Op het eerste gezicht lijkt alles vredig. Als je nu binnenloopt in de uitgestrekte witte ruimte van museum De Pont, zie je een paar kleurrijke schilderijen, een glimmend houten kastje en een verdwaald kinderbed. Op een van de eerste schilderijen staat een jong stel met een bosje bloemen. Op hun gezicht zoek ik naar iets wat bij hen zou passen – een verwachtingsvolle blik, dronken van hun jonge verliefdheid? Maar hun gezichten zijn grijs, en hun grimassen scheef en vlak. Het titelbordje is een paar meter verderop gehangen, en pas wanneer ik deze lees, begrijp ik waarom: Los suicidas del Sisga No 2 (The Suicides of Sisga No. 2.). Plotseling zijn het witte licht en de kleurrijke schilderijen niet langer vredig, maar een façade waar iets duisters achter schuilgaat.
GO | NO GO #393: Wat vertelt een gebaar?
Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Onze redacteur Laura Korvinus bezocht de tentoonstelling van Beatriz González in De Pont in Tilburg.
Toen de Colombiaanse kunstenaar Beatriz González (1932) begon met schilderen, wilde ze aanvankelijk klassieke beelden uit de westerse kunstgeschiedenis herinterpreteren. Zo schilderde ze bijvoorbeeld de serie Lacemakers, geïnspireerd door het kleurenpalet van Vermeers De kantwerkster uit 1669-1670. Ook beeldde ze graag op een kritische maar humoristische manier de corrupte politiek van Colombia af, door bijvoorbeeld nieuwsfoto’s van uitgedoste presidentsfeestjes te schilderen. Totdat in 1985 het doek viel. Gewapende guerrillastrijders bezetten het Paleis van Justitie in Bogota en gijzelden en vermoordden rechters en werknemers. González zag naar eigen zeggen ‘rechtvaardigheid in vlammen opgaan.’ Vanaf dat moment richtte haar kunst zich op urgente thema’s die spelen in Colombia: drugscriminaliteit, guerillageweld en vooral een eindeloze stroom aan slachtoffers.
González’ tentoonstelling in De Pont vormt een prachtige maar hartverscheurende reis langs verschuivingen in het oeuvre van Gonzalez. In haar donkerste schilderijen is de menselijke huid geschilderd in een soort aubergine-paars dat bijna niet te onderscheiden is van de achtergrond, of in een ziekelijk azuurblauw, een kleur die van de doeken af springt en tegelijk kil en levenloos oogt. Maar hoewel de zwaarte steeds meer toeneemt naarmate je verder de tentoonstelling binnendringt, blijft de rode draad hetzelfde: González’ fascinatie voor fotojournