Hanna de Vos 02 mei 2023

GO | NO GO #350: Bockbaert, Slempop en de Bentvueghels

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Onze redacteur Hanna de Vos ging naar het Centraal Museum in Utrecht voor ‘De Bentvueghels – een berucht kunstgenootschap in Rome’.

Waar denk je aan bij het horen van bijnamen als Ratel, Fret, Krabbetje en Afdruk? Dit zijn geen bandieten uit een Suske en Wiskeboek, maar leden van het zeventiende-eeuwse kunstenaarsgenootschap ‘De Bentvueghels’. Letterlijke betekenis: een bende vrije vogels. Die vogels waren Nederlandse schilders die naar Rome migreerden om zich daar te omringen door pizza, pasta, en vooral paintings. Als Hollanders in een vreemd land verenigden ze zich tussen 1620 en 1720 met elkaar. Met hun feestjes, ontgroeningsrituelen en clubliedjes zetten ze zich af tegen het strenge en conservatieve Sint-Lucasgilde en de katholieke kerk. De Bentvueghels stonden erom bekend wel van een drankje te houden en af en toe wat tipsy graffiti achter te laten – zo is te zien op schilderijen van hun bijeenkomsten. Toch was hun belangrijkste verbindingsfactor hun liefde voor de schilderkunst. Samen lieten de Bentleden zich vooral inspireren door de overvloed aan kunstschatten in Rome en omgeving.

detail van Pieter van Laer, beetnam Bamboccio, 'De Bentvueghels in een Romeinse herberg', collectie Staatliche Museen zu Berlin

In de tentoonstelling De Bentvueghels – een berucht kunstgenootschap in Rome brengt het Centraal Museum niet alleen de schilderijen, tekeningen en prenten van de Bentvueghels bij elkaar, maar ook hun inspiratiebronnen. Denk bijvoorbeeld aan gipsen afgietsels van Griekse en Romeinse beelden die de Bentvueghels urenlang na moeten hebben getekend als oefening. Kunstenaars als Samuel van Hoogstraaten, Jan Asselijn, Cornelis Bloemaert en Jan Both mochten zich lid van de Bentvueghels noemen en zijn ook in de tentoonstelling van de partij. Van prachtige Italiaanse landschappen tot religieuze scènes of dronken taferelen: de kunstwerken die in de tentoonstelling te zien zijn, zijn net zo uiteenlopend als de vele Bentleden zelf.

Zaalopname, 'De Bentvueghels', Centraal Museum, Utrecht, foto: Mike Bink
Zaalopname, 'De Bentvueghels', Centraal Museum, Utrecht, foto: Mike Bink
Zaalopname, 'De Bentvueghels', Centraal Museum, Utrecht, foto: Mike Bink
Zaalopname, 'De Bentvueghels', Centraal Museum, Utrecht, foto: Mike Bink

Natuurlijk kennen we allemaal wel de verhalen over de studentenverenigingen van nu, van ontgroeningshorror tot horecagelegenheden die in een nacht worden verbouwd. Laatst nog waren de arme Vindicat-ganzen uitgebreid in het nieuws – vergis je niet, dat is geen bijnaam voor bleue eerstejaarsstudenten in Groningen, maar gaat om twee angstige ganzen die uit een studentenhuis gered moesten worden nadat ze daar ‘voor de grap’ waren achtergelaten. De connectie tussen dat soort verhalen en een genootschap als de Bentvueghels maakt het Centraal Museum ook. Het zullen waarschijnlijk op hun tijd ook ontzettend vervelende mannetjes zijn geweest. Bij het horen van hun bijnamen – zoals Ascanius, Heremyt, Slempop en Bockbaert – denk je zo naar een aflevering van Feuten te kijken. De vereniging had geen statuten noch ledenlijsten, maar uit de kunstwerken die de leden maakten, is al een hoop op te maken over de gang van zaken bij de Bentvueghels. Neem bijvoorbeeld een schilderij als De inwijding van een nieuw lid van de Bentvueghels te Rome (ca. 1660) van Willem Doudijns. Aan het toetreden als nieuw lid ging namelijk een heel ontgroeningsritueel vooraf. Op dit schilderij zijn de Bentvueghels verbeeld in weelderige gewaden voor een tableau vivant, oftewel een levend schilderij, van Bacchus, Venus en Cupido. Het nieuwe lid wordt voorgedragen aan de zogenoemde Veldpaap, die hem, met een laurierkrans op zijn hoofd, eens kritisch bekijkt. In zijn rechterhand houdt hij een bentbrief. Wanneer je die in handen kreeg, mocht je je een echte Bentvueghel noemen.

Willem Doudijns (toegeschreven aan), 'Inwijding van een nieuw lid van de Bentvueghels te Rome', ca. 1660, Collectie Rijksmuseum, Amsterdam
Anton Goubau, 'De studie van de kunst in Rome', 1662 Collectie KMSKA - Vlaamse Gemeenschap, foto: Hugo Maertens

De kunstenaars die zich aansloten bij de Bentvueghels lieten zich flink inspireren door Italiaanse landschappen, stadsgezichten en kunstwerken en dit komt ook in de vormgeving van de tentoonstelling terug. Bijna alleen hierom is ‘De Bentvueghels’ al een bezoekje waard. Gelukkig stellen de daadwerkelijke kunstwerken ook zeker niet teleur. Hoogtepunt zijn de zogenoemde Italianisanten: Nederlandse kunstenaars die het Italiaanse landschap als muze namen. Binnen de Bentvueghels waren dit bijvoorbeeld Jan Both, Cornelis van Poelenburch en Jan Baptist Weenix. De tentoonstelling barst van de prachtige Italiaanse (fantasie)landschappen met idyllische bergweggetjes die langs oude Romeinse ruïnes voeren. Het licht op de achtergrond krijgt door een ondergaande zon de kleur van sinaasappels, terwijl reizigers op de voorgrond uitrusten in de schaduw van een boom met minutieus geschilderde blaadjes. Je kunt de geur van verse tomatensaus en pizzadeeg die uit een vallei in de verte omhoog moet stijgen, bijna ruiken. Geen wonder dat de Bentvueghels het zo naar hun zin hadden in Rome: je krijgt van hun schilderijen spontaan zin in een goede oude Grand Tour door Italia.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
90 minuten
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Zin in a night at the museum? Op 11 mei organiseert het Centraal Museum samen met Queer in Wonderland een van hun Centraal Laat-avonden, dit keer in het teken van de Bentvueghels. Met muziek, optredens en workshops worden de zeventiende-eeuwse Bentvueghels in een modern jasje gestoken.

De tentoonstelling ‘De Bentvueghels: een berucht kunstgenootschap in Rome’ is nog tot en met 4 juni 2023 te zien in het Centraal Museum in Utrecht.

Meer informatie