Wist je dat er heel veel Nederlandse meesterwerken in het buitenland zitten? Nederlandse musea hebben namelijk écht niet alle topstukken die op Hollandse bodem zijn gemaakt in huis. Wie bijvoorbeeld scrolt door deze lijst van de werken van Rembrandt, ziet dat er maar een klein deel in Nederland is gebleven. Een topcollectie van Hollandse meesters vind je onder andere in de Gemäldegalerie der Akademie der bildende Künste Wien. Nu er voorlopig geen stedentrip naar de stad van klassieke muziek en Klimt inzit, bezoeken we maar al te graag de tentoonstelling Meesterwerken uit Wenen in het Noordbrabants Museum. In deze expo kun je namelijk door het Weense museum lopen, gewoon in Nederland.
Belangrijk voor de collectie van de Akademie was Anton graaf Lamberg-Sprinzenstein ― let’s call him Anton. Hij was een fervent verzamelaar van voornamelijk Hollandse meesters (denk namen als Rembrandt, Rubens, Van Dyck) en liet in 1822 zijn hele collectie van circa 800 schilderijen na aan de Weense kunstacademie. De studenten van de academie konden zo oefenen met de oude meesters voor hun neus. Maar Anton had wel zo zijn voorwaarden: de collectie moést publiekelijk toegankelijk zijn, anders zou hij zijn schilderijen niet schenken. Lucky us. Hierdoor ontstond namelijk de Gemäldegalerie der Akademie der bildende Künste Wien: een universiteitsmuseum met een waanzinnige collectie. Niet alleen de studenten konden nu de werken bestuderen, maar ook de minder artistiek-getalenteerde mensen (slowly raising a hand over here) kregen nu de kans om de collectie te bezoeken. Niet álle 800 werken van Anton zijn nu in het Noordbrabants Museum te zien (daarvoor moet je echt een keer naar Wenen), maar je kunt in Den Bosch alsnog lekker flaneren langs een knappe selectie van 50 schilderijen en 20 tekeningen.