Wouter Maas 22 juli 2021

GO | NO GO #299: Geen cijfers maar stemmen: het slavernijverleden in tien verhalen

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Deze keer waren we in het Rijksmuseum voor de tentoonstelling ‘Slavernij’.

Elk algemeen geschiedenisboek kan je vertellen dat slavernij zo oud is als de mensheid. De praktijk kwam voor in Babylon, in het oude Egypte, en bij de Grieken en Romeinen speelden tot slaaf gemaakten een belangrijke rol in de maatschappij. Bidden richting een enkele god maakte ook weinig uit. Slavernij komt veelvuldig voor in de Thora, Jezus maakte met zijn filosofie deze oude wetten niet overbodig en heeft niets over slavernij als bestaande praktijk gemeld, en hoewel de Koran aanzet tot het bevrijden van mensen uit de slavernij, werden er tussen de zevende en twintigste eeuw door de Arabische slavenhandel miljoenen mensen verhandeld. Met de ontdekkingsreizen en het bezetten van overzeese gebieden door Europeanen vanaf de zestiende eeuw begon de trans-Atlantische slavenhandel. In een periode van ruim 300 jaar werden meer dan 12 miljoen mensen tot slaaf gemaakt, van hun thuis weggerukt, en verplaatst naar andere continenten om onbetaalde arbeid te verrichten. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden speelde hier een aanzienlijke rol in. Een rol die ook nog eens zo lucratief bleek dat het heeft bijgedragen aan de rijkdom van een periode die vaak wordt aangeduid als ‘gouden eeuw.’ Maar lang niet voor iedereen was deze periode zo goud. Niet elke culturele instelling gebruikt de term dan ook nog, iets dat getuigt van groeiend inzicht en van zelfreflectie.

Jacob Coeman, Surapati en een tot slaaf gemaakte bediende naast de familie Cnoll, 1665 Rijksmuseum

Er is dus een groeiend bewustzijn voor de kanten van de Nederlandse geschiedenis die niet het grote succesverhaal van geld, macht en artistieke hoogstanden vertellen. En een van de lelijkste kanten laat Slavernij in het Rijksmuseum zien. In de tentoonstelling maak je kennis met 10 mensen die op een bepaalde manier betrokken zijn geweest met dit onderdeel van – en dit werd mij als witte Nederlander erg duidelijk – ónze geschiedenis. Niet alleen schilderijen, tekeningen, sculpturen en archiefstukken vertellen de verhalen in Slavernij, de tentoonstelling gaat verder de diepte in door muziek, gedichten en mondelinge verhalen. Daarbij is de audiotour een integraal onderdeel van de tentoonstelling, elk historisch persoon krijgt letterlijk een stem.

Dirk Valkenburg, Plantage van Jonas Witsen, waarschijnlijk Palemenribo. 1707 Rijksmuseum. Aankoop 1962
Anoniem, 'Tot slaaf gemaakte mannen graven trenzen', ca. 1850 Rijksmuseum, aankoop met steun van het Johan Huizinga Fonds/Rijksmuseum Fonds
Dirk Valkenburg, Plantage van Jonas Witsen, waarschijnlijk Palemenribo. 1707 Rijksmuseum. Aankoop 1962
Anoniem, 'Tot slaaf gemaakte mannen graven trenzen', ca. 1850 Rijksmuseum, aankoop met steun van het Johan Huizinga Fonds/Rijksmuseum Fonds

