Yaël Speck 12 december 2019

GO | NO GO #220: Tuinieren met Monet

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Deze week vanuit het voormalige Gemeentemuseum: Kunstmuseum Den Haag, waar nu de tentoonstelling ‘Monet –Tuinen van verbeelding’ te zien is.

Hoor je de naam Claude Monet, dan denk je waarschijnlijk meteen aan zijn kunstwerken die je het gevoel geven alsof je een wonderlijke tuin bent binnengestapt. Ook al heb je nog nooit een van zijn schilderijen in het echt kunnen bewonderen, ken je ze wel van de afbeeldingen op bekers, theedoeken, shirts, postkaarten en sokken. Monets schilderijen zijn zeer geliefd onder museumbezoekers over de hele wereld, en gaan bij grote veilinghuizen als warme broodjes over de toonbank voor onvoorstelbare bedragen. Maar wat maakt deze werken eigenlijk zo ongelooflijk aantrekkelijk? Voor veel mensen wordt dit pas echt duidelijk als zij voor een van Monets latere werken staan, die van zijn tuinen in Giverny. Van een afstand zie je duidelijk een idyllische tuin, maar van dichtbij gebeurt er opeens zoveel meer. Je kunt haast geen onderscheid meer maken tussen water en lucht; als je het toelaat, kunnen de schilderijen je volledig opslurpen en laten wegdromen. Alsof je zelf ligt te dobberen tussen de mooie waterlelies in volledige rust. Dit experiment kun je nu aangaan in het Kunstmuseum in Den Haag, waar een hele tentoonstelling gewijd is aan de werken uit de langstdurende en tegenwoordig meest geliefde periode uit Monets oeuvre, zijn tuinen in Giverny.

Claude Monet, ‘De Waterlelievijver’, 1899, National Gallery Londen.

Zo bekend en geliefd als de schilderijen van Monet uit de periode van 1883 tot 1926 nu zijn, waren ze niet altijd. Na zijn dood bleven veel van zijn werken achter in zijn atelier in Giverny en werd hier jaren niet naar omgekeken. Er was geen interesse voor; men vond het verouderd, truttig en niet van die tijd. Pas in 1952 werd er weer echt aandacht geschonken aan de werken, toen Kunstmuseum Den Haag (toen nog het Haags Gemeentemuseum) samen met Kunsthaus Zürich een groot retrospectief van Monet organiseerde, waarbij de werken uit Giverny niet ontbraken. De expositie werd in meerdere steden getoond, en werd gezien door jonge Amerikaanse kunstenaars zoals Mark Rothko (1903-1970), Jackson Pollock (1912-1956) en Ellsworth Kelly (1923-1970), die een grote bron van inspiratie vonden in de Giverny-serie. De wereldwijde waardering voor de waterlelies begon dus met deze tentoonstelling, die na ruim zestig jaar later en tweede ronde heeft verdiend.

Claude Monet voor zijn huis in Giverny (detail), 1921, Musée d’Orsay

Claude Monet was een van de belangrijkste impressionisten van zijn tijd. Hij bevond zich in goed gezelschap in Parijs, waar hij sterren als Edgar Degas (1834-1917), Édouard Manet (1832-1883) en Pierre Auguste-Renoir (1841-1919) regelmatig tegen het lijf liep. Op zijn tweeënveertigste verruilde Monet het drukke stadsleven in Parijs echter voor een rustig bestaan in Giverny, ongeveer anderhalf uur buiten de hoofdstad. Hier legde hij eigenhandig twee tuinen aan, een bloementuin en een watertuin. In Giverny sloot Monet zich af van de buitenwereld en dook volledig onder in zijn werk. Tussen 1883 en 1926 schilderde hij honderden keren de reflecties van zijn vijver met het bruggetje en de waterlelies. De eerste jaren waren zijn werken impressionistisch, een vluchtige weergave van een moment. Maar in later werk lijkt de voorstelling er steeds minder toe te doen, en wordt het werk veel meer expressief, een weergave van hoe hij de dingen ervoer. Een mooi voorbeeld hiervan is Het pad onder de rozenbogen. Dit werk is een grote kleurexplosie; de herkenbaarheid van de rozen is ver te zoeken (tenzij je stiekem het tekstbordje eerst hebt gelezen), maar je voelt de warmte en je ruikt bijna de heerlijke geuren van de rozen. Dit wegdwalen is waar Monets late werken zich enorm goed voor lenen. Door de abstractie en reflecties is het bijvoorbeeld moeilijk te zien waar het water eindigt en de lucht begint, je moet helemaal in het werk duiken en daar zelf je weg zien te vinden. De grootte van meeste schilderijen helpt een handje: het zijn net vensters waar je doorheen kunt stappen en zelf de tuinen, haar geuren, kleuren en geluiden kunt ontdekken. Een perfect getaway in eigen land.

