Yaël Speck 20 augustus 2020

GO | NO GO #262: A.R. Pencks emoji-kunst

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Deze week vanuit het Kunstmuseum Den Haag waar nu de expositie ‘A.R. Penck, How it works’ te zien is.

Hoe maak je een whatsapp-gesprek wat meer juicy? Dat was een van onze grootste levensvragen de afgelopen maanden, en het antwoord ligt voor de hand: door een goed getimede, perfect uitgebalanceerde dosis emoji’s. Tegenwoordig lezen en gebruiken we emoji’s moeiteloos als tweede taal; deze symbolen kunnen taalbarrières overstijgen en communicatie verbeteren. Geen wonder dat ik me juist nu zo aangetrokken voel tot het werk van de Duitse kunstenaar A.R. Penck (1939-2017); in zijn kunstwerken maakte hij gebruik van de door hem ontwikkelde Standart-beeldtaal. Penck wilde zijn eigen communicatiesysteem ontwikkelen, gebaseerd op een combinatie van tekst, beeld en symbolen. Deze Standart-symbolen bestaan uit simpele vormen, vaak afgeleid van prehistorische grottekeningen. De meest bekende hiervan zijn zijn Streichholzmännchen, stokfiguurtjes met ledematen in de vorm van een hark die omgeven worden door pictogrammen, cijfers en letters. In de tentoonstelling How it Works in Kunstmuseum Den Haag duik je in de symbolenobsessie van A.R. Penck, die zich manifesteert in honderden schilderijen, tekeningen en sculpturen.

A.R. Penck, 'Guerriero Cosmico', 1990, Galerie Michael Werner
A.R. Penck, 'Guerriero Artistico', 1990, Galerie Michael Werner
A.R. Penck, 'Guerriero Cosmico', 1990, Galerie Michael Werner
A.R. Penck, 'Guerriero Artistico', 1990, Galerie Michael Werner

A.R. Penck, geboren als Ralf Winkler, werkte als kunstenaar in het Oost-Duitsland van de jaren 60, toen de DDR nog de smaak bepaalde en uitgesproken kunstenaarsmeningen niet universeel geliefd werden. Het werd hem dan ook alles behalve makkelijk gemaakt. Zo werd hij nooit aangenomen op de kunstacademie in Dresden en ook niet op die van Oost-Berlijn, werd zijn lidmaatschap tot de kunstenaarsbond afgewezen, werden zijn werken meerdere malen in beslag genomen en werd er ingebroken in zijn atelier, waarbij zijn werken en aantekeningen vernield werden. Niet echt een veilige artistieke omgeving dus. Maar hij liet zich hierdoor niet uit het veld slaan. Elke keer weer vond Penck wel een manier om zijn kunst te kunnen blijven maken; als leerling-illustrator bij een Oost-Duits reclamebureau, in zijn vrije tijd naast zijn baan als beveiliger, en onder meerdere pseudoniemen zoals Y., TM, Mike Hammer en A.R. Penck (deze laatste bleef uiteindelijk plakken). Pas na de inbraak in zijn atelier in 1979 besloot hij dat het genoeg was. Hij verhuisde hij naar Keulen in West-Duitsland en later naar Londen, waar hij beschikking kreeg over veel meer materialen, kleuren en andere artistieke vrijheden. Dit resulteerde in een stroom aan nieuw werk waarmee hij wereldwijde bekendheid verkreeg. Nu, drie jaar na zijn overlijden, wordt hij geëerd met een grote overzichtstentoonstelling in Den Haag. Zo zie je maar weer dat de aanhouder uiteindelijk wint!

A.R. Penck, 'How it Works', 1989, Galerie Michael Werner.
A.R.Penck, 'Portet Jutta', 1977, Galerie Michael Werner
A.R. Penck, 'How it Works', 1989, Galerie Michael Werner.
A.R.Penck, 'Portet Jutta', 1977, Galerie Michael Werner

