Puck Gerkema 13 augustus 2020

GO | NO GO #260: Wie zijn er echt America First?

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Onlangs bezochten we museum Volkenkunde in Leiden voor de tentoonstelling ‘First Americans.’

Misschien heb je het als kind wel eens gedaan, tijdens carnaval of voor een feestje: jezelf verkleed als ‘Indiaan’. Met veren in je haar en rode schmink op je wangen voerde je met andere kinderen een “zonnedans” uit, of speelde je spannende gevechten met je buurjongen die verkleed was als cowboy. Mijn vijfde verjaardagsfeestje zag er letterlijk zo uit. Maar toen ik ouder werd, leerde ik meer over de echte geschiedenis van de ‘Indianen’ in Noord-Amerika.Turns out: de strijd tussen Europese kolonisatoren en de oorspronkelijke bevolking was bij lange na niet zo onschuldig als mijn kinderspel. Vanaf de zeventiende tot en met de twintigste eeuw werden veel inheemse stammen de overkoepelende term voor de oorspronkelijke bewoners van Amerika, Canada en Alaska beroofd van hun grondgebied, werd het mensen verboden hun eigen taal te spreken, en werden inheemse kinderen op scholen gedwongen de tradities van hun stam op te geven. Met die heftige geschiedenis in mijn achterhoofd was ik extra benieuwd naar de nieuwe tentoonstelling van Museum Volkenkunde in Leiden. In First Americans worden vaste objecten uit de collectie namelijk samen geëxposeerd met werk van hedendaagse inheemse kunstenaars. Op allerlei manieren – door het maken van kleding, films, sieraden, foto’s, computeranimaties – blazen de kunstenaars de oude verhalen en rituelen van hun stam nieuw leven in. Het resultaat zijn onder meer kleurrijke muurschilderingen, schitterende sieraden gemaakt van rode zeeslakken, en inheemse kinderen die de maan eerder ontdekken dan Neil Armstrong.

via Universiteit Leiden

In een vitrine liggen oude tabakspijpen (ca. 100 voor Christus), uitgesneden tot realistische dierenhoofden, naast de mysterieuze vaas van Nathan Begaye, Emerging Clouds (1998). Net als zijn voorouders haalde Begaye (1958-2010) zijn inspiratie uit de natuur, maar waar de dierenpijpen zo te herkennen zijn, is de vaas grilliger. Een wolk verandert immers continu van vorm, en het lijkt bijna of de vaas voor je ogen aan het bewegen is. Erg spannend is ook het werk van Virgil Ortiz (1969). Hij maakt aardewerken potten op traditionele wijze, maar de figuren die erop geschilderd zijn, lijken wel afkomstig uit een futuristische apocalyps-film. Met gasmaskers en zuurstoftanks lopen zijn Venutian Soldiers (2019) door het landschap. De (eeuwenoude) inspiratie uit de natuur is ook zichtbaar in de kettingen en riemen, ontworpen door mariene bioloog en kunstenaar Elizabeth James Perry (1977). Perry maakt moderne Wampum sieraden (volgens de tradities van de Wampanoag stam), waarbij vooral de gebruikte natuurlijke materialen van belang zijn. Deze materialen, waaronder mosselen, zeeslakken en paarse quahog schelpen, komen vanwege de opwarming van de oceanen steeds minder voor. Haar sieraden roepen dus op tot bewondering én actie. En zo is de hele tentoonstelling gevuld met inspirerende kunstobjecten waar de creativiteit, vastberadenheid, en trots op de inheemse heritage vanaf spat. 