We hebben ruim een jaar achter de rug waarin ‘de cijfers’ elke keuze, regel en handeling voor het collectief bepaalden. Bij Slavernij gaat het juist om individuele verhalen van mensen die te maken hebben gehad met het systeem van onderdrukking. De geschiedenis gaat leven, zeker omdat het onmogelijk is om zonder emoties door de zalen te lopen. Een verslag uit 1707 ligt open op de eerste pagina: het is verhoor van Wally, een tot slaaf gemaakte die werkte op de suikerplantage Palmeneribo in Suriname. Het gaat over gebeurtenissen die tot verzet hebben geleid tegen de slavenhouder Christiaan Westphael: door hem afgemaakte varkens en kippen, ingetrokken vrije dagen, vrijheidsbeperkingen, en uiteindelijk het slopen van een korjaal (open bootje) van Mingo, de broer van Wally, zodat hij zijn vrouw niet meer kon bezoeken die op een andere plantage werkte. Uitkomst: levende verbranding, en natuurlijk niet van Westphael. Het lot van Wally is verschrikkelijk, en dat voel je des te harder door de stem van de Surinaams-Nederlandse kickbokser Remy Bonjasky in de audiotour. Van de plantage kun je je een voorstelling maken door tekeningen, schilderijen, de aquarel Tot slaaf gemaakte mannen graven trenzen (anoniem, c. 1850), samen met grote kapmessen (1800-50) midden in de zaal. Bijzonder is ook het schilderij (1708) van Dirk Valkenburg, waarop een feest van tot slaaf gemaakte mensen te zien is, dat één keer per jaar werd toegestaan. Muziek, dans, en het belijden van de eigen religie stonden centraal die dag. Het is een verbeelding van eigen identiteit die slavenhandelaren en -houders er ondanks al het geweld tegen de tot slaaf gemaakte mensen niet uitkregen.

Tentoonstelling Slavernij, Foto: Rijksmuseum

Oopjen. Alweer. Ze is binnen een paar jaar uitgegroeid tot dé postergirl van het Rijksmuseum, €160 miljoen well spent dus. In Slavernij wordt verteld hoe haar eerste echtgenoot, Marten Soolmans, zijn rijkdom te danken had aan de suikerhandel en zo betrokken was bij het slavernijsysteem. Als hij sterft trouwt ze met Maerten Daey, een militair die jaren in Nederlands-Brazilië heeft gediend en dit systeem van dichtbij mee heeft kunnen maken. Hóe dichtbij is te lezen in de notulen van de kerkraad in Praíba (1635), waaruit blijkt dat Daey de tot slaaf gemaakte Francisca heeft mishandeld en verkracht. Later krijgt ze een dochter die de naam Elunam krijgt. Ook het verhaal van de welgestelde Oopjen vertelt dus, door haar beide echtgenoten, van het slavernijverleden in Nederland. Daarbij gezegd, ze is als welgestelde Nederlander in de zeventiende eeuw daar verre van uniek in, en je kan je afvragen hoeveel portretten uit de zeventiende eeuw in het Rijksmuseum ook zo’n verhaal in zich dragen. Hetzelfde geldt voor de collectie van het museum zelf: welke rol heeft de Nederlandse slavernij gespeeld bij de totstandkoming van deze verzameling? Een voorbeeld is de Doos met voorstelling van de handel in ivoor, goud en mensen door de West-indische Compagnie (Jean Saint, 1749), aangeboden aan stadhouder Willem IV. Verteld wordt dat dit symbool staat voor alle rijkdom die is vergaard door koloniale expansie, en dus ook slavernij. Staat het dan niet tegelijkertijd symbool voor alle objecten in het Rijksmuseum die dankzij dit systeem daar terecht zijn gekomen? Slavernij roept moeilijke vragen op, maar belangrijker is dat voor het eerst dit stuk van de Nederlandse geschiedenis wordt behandeld in het Rijksmuseum. Daar is het tenslotte ons nationaal museum van kunst én geschiedenis voor.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
75 - 90 minuten
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Op Netflix staat de geweldige vierdelige documentaire High on the Hog: How African American Cuisine Transformed America. Hierin verkent Stephen Satterfield de geschiedenis van de Afrikaans-Amerikaanse keuken, waarin de trans-Atlantische slavenhandel een grote rol heeft. Nog meer weten? Lees dan het bekende werk Wij slaven van Suriname van Anton de Kom, dat vertelt over de geschiedenis van Suriname, en over de nasleep van het Nederlandse slavernijsysteem. In Amsterdam kan je bovendien de Black Heritage Tour doen, over hoe Afrikaans erfgoed terug te zien is in de hoofdstad. Daarna kun je verder bladeren in de Gids slavernijverleden Nederland, die 100 plekken in Nederland behandelt die met slavernij te maken hebben. 

De tentoonstelling ‘Slavernij’ is nog t/m 29 augustus 2021 te zien in het Rijksmuseum.

Meer informatie