Bij binnenkomst in de tentoonstelling wordt je oog meteen getrokken door een muurschildering van een som van gelijktekens met daarnaast een introductietekst. Dit zijn meteen twee manieren waarop je de expositie kan bekijken; ofwel door de symbolenkunst vanuit je eigen verbeeldingskracht en fantasie te duiden, ofwel met een stukje historische bagage. Ik begin met een onbevangen duik in de kunstwerken: Wat zie ik? Wat voel ik? Welk verhaal denk ik dat hier verteld wordt? Penck was er met zijn werk op uit om een visuele ruimte te creëren waarin de fantasie van de kijker vrij spel krijgt. Je wordt een andere wereld ingeloodst vol stokpoppetjes met harkarmen en uitstekende (meestal mannelijke) geslachtsdelen. Neem bijvoorbeeld het werk Go Go Gorbatschow uit 1988; een doek van enkele meters breed dat zich voor je uitspreidt als een bioscoopscherm. Het is vol van kleur, van lichtblauw tot felrood, en ruw geschilderd met dikke lagen verf. Het doek wordt volledig in beslag genomen door mensachtige figuren die een gevecht aan lijken te gaan. Ik werd gelijk overdonderd door de enorme kracht die dit werk uitstraalt. Het nam me mee in een futuristische vechtscène waarin een onderdrukt volk eindelijk de moed en de mankracht heeft weten te verzamelen om de onrechtmatige, onderdrukkende persoon duidelijk te maken dat zij ook een stem hebben. De figuren klimmen over obstakels, tillen elkaar omhoog en werken samen om de vijandige ‘alien’ te verslaan. Deze ‘alien’ laat zich alleen niet zo makkelijk van zijn troon stoten en gebruikt een soort krachtveld om omstanders tegen te houden. Ondanks dat het een plat canvas is, lijkt het aan alle kanten te bewegen en overtuigt het je van zijn verhaal. Het mooie van een werk van A.R. Penck is dat iedere kijker er een ander verhaal in kan zien. Een perfect excuus om even weg te vluchten uit de complexe werkelijkheid waarin we nu leven, in de wereld van je verbeelding.

A.R. Penck, 'The Aesthetic Provinces', 1977, Birkelsche Stiftung für Kunst und Kultur

Is je verbeeldingskracht even op? Zoek je toevlucht dan in wat meer achtergrondinformatie over Penck om zijn werk beter te begrijpen. Hiervoor is de introductietekst erg handig. Wie was hij? Hoe was zijn omgeving? Wat maakte hij mee? En hoe zie je dit terug in zijn werk? In de introductietekst (de enige in heel de tentoonstelling) worden de vijf belangrijkste thema’s in Pencks werk genoemd (pro-tip: maak hier even een foto van). Een van de thema’s is het portret, en wel een heel bijzonder soort portret: ‘het zelfbeeld in relatie tot de werkelijkheid’. Met andere woorden: wie was Penck in verschillende fasen van zijn leven en in verschillende omgevingen? Dat zie je in dertien zelfportretten, die allemaal in een andere expressieve stijl en tegen een andere achtergrond zijn geschilderd. Penck laat zien hoe hij zich in de betreffende omgeving voelde of presenteerde, alsof het de verschillende maskers zijn die hij per locatie op en af zette. Veel zelfportretten maakte hij na zijn vertrek uit Oost-Duitsland. Deze portretten zijn niet alleen een reflectie van hoe hij zich voelde, maar ook zijn eigen zoektocht naar wie hij was als mens en als kunstenaar. Wat was zijn identiteit buiten de DDR? Analytisch Zelfportret (Rocker) uit 1991 laat een felrode kop zien, met korte dikke zwarte strepen om een baard, haar en ogen mee aan te geven. Het werk lijkt vluchtig, bijna gehaast geschilderd, alsof het een tussendoorklus was. Wellicht was dit in 1991 zijn werkelijkheid; een druk en gehaast bestaan waarin hij nauwelijk tijd had voor zichzelf. De cirkels en kruisjes op het zelfportret maken het tot een echte Penck, want veel tijd of weinig, vluchtig geschilderd of uitgewerkt tot in detail, de symbolen zullen in zijn werk nooit ontbreken.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
60 minuten
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Naast beeldend kunstenaar was Penck ook actief in andere kunstdisciplines. Zo schreef hij theoretische teksten en gedichten en was hij ook jazzmuzikant. Luister hier naar een van zijn muziekstukken (Tip: beluister het tijdens je bezoek aan de tentoonstelling. De muziek brengt de schilderijen extra tot leven).

De tentoonstelling ‘How it works’ in Kunstmuseum Den Haag is nog t/m 27 september 2020 te zien.

Meer informatie