Yaël Speck 22 september 2020

GO | NO GO #269: Groot, groter, grootst met garen

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Deze week vanuit de Kunsthal in Rotterdam, waar de tentoonstelling Extra Large te zien is.

De snikhete zomerdagen van 2020 liggen achter ons en de blaadjes aan de bomen beginnen weer langzaam van groen naar oranje te verkleuren. De wisseling van seizoenen doet mijn handen altijd jeuken om ook mijn directe omgeving eens in een nieuw jasje te steken. Dat we nu veel meer thuis zijn, zorgt ervoor dat deze drang naar verandering in huis alleen maar groter wordt. Een ander kleurtje, nieuwe meubels, (nog meer) planten en misschien wel een nieuw tapijt. Uiteraard mag er geen kunst aan de muur ontbreken. Hiervoor doe ik graag inspiratie op bij galeries en musea. Deze keer ging ik naar de Kunsthal in Rotterdam, waar de tentoonstelling Extra Large mij liet zien dat kunst voor aan de muur niet altijd uit een doek met verf hoeft te bestaan en dat een kleed niet perse op de grond hoeft te liggen. 

Zaaloverzicht tentoonstelling 'Extra Large', foto: © Marco De Swart

Handwerk is weer hip en daar haakt de Kunsthal mooi op in (see what I did there?). We macrameeën, breien, keramieken en borduren er tegenwoordig flink op los. Maar deze liefde voor handgemaakte producten is een tijdje weggeweest. De Industriële Revolutie gooide roet in het eten voor vele bedrijven die zich bezighielden met handwerk. Zo ook bij de weverijen, waar sinds jaar en dag kleden werden geweven met behulp van handweefgetouwen. Gelukkig waren er mensen die het belang hiervan bleven inzien en ze behoedden voor faillissement. In Frankrijk greep zelfs de overheid in. Bekende kunstenaars kregen de opdracht om een kunstwerk te ontwerpen dat vervolgens door de vakkundige wevers van de Manufacture des Gobelins in Parijs werd omgezet in een wandkleed. Van de ruim zestig enorme wandvullende wandkleden die nu te bewonderen zijn in de Kunsthal komen de meeste dan ook uit deze Parijse weverij. De expositie toont werken uit ruim honderd jaar textielkunst en laat hiermee zien hoe de kunstvorm zich de afgelopen jaren ontwikkeld heeft en hoeveel er mogelijk is met veel draad, verf, een weefgetouw, vele handen, tijd en (vanuit het oog van iemand die ooit zelf heeft moeten weven) ontzettend veel geduld.

Pablo Picasso, 'Women at their toilette', 1971-1977, Collection Mobilier national, © Succession Picasso, c/o Pictoright Amsterdam 2019, foto: Françoise Baussan

Bij binnenkomst in de tentoonstelling word je gelijk blootgesteld aan de waanzinnige veelheid aan details die de wandkleden rijk zijn. Je kunt je ogen de kost geven; niet alleen de designs, maar zeker ook de vakkundigheid is mindblowing. De vachten van dieren, de blaadjes aan de bomen en zelfs de diepte van de zee zijn nauwelijks van echt te onderscheiden door de hoeveelheid details. Bij een gemiddeld vloerkleed wordt de draad van links naar rechts geweven in hele banen. Maar om de ontwerpen van de kunstenaars zo gedetailleerd mogelijk om te kunnen zetten in garen, werden er verschillende technieken en bindingen gebruikt die ontzettend tijdrovend zijn. Het realiseren van een wandkleed zoals deze in de tentoonstelling kost dan ook gemiddeld zo’n zes tot tien jaar! Sommige ontwerpen leken haast onmogelijk ooit te realiseren, zoals dat van bekende Spaanse kunstenaar en rokkenjager Pablo Picasso. In 1937 toonde hij bij de ateliers van Aubusson een papieren collage als ontwerp voor een wandkleed. Helaas bleek de complexiteit van dit monumentale werk vooralsnog niet uitvoerbaar en verdween het op de plank. Daar bleef het ontwerp enige tijd liggen, tot een grote overzichtstentoonstelling van Picasso in 1967 in Parijs. Toen werd het ontwerp opgemerkt door de toenmalige Franse minister van Cultuur, André Malraux, die de opdracht gaf aan Manufacture des Gobelins deze papieren collage alsnog om te zetten in een kleed. Drie jaar later worden er twee weefstalen aan Picasso gepresenteerd, een in kleur en een in zwart-wit. Hij was zo onder de indruk van de kwaliteit van de wevers dat hij besloot zowel de kleur- als de zwart-wit versie in een enorm formaat te laten realiseren. Helaas heeft Picasso de voltooide versies nooit kunnen bekijken, maar we weten haast zeker dat het een jaw drop zou hebben opgeleverd. Wat is het een prachtig werk geworden, waar je de complexiteit en skills van de wevers zeker aan afziet. De gekleurde versie hangt in de tentoonstelling, dus oordeel zelf.

Sonia Delaunay, 'Panel 1954', 1999–2000, Collection Mobilier national, © Pracusa, foto: Isabelle Bideau
Louise Bourgeois, 'Saint Sebastiana', 1995–1997, Collection Mobilier national © The Easton Foundation, c/o Pictoright Amsterdam 2019, foto: Isabelle Bideau
Sonia Delaunay, 'Panel 1954', 1999–2000, Collection Mobilier national, © Pracusa, foto: Isabelle Bideau
Louise Bourgeois, 'Saint Sebastiana', 1995–1997, Collection Mobilier national © The Easton Foundation, c/o Pictoright Amsterdam 2019, foto: Isabelle Bideau

Naast oog voor uitzonderlijke weeftechniek, wordt in deze expositie ook veel aandacht gegeven aan kleur. Bij veel tapijten is de kleur optisch. Dat betekent dat als je de kleur groen wilt hebben, er blauw en geel in een binding gebruikt wordt om zo voor ons oog groen te creëren. Omdat wandkleden gemaakt worden naar ontwerpen van kunstenaars en er niet van links naar rechts geweven kan worden, is optisch kleuren geen optie. Dat zou bovendien nooit genoeg detail bieden. De garen zijn dus geverfd door een team van specialisten. Dit proces is in de expositie samengevat in een korte documentaire waarin je ziet hoe met ongelofelijke passie en oog voor detail de garen, uiteraard ook met de hand, geverfd worden in de juiste kleurtoon. Dat kleur veel uitmaakt, is direct te zien in de wandkleden van Sonia Delaunay en Yaacov Agam die naast de ‘filmzaal’ hangen. Beide kunstenaars hielden zich bezig met kleur en melodie en wilden met hun kleurencomposities als het ware klanken creëren. Dus bij het gebruik van de foute kleur kon de bedoelde compositie van Bach ineens klinken als een zomerhit van Frans Bauer (of andersom). Zo zie je dat elk deel van een wandkleed belangrijk kan zijn voor de boodschap die het moet overbrengen, van de kleur tot het materiaal tot het detail. Door de precisie en liefde waarmee de kleden gemaakt zijn, beleef je in een middagje in de Kunsthal een heel album aan symfonieën.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
30 - 45 minuten
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Het is leuk om voordat je de expositie bezoekt wat meer kennis op te doen van weven en het maken van wandtapijten. Bekijk hiervoor de korte documentaire (negen minuten) over Manufacture des Gobelins hier.

De tentoonstelling ‘Extra Large’ is nog t/m 3 januari 2021 te zien in de Kunsthal Rotterdam.

Meer informatie