tentoonstelling ‘Manzoni in Holland’, de eerste overzichtstentoonstelling van Piero Manzoni in Nederland sinds een halve eeuw. Naast een compleet overzicht van zijn oeuvre, van de vroege ‘Achromes’ (kleurloze schilderijen) tot en met zijn latere, meer conceptuele werk, maken we ook kennis met zijn inspiratiebronnen. Maar de tentoonstelling gaat nog verder; voor het eerst wordt hier het verhaal over zijn bijzondere relatie met Nederland verteld. Ook komen we het werk van latere kunstenaars tegen die in Manzoni’s voetsporen zijn getreden.

Ook al was hij stiekem van adel, Piero Manzoni was een self-made man. Hij sloeg de kunstacademie over en debuteerde op zijn 23ste met de “antropomorfische werken”: schilderijen waarop de silhouetten van alledaagse objecten, zoals bijvoorbeeld gereedschap, waren afgedrukt. Daarmee maakte hij meteen een duidelijk statement dat hij vond dat zijn kunst niet al te serieus genomen moest worden. In die tijd verruilde familievriend Lucio Fontana (1899-1968) het traditionele schildersgerei voor een mes waarmee hij vervolgens het doek bewerkte, een nogal revolutionaire zet binnen de kunstwereld. In Milaan maakte Manzoni ook kennis met de volledig blauwe werken van Yves Klein (1928-1968), wederom een compleet vernieuwende benadering van het schilderij. Bij binnenkomst vind je direct een paar voorbeelden van hun werk, waaronder Klein’s ‘Monochrome (IKB 100)’ (1956). Beide kunstenaars hebben veel invloed gehad op Manzoni; ze maakten de weg vrij voor een meer speelse omgang met kunst. Manzoni kwam daardoor op het idee om doeken in gipsklei te dopen en ze op een canvas te laten drogen waardoor er een onvoorspelbaar patroon ontstond. Hij noemde ze de ‘Achromes’: kleurloze schilderijen die als het ware zichzelf creëerden. Daarmee ging Manzoni nog een stapje verder dan zijn grote voorbeelden Fontana en Klein; hij daagde niet alleen de traditionele definitie van kunst uit, maar ook die van het kunstenaarschap. Deze werken zijn zo bepalend geweest voor zijn carrière dat er in de tentoonstelling een hele zaal mee vol is gehangen. Als bezoeker moet je je echter wel een beetje in dit verhaal verdiepen, anders sta je te midden van een wit geschilderde zaal met allemaal kleurloze, abstracte werken en stel je jezelf inderdaad de vraag: is dit nou kunst of het werk van een creatieve stukadoor?

Links: Piero Manzoni, 1961, Courtesy Fondazione Piero Manzoni, Milaan | Rechts: Piero Manzoni, ‘Base Magica, Scultura Vivente’, 1961. Collectie Fondazione Piero Manzoni, Milaan, ©Pictoright Amsterdam 2019

In 1958 reist Manzoni af naar Rotterdam om deze werken tentoon te stellen in het Groothandelsgebouw. De reactie valt over het algemeen tegen, maar galeriehouder Hans Sonnenberg is wel onder de indruk en nodigt Manzoni uit om deel te worden van de Nederlandse Zero-groep (ook wel bekend als de Nul-beweging), een aftakking van de Europese ZERO-beweging die geënt was op het uitwissen van alle emotie en individuele expressie uit het kunstwerk. Voor Jan Schoonhoven (1914-1994), ook lid van de groep, was het neutraliserende wit van Manzoni een openbaring. Voor die tijd produceerde Schoonhoven geometrische reliëfs in grauwe kleuren (in de tentoonstelling hangt een voorbeeld uit 1958: ‘Construction détruite Abraham’). Nu herinneren we Schoonhoven bijna alleen nog maar om zijn “witte luikjes”, waarvan er hier overigens ook een exemplaar te vinden is.

Wim T. Schippers, ‘Pindakaasvloer’, 1962. Tentoonstelling ‘Project & Object’, Galerie Mickery, Loenersloot, 1969, Collectie Theater Instituut Nederland, Archief Mickery – © Pictoright Amsterdam 2019.

Manzoni wordt niet voor niets herinnerd als een van de meest avant-gardistische kunstenaars van zijn tijd. Terwijl zijn tijdgenoten nog druk bezig waren met het zoeken naar nieuwe variaties op het oude vertrouwde schilderij, dacht Manzoni al voorbij de materiële grenzen. In Milaan en Kopenhagen deelde hij gekookte eieren met daarop zijn vingerafdrukken uit aan bezoekers die ze vervolgens op aten en zo vereenzelvigd werden met het kunstwerk. Het voelt dan ook een klein beetje als cheating dat één van deze ‘Uova con Impronta’ de dans is ontsprongen en nu keurig in een kistje op display ligt in Schiedam. Maar Manzoni maakte het publiek graag onderdeel van het kunstwerk, zo ontwierp hij de ‘Base Magica’ (ook opgesteld in de tentoonstelling), een sokkel waarop iedereen plaats mag nemen en voor heel even een kunstwerk kan zijn. Deze out of the box omgang met de definitie van kunst brak de weg open voor de conceptuele kunst: een vorm van kunst waarbij het om het idee in plaats van de uitwerking draait. Een publiekstrekkertje uit deze expositie is dan ook niet voor niets de ‘Pindakaasvloer’ van Wim T. Schippers: een compleet zinloos concept dat het, juist om die reden, toch meermaals tot kunstwerk heeft geschopt. Schippers voerde het concept voor het eerst uit in 1969 en legde het speciaal voor deze tentoonstelling opnieuw aan. In tegenstelling tot het werk van Manzoni, mag je de pindakaas helaas niet aanraken (oplikken mag ook niet, we checked). Toch jammer voor het publiek dat van te voren in de krant heeft gelezen dat de tentoonstelling hen zou uitnodigen om “onderdeel” van de kunst te worden! Maar de expositie stelt ons alles behalve teleur: het laat voor het eerst duidelijk zien hoe groot Manzoni’s invloed is geweest, vooral in Nederland, en laat haar bezoekers tegelijkertijd ervaren hoe leuk kunst kan zijn! Het gaat er niet altijd om dat je begrijpt wat je ziet, maar dat je er ook anders van kunt gaan kijken.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
45 minuten (plus een kwartier als je nog even op de ‘Base Magica’ gaat staan om je fifteen minutes of fame te claimen)
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

On another note, het Stedelijk Museum Schiedam organiseert sinds kort ‘Slow Art Zondagen’ op iedere eerste zondag van de maand. Samen met een museumdocent ga je op pad en neem je de tijd om een kunstwerk eens uitvoerig te bekijken, zo ontdek je vanalles en gaat het werk ineens veel meer voor je leven!

De tentoonstelling ‘Manzoni in Holland’ is nog t/m 2 juni 2019 te zien bij Stedelijk Museum Schiedam.

Meer informatie