Hanna de Vos 21 november 2019

GO | NO GO #218: Een arty Eigen Huis en Tuin

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Deze keer: Pieter de Hooch in het Delftse Museum Prinsenhof.

Ra, ra wie is het: een zeventiende-eeuwse schilder uit Delft, gelauwerd om zijn interieurscènes waarin vaak vrouwen een prominente rol spelen. Johannes Vermeer? Guess again! Vermeer mag dan bij uitstek dé schilder uit de Delftse zeventiende eeuw zijn, maar zijn fame heeft daardoor een andere schilder wel in de schaduw gezet: Pieter de Hooch. Tot nu toe dan, want met de tentoonstelling Pieter de Hooch in Delft: uit de schaduw van Vermeer geeft Museum Prinsenhof Pieter eindelijk de aandacht die hij verdient. In 29 chronologisch opgehangen werken, afkomstig uit collecties van over de hele wereld, leren we Pieter on a first name basis kennen.

Pieter de Hooch, 'Zelfportret (?)', circa 1648-1649, © Rijksmuseum, Amsterdam

Van oorsprong is Pieter overigens helemaal geen echte Delvenaar; hij wordt geboren in Rotterdam in 1629. Zijn hoogtijdagen als schilder beleeft hij echter wanneer hij in 1650 naar Delft verhuist. De Hooch begint zijn carrière met het schilderen van soldatenscènes, maar wanneer die uit de mode raken, richt hij zich op het schilderen van interieurs en buitenruimtes. Pieter ontpopt zich als de koning van de doorkijkjes en vindt bovendien de perfecte niche in het schilderen van de binnenplaats. Voor iemand die het schilderen van het huis tot een hogere kunst heeft verheven, houdt Pieter overigens wel van een verhuizinkje; tien jaar nadat hij naar Delft kwam, besluit hij zijn geluk alweer te zoeken in het welvarende Amsterdam, waar hij aanzienlijk rijker ingerichte interieurs begint te schilderen. Of het nu in Rotterdam, Delft, of Amsterdam is, dankzij Pieter kunnen wij in deze tentoonstelling in ieder geval ongegeneerd binnen gluren in andermans huis; een zeventiende-eeuwse aflevering van Eigen Huis en Tuin.

Pieter de Hooch, 'Binnenplaats van een huis in Delft', 1658, © The National Gallery, Londen 

Een jongen met halflang haar dat sluik om zijn gezicht hangt, kijkt ons een beetje onzeker aan van zijn portret. Dit zou een zelfportret van een negentienjarige Pieter de Hooch zijn; in de rechteronderhoek van het werk staan namelijk de letters ‘PDH’. Het schilderij is alleen een stuk minder losjes geschilderd dan ander vroeg werk van de Hooch, waardoor velen twijfelen of we hier inderdaad wel met een zelfportret van the man himself te maken hebben. Het paneel en de verflagen blijken echter wel degelijk zeventiende-eeuws te zijn en ook de inscriptie kan niet later zijn toegevoegd, weet het Prinsenhof na uitgebreid onderzoek te melden. Fun facts all over the place, want er is een hoop onderzoek gedaan voorafgaand aan deze expositie, vooral als het gaat om Pieters werkwijze. Zo waren zijn werken zelden in één keer af. De dronken officier in Het lege glas bijvoorbeeld keek aanvankelijk naar het dienstmeisje dat over hem heen leunt om zijn lege glas weg te halen. Pieter besloot op een later punt zijn hoofd meer naar ons toe te draaien, zodat wij zijn gezicht op standje ‘uit de hand gelopen vrijmibo’ beter kunnen zien. Op de achtergrond van de Triktrakspelers, waarop een drietal het spelletje triktrak speelt, schilderde Pieter een schouw die helaas niet zo goed uit de verf kwam. Geen probleem, moet hij op het laatste moment gedacht hebben, dan schilder ik er toch gewoon een houten schot overheen? Als Pieter echter eenmaal een geslaagde compositie had gevonden, was hij er niet vies van die te hergebruiken. Iets verderop hangen de vrijwel identieke werken Hollandse binnenplaats en Een binnenplaats met een rokende man en een drinkende vrouw. Door kleine veranderingen in de verflaag weten we inmiddels dat Hollandse binnenplaats het origineel is. Toch kunnen we een goed spelletje ‘zoek de verschillen’ spelen; beide werken tonen dezelfde groep mensen op dezelfde binnenplaats, gezeten rondom dezelfde tafel – maar de soldaat die in Hollandse binnenplaats achterovergeleund aan tafel zit, is in het tweede schilderij verdwenen. In het Prinsenhof kruip je in het brein van Pieter, waarvan we vermoeden dat het een enorme perfectionist was. Of het nu een baksteen of borrelscène is: niets ontstond ‘zomaar’ in zijn werk.

Pieter de Hooch, 'Portret van een Delftse familie', circa 1657, © Gemäldegalerie der Akademie der bildenden Künste Wenen

Het fijne aan het werk van Pieter de Hooch is dat er vrij weinig poespas nodig is om het te laten shinen, want dat doet het uit zichzelf al. Letterlijk. Al Pieters werken hebben namelijk één ding gemeen; ze zijn absoluut zonovergoten. Is het geen binnenplaats badend in het licht zoals op Een gezelschap op de plaats achter het huis, dan is het wel het zonlicht dat in stroken door de ramen valt in De slaapkamer. De Hooch werd ook wel ‘de schilder van het klein geluk’ genoemd, en gelukkig word je zeker wanneer je naar zijn werken kijkt. Stuk voor stuk zijn het kleine, haarscherpe kijkjes in het alledaagse leven van de zeventiende eeuw. Vrouwen in felgekleurde jurken doen de was of schrobben de vloer. Een jongetje biedt een mandje met brood aan. Een man leest een brief voor. Hoewel de familie op het Portret van een Delftse familie in sober zwart en grijs is gestoken, is er niets formeels aan hun portret. Het gezin staat losjes gepositioneerd op hun binnenplaats, alsof ze nog nét niet klaar waren om te poseren. Een deel van hen zit nog aan tafel, de laatste woorden van het gesprek nog niet uitgesproken. Op de achtergrond steekt de toren van de Delftse Nieuwe Kerk boven de skyline uit; Pieter kon het niet laten om de kijker precies te laten weten waar zijn werken zich afspeelden. Een volmaakt weergegeven tegelvloer, een wasmand vol vuile was, een omgevallen bezem; in de zeventiende eeuw had men geen perfect gecureerde Instagrampagina nodig om het leven op te leuken, #lovemylife, #blessed. Mensen waren simpelweg tevreden met de schoonheid van het doodgewone. De expo Pieter de Hooch in Delft wordt daardoor bijna een cursus in mindfulness; na je bezoek loop je helemaal zen weer naar buiten, klaar om te genieten van de kleine dingen in het leven. Nu maar hopen dat de herfstzon buiten net zo schijnt als op de schilderijen van de Hooch.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
1 uur
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Wij zijn niet de enigen die geïnspireerd raakten door het werk van Pieter de Hooch. Muzikaal ensemble Camerata Delft heeft zijn werken tot leven gebracht in de voorstelling Pieter de Hooch verklanckt, met muziek uit het heden en uit Pieters eigen tijd. Nadat je de schilderijen in de tentoonstelling met je eigen ogen hebt aanschouwd, kun je daar in de Oude Kerk dus nog eens een schepje bovenop doen door ook je oren de kost te geven.

De tentoonstelling ‘Pieter de Hooch in Delft: uit de schaduw van Vermeer’ is nog tot en met 16 februari te zien in Museum Prinsenhof Delft

Meer informatie