Hanna de Vos 25 augustus 2020

GO | NO GO #263: Een surrealistische trip in het Cobra Museum

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Deze keer gingen we naar het Cobra Museum in Amstelveen voor de tentoonstelling ‘This is surrealism! The Boijmans masterpieces’.

Augustus is vakantietijd. Tijd om te ontspannen, je neus te verbranden en eindelijk eens dat boek uit te lezen wat nu al maanden ongeopend op je nachtkastje ligt te wachten. Wij zijn niet de enigen die er soms graag even tussenuit willen; ook kunstwerken gaan wel eens op vakantie! Neem de werken uit This is surrealism! in het Cobra Museum; die komen uit de collectie van Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam, dat op dit moment grondig gerenoveerd wordt. De werken van – we noemen maar even – Salvador Dalí, René Magritte, Marcel Duchamp, Eileen Agar en Man Ray maken zich op dit moment op voor een heuse wereldreis, om naar alle waarschijnlijkheid pas in 2026 weer het vliegtuig naar huis te pakken. Eerst is het echter tijd voor hun all inclusive verblijf in Amstelveen.  

Zaalopname, 'This is Surrealism', Cobra Museum, Peter Tijhuis 2020

Let me set the scene: Europa in 1924. De samenleving krabbelt langzaam weer op na de gruwelijkheden van de Eerste Wereldoorlog en zal nooit meer hetzelfde zijn. Wie zit er nog te wachten op de serieuze, rationele kunst van weleer? De surrealisten niet, in ieder geval. Zij willen anti-kunst maken; afrekenen met rede en rationaliteit, die volgens hen alleen maar voor ellende hebben gezorgd. Ze gaan op zoek naar een nieuw soort schoonheid in het onderbewuste. Denk droomlandschappen, mysterieuze pakketjes, verwarrende spiegelbeelden, ingesnoerde beelden, grillige fantasiefiguren en a whole lot of weirdness. In This is surrealism! worden we in negen thema’s – met heerlijk surrealistische titels als ‘naaimachine en paraplu’ en ‘paranoia en metamorfose’ – langs veertig van de mooiste surrealistische anti-kunstwerken geleid.

Marcel Duchamp, 'Prière de toucher, 1947, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam'
André Breton, 'Ou’est-ce que le surréalisme', 1934, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Marcel Duchamp, 'Prière de toucher, 1947, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam'
André Breton, 'Ou’est-ce que le surréalisme', 1934, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam

De pret begint al meteen bij de entree van de tentoonstelling. Bovenaan een grote, brede trap is een metershoge deur beplakt met de omslag van André Bretons boekje Qu’est-ce que le surréalisme? uit 1934, ontworpen door René Magritte. Op het eerste gezicht lijkt dit misschien een simpel portret van een vrouw, maar dan zie je het ineens – zijn dat nou boobies in plaats van ogen? En een navel als neus en keurig, in een driehoekje geknipt schaamhaar als mond? Juist ja, hier is een vrouwenlichaam over een vrouwengezicht geplakt. Even later in de tentoonstelling kom je ook het echte boekje tegen, van een stuk kleiner formaat. De vraag die erin gesteld wordt, staat centraal binnen de tentoonstelling; wat is surrealisme nou eigenlijk? Eén ding is zeker, surrealisme is geen stroming die in een paar woorden te duiden is. Neem bijvoorbeeld de Mae West Lippensofa (1938) van Salvador Dalí, een bank in de vorm van twee volle rode lippen, en vergelijk die met een werk als La ville rouge (1944) van Paul Delvaux. In dat schilderij bewegen naakte, bleke figuren zich voort tussen strakke, klassieke architectuur. Een skelet op de voorgrond geeft het geheel iets unheimisch. Waar je bij het vrolijke, komische bankje van Dalí de behoefte voelt om je eens lekker neer te vlijen voor de perfecte instashot, moet je bij het grauwe werk van Delvaux toch een kleine rilling onderdrukken; dit schilderij speelt zich niet af in onze wereld. Het ging de kunstenaars binnen het surrealisme dan ook niet om het vinden van een gezamenlijke stijl. Wat Dalí en Delvaux gemeen hebben, is hun aandacht voor het onderbewuste; voor dromen, irrationaliteit en het toeval. Wanneer je dat als uitgangspunt neemt, zijn de mogelijkheden eindeloos. Een werk als Seated figure (1956) van Eileen Agar, vol van abstracte kleurvlakjes waaruit een zittend figuur bijna niet meer te ontwaren is, is misschien moeilijk te linken aan Prière de Toucher (1947), een schuimrubberen borst die Marcel Duchamp op een boekenkaft plakte. Toch komen ze allebei voort uit dezelfde plek: de droomwereld van de surrealisten.