Waar Ortiz, Perry en Begaye moderne kunst maken met traditionele materialen, gebruiken andere kunstenaars moderne middelen: computeranimatie, film en fotografie. De fotoserie van cultureel antropologe Cara Romero (1977), First American Girls, is een echte eyecatcher en zo rijk aan details dat je kunt blijven kijken. Romero zette jonge Native American vrouwen in traditionele kleding op de foto, omringd door dierbare culturele accessoires verbonden aan hun gemeenschap of aan hun voorouders. De trommels van hun opa, de kettingen van hun moeder, de mocassins van hun oma. De foto’s tonen prachtig hoe trots de vrouwen zijn op hun cultuur en hun identiteit, en hoe fout het stereotype beeld is van een verentooi als leuk ‘verkleedkostuum’. Die aanklacht tegen (nog steeds) heersend racisme jegens inheemse stammen komt in andere kunstwerken harder naar voren. De jurk van Melinda Schwakhofter, SacRED Threads Dress (2019) verwijst naar een gevolg van racisme wat minder bekend is, maar niet minder gruwelijk. De blauw-rode jurk is namelijk beplakt met foto’s van inheemse vrouwen met een rode handdruk op hun mond: het symbool van de Missing and Murdered Indigenous Women (MMIW)-beweging. Deze beweging vraagt aandacht voor het feit dat inheemse vrouwen – zowel in Canada, Alaska, als de VS – een veel grotere kans hebben vermoord of vermist te raken, vergeleken met niet-inheemse vrouwen. De rode hand op hun mond toont hoe deze vrouwen tot zwijgen zijn gebracht. De jurk mag dan mooi zijn, de foto’s liggen als een steen in mijn maag. 

 Veel kunstwerken in deze expositie hebben naast een esthetische, ook een educatieve boodschap, en geef de kunstenaars eens ongelijk. Pas sinds een aantal jaar is “Tribal History” een verplicht onderdeel van het Amerikaanse onderwijscurriculum, wat zowel belangrijk is voor niet-inheemse als inheemse kinderen: vaak weet die tweede groep ook weinig over hun eigen cultuur. Een klein punt van kritiek voor deze tentoonstelling is dus dat de tekstbordjes wat scherper en diepgaander hadden kunnen zijn. Veel aspecten uit de inheemse geschiedenis van Noord-Amerika worden goed aangestipt, maar het mag nog concreter: als je bij elke kunstenaar vermeldt tot welke stam hij of zij behoort, toon dan op een landkaart waar zich (het originele) grondgebied van die stam bevindt. Als je vertelt over de oneerlijke, brute gevechten tussen Amerikaanse kolonisatoren en Native Americans, noem dan een naam van die veldslagen, zoals het Bloedbad van Wounded Knee in 1890 (drie keer raden wie er verloor). Nog steeds moet de inheemse bevolking in Noord-Amerika dagelijks vechten voor erkenning en gelijke behandeling: zo strijdt de Sioux-stam al meer dan vier jaar tegen de aanleg van de Dakota Access-pijpleiding op hun grondgebied. Elk hedendaags kunstobject vraagt dus aan de kijker om niet te vergeten wie er echt ‘America First!’ was, en dat deze inheemse stammen vandaag de dag nog bestaan. Al zijn veel stemmen verstomd, kunst blijft hun verhalen vertellen.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
30-45 minuten, al is het aan te raden naast de tijdelijke tentoonstelling ook de vaste tentoonstellingszaal van Noord-Amerika te bekijken.
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Ben je nieuwsgierig geworden naar de inheemse geschiedenis van Noord Amerika? Dit zijn onze leestips! Louise Erdrich (behorend tot de Chippewa stam), schreef The Round House in 2015, en meer recent bracht Tommy Orange (lid van de Cheyenne en Arapaho-gemeenschap) het prachtige boek Er is geen daar daar uit. Wil je liever non-fictie, dan is er Killers of the Flower Moon, maar wees gewaarschuwd: je woede inhouden tijdens het lezen wordt lastig.

De tentoonstelling ‘First Americans. Eerbetoon aan inheemse veerkracht en creativiteit’ is te zien in Museum Volkenkunde tot 25 juli 2021.

Meer informatie