Claude Monet, 'En Norvégienne / La Barque á Giverny', ca. 1887, Musée d'Orsay

Monets werk ging wellicht over lelies, maar zijn leven ging helaas niet altijd over rozen. Zo stierf zijn echtgenote Alice in 1911 en werd er bij Monet zelf staar gediagnosticeerd, waardoor hij zijn zicht langzaam zou verliezen. Hierdoor besloot hij zijn kwast neer te leggen en te stoppen met schilderen. Gelukkig bleef dit slechts bij een lange pauze dankzij zijn eigen cheerleaders: vriend en politicus Georges Clemenceau en zijn stief- én schoondochter Blanche. Monet pakte de kwast weer op en besloot op zijn 74ste te beginnen aan zijn laatste meesterwerk: de Grandes Decorations. Dit moest een enorme installatie worden, bestaande uit meterslange schilderijen van zijn waterlelievijver – zoals een panorama – met daarboven als een soort fries met schilderijen van blauwe regen. De installatie moest de kijker volledig omringen en hem onderdeel laten voelen van de vijver en zijn weerspiegelingen. Voor Monet was dit de kroon op zijn werk, een geschenk aan het Franse volk ter ere van het eind van de Eerste Wereldoorlog. Maar helaas liep dit anders.

Claude Monet, ‘Blauweregen’, 1917-1920, Kunstmuseum Den Haag.

Er werd namelijk geen speciale ruimte gebouwd voor zijn Grandes Decorations. Monet moest genoegen nemen met het bestaande gebouw van de Orangerie in Parijs. Hij stoeide enorm met zijn laatste meesterwerk en experimenteerde erop los met verschillende technieken, materialen, formaten en kleuren. Hij was op zoek naar de perfecte combinatie en in deze zoektocht maakte hij honderden werken, waarvan hij een deel ook weer vernietigde of overschilderde. Dit laatste is ook het geval bij een van de paradepaardjes van deze tentoonstelling, namelijk Blauweregen. Het schilderij is volledig onderzocht; toen er een röntgenfoto van gemaakt werd, zat onder het oppervlak iets verstopt: een schilderij van waterlelies. Helaas lukte het Monet niet zijn Grandes Decorations helemaal naar zijn tevredenheid af te maken voordat hij overleed. Een deel van de installatie werd geïnstalleerd in Musée de l’Orangerie, die tot op heden te bezoeken is. De rest bleef achter in Giverny, totdat het Kunstmuseum Den Haag ze een nieuw podium gaf. Deze tentoonstelling is misschien niet wat Monet voor ogen had met zijn Grandes Decorations, maar laat ons net zo wegdromen als dat hij gewild moet hebben.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
45 minuten
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Theatercollectief Het Vijfde Bedrijf maakte een muziektheaterstuk over het leven van Monet en zijn stief- en schoondochter Blanche. In de voorstelling leer je meer over het leven van Monet en diens blauwe engel, Blanche. Voor meer informatie over de voorstelling ‘Monet en de blauwe engel’: klik hier. En wist je dat het Kunstmuseum Den Haag voor elke grote tentoonstelling een prentenboek uitbrengt? In de tuin van Monet toont prachtige illustraties van Kaatje Vermeire. Leuk voor de jonge kunstkijker, maar eigenlijk ook voor alle anderen. Voor meer informatie over het boek: klik hier.

De tentoonstelling ‘Monet - Tuinen van verbeelding’ is nog t/m 2 februari 2020 te zien in Kunstmuseum Den Haag.

Meer informatie