René Magritte, 'Le miroir vivant', 1928, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam, c/o Pictoright Amsterdam 2020
Man Ray, 'L'enigme d'Isidore Ducasse', 1920/1971, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam, c/o Pictoright Amsterdam 2020
René Magritte, 'Le miroir vivant', 1928, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam, c/o Pictoright Amsterdam 2020
Man Ray, 'L'enigme d'Isidore Ducasse', 1920/1971, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam, c/o Pictoright Amsterdam 2020

Wie aan surrealisme denkt, denkt aan Salvador Dalí. De kunst van Dalí is haast symbool gaan staan voor de beweging, met zijn vervreemdende landschappen en mysterieuze objecten. We weten niet hoe het met jullie zit, maar mij lijkt niets interessanter dan om een keer een kijkje te kunnen nemen in de plek waaruit dit allemaal voortkomt; het hoofd van de kunstenaar. En hier kan dat! Nou ja, sort of. In Couple aux têtes pleines de nuages (1936), ofwel Paar met hoofd vol wolken, nemen we namelijk een wel heel letterlijk kijkje in het hoofd van Dalí. Dit is een schilderijenpaar in de vorm van twee figuren die zich naar elkaar toebuigen. Binnen de twee lijsten zien we een oud, vertrouwd Dalí-landschap; op de voorgrond staan twee tafels bedekt met witte tafellakens en bovenin, in de hoofden van de figuren, zien we een grillige wolkenlucht. Voor de contouren van de twee lijsten stonden Dalí en zijn verloofde Gala zelf model; Dalí beeldt hier dus zichzelf af met een hoofd vol wolken. Zijn daadwerkelijke brein moet er minstens zo interessant uit hebben gezien. De tentoonstelling zit boordevol dit soort werken waarvan je fantasie op hol slaat. In Le miroir vivant (1928) doet René Magritte eveneens een beroep op onze fantasie. In plaats van het weergeven van objecten en beelden, heeft hij hier alleen maar woorden geschilderd. ‘Horizon’, bijvoorbeeld. Zie je al iets voor je? De kijker rest niets anders dan om zelf beelden te bedenken bij de woorden van Magritte; een soort do-it-yourself kunst kijken dus. Hetzelfde geldt voor Man Ray’s L’enigme d’Isidore Ducasse uit 1920, een raadselachtig object dat is ingepakt in een grijze deken en ingesnoerd met touwen. Op het kartonnen bordje dat eraan hangt, staat simpelweg ‘do not disturb’. Wat er in zit? Dat mag je zelf bedenken. Wat je dus ook doet voordat je naar This is surrealism! afreist deze zomer; vergeet vooral je verbeeldingskracht niet in te pakken.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
60 minuten
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Pas maar op voordat je zomaar een vraag stelt aan de medewerker op zaal in deze tentoonstelling; voor je het weet sta je met de directeur van het museum te praten. In het kader van surreële ontmoetingen staan verschillende medewerkers met hun expertise op de museumvloer, van directeuren tot conservatoren tot educatiemedewerkers.

De tentoonstelling ‘This is surrealism! The Boijmans masterpieces’ is nog tot en met 27 september te zien in het Cobra Museum.

Meer informatie