De Kunstmeisjes 30 juli 2019

GO | NO GO #193: Vernieuwende verdorven kunst

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Deze keer bezochten we de tentoonstelling ‘Duitse expressionisten’ in Singer Laren.

In Singer Laren vindt deze zomer een tentoonstelling plaats die er in essentie is dankzij de ambitie, visie en verzameldrift van twee bijzondere vrouwen uit de geschiedenis: Leonie Reygers en Anna Singer. De Duitse Leonie Reygers (1905-1985) bracht tijdens de Tweede Wereldoorlog kunstwerken in veiligheid, en begon na de oorlog met het verzamelen van zoveel mogelijk expressionistische kunst van Duitse bodem. Die presenteerde ze vervolgens in het door haar gestichte Museum Ostwall in Dortmund. In Nederland was er de van oorsprong Amerikaanse Anna Singer (1873-1962), die het initiatief nam om de kunstcollectie van haar en haar man William toegankelijk te maken voor publiek. De villa van het echtpaar werd omgebouwd tot museum en in 1956 was Singer Laren een feit. Nu wisselen de musea tijdelijk hun collecties uit. Je wordt als bezoeker bij de hand genomen langs de opkomst van het expressionisme rond 1900 tot het post-war tijdperk. Verwacht veel kleurrijke schilderijen met losse penseelstreken en vrije vormen, maar ook beeldhouwkunst, tekeningen en litho’s. Een ode aan Duitse artistieke vernieuwing als je het ons vraagt, maar wel een tentoonstelling met een onderlaag die binnenkomt.

Zaaloverzicht: ‘Duitse expressionisten’, Singer Laren

Adolf Hitler noemde de kunstwerken die je hier ziet namelijk ‘Entartete Kunst’, oftewel ‘ontaarde kunst’ – verdorven kunst gemaakt door krankzinnige kladderaars. Volgens Hitler volgde “goede” Duitse kunst de academische traditie en waren vernieuwing of experiment uit den boze, zo verkondigde hij in 1937 tijdens zijn openingsspeech van het Haus der Deutschen Kunst in München. In dat museum werd realistische kunst die het vaderland verheerlijkte op een voetstuk geplaatst. Tegelijkertijd organiseerden de nazi’s een grote, reizende propagandatentoonstelling die bestond uit in beslag genomen moderne kunstwerken, met als doel het volk te leren welke kunst “slecht” was. Na afloop van deze tentoonstelling werden zoveel mogelijk kunstwerken geveild (om met de opbrengsten de kunstcollecties van diverse Duitse musea aan te vullen met “goede” kunst), en werden alle niet-verkochte werken op de brandstapel vernietigd. Toch zijn er kunstwerken van kunstenaars als Max Beckmann, Otto Dix en Emil Nolde aan deze poging tot verbergen en uitroeien ontsnapt en weer in museale collecties verenigd, mede dankzij de vastberadenheid van powerwoman Leonie Reygers. Wij waren benieuwd om te merken wat het zien van deze kunst bij ons zou losmaken.

Ernst Ludwig Kirchner, ‘Stafelalp beim Mondschein’, 1919, foto: Seitenverkehrt.

Bij binnenkomst is direct duidelijk dat deze makers het finaal anders aanpakten dan hun voorgangers, de impressionisten: ze schilderden vanuit hun onderbuikgevoel met helder, fel kleurgebruik. We voelen eigenlijk niets van de hiervoor beschreven dreiging door de nazi’s: de kleurrijke portretten en landschappen spatten van de muren en we horen in de audiotour persoonlijke verhalen over de kunstenaars, die allemaal op zoek waren naar vernieuwing. Paula Modersohn-Becker (1876-1907) wordt gepresenteerd als een van de belangrijkste pioniers van het Duits expressionisme, en zij was ook nog eens de eerste Europese vrouwelijke kunstenaar die zichzelf naakt portretteerde. Naast dit zelfportret hangt ook een aantal andere werken van Modersohn-Becker die een eigen stijl laten zien waarin grove lijnen en sprekende kleuren zonder details de vorm bepalen. In haar dubbelportret van Lee Hoetger en Clara Haken uit 1906-1907 zie je misschien net als wij een haast kinderlijke verbeelding van de gezichten, die maskerachtig aandoet. Kunstenaarsgroepen als Die Brücke en Der Blaue Reiter volgden in haar voetsporen, en in de volgende zalen is de invloed die zij indirect heeft gehad op kunstenaars als Karl Schmidt-Rottluff, Ernst Ludwig Kirchner en August Macke te zien.

Zaaloverzicht: ‘Duitse expressionisten’, Singer Laren

Terwijl de tentoonstelling vordert, worden de rafelrandjes van de tijdsperiode steeds zichtbaarder. Verbeeldingen van het woelige stadsleven in de periode tussen de twee wereldoorlogen toveren een glimlach op ons gezicht. Provocaties en taboes werden niet geschuwd door kunstenaars als Otto Dix. Zo zie je op zijn aquarel Belgisch bordeel (1923) een prostituee in gezelschap van een matroos, die haar liefdevol lijkt aan te kijken. Wat zich precies afspeelt weet je niet, maar duidelijk is dat je hier eigenlijk niet bij zou moeten zijn. Je bent een voyeur geworden, deelnemer aan deze vunzige praktijk die zich normaal gesproken achter gesloten deuren afspeelt. Dix deed dit bewust. Hij wilde de burgerij op de kast jagen door deze kant van de samenleving zichtbaar te maken. Wat voorop staat voor alle werken in deze zaal is de vrijheid die de makers zichzelf toekenden.

Max Beckmann, ‘Sebstbildnis mit Zigarette’ 1947

Waar de expositie kleurrijk en vrolijk oogt aan het begin, worden we dan tegen het einde toch geconfronteerd met de harde werkelijkheid. De tentoonstelling wordt namelijk afgesloten met kunstenaars wiens verdriet, pijn en wanhoop duidelijk zichtbaar is in hun werk – hier wordt de historische context van tijdens het nationaalsocialistische regime voelbaar. Hitler kondigde in zijn beruchte speech in 1937 aan dat hij moderne kunstenaars de beroepspraktijk verbood, en dat ze vervolgd zouden worden. Dit was funest voor de artistieke vrijheid, want kunstenaars werden gedwongen te stoppen of in het geheim te gaan werken. Max Beckmann besloot de dag na Hitlers speech te vluchten naar Nederland. Hij hoopte dat dit een tussenstop zou zijn, aangezien zijn droom was een kunstenaarsbestaan op te bouwen in New York of Parijs. Uiteindelijk kon hij zich door de oorlog pas tien jaar later vestigen in New York, waar hij het zelfportret schilderde dat je in de tentoonstelling ziet. We vragen ons af: zie je in zijn ogen een duistere en verbitterde blik, of juist zijn strijdbaarheid en kracht? Andere kunstwerken in deze zaal verbeelden hoe het gevoeld moet hebben toen de kunstenaars hun vrijheid werd afgenomen. En dat is best heftig. Want stel je eens voor, een wereld waarin grensverleggende kunst geen plaats heeft?

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
Ongeveer 1,5 uur.
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Toevallig deze zomer plannen voor een roadtrip door Duitsland? In Kunstmuseum Solingen, net over de grens, vind je het ‘Zentrum für vervolgte Künste’met werk van een in de vergetelheid geraakte generatie kunstenaars die door het nazi-regime is uitgewist.

De tentoonstelling ‘Duitse Expressionisten’ is nog t/m 25 augustus 2019 te zien in Singer Laren.

Meer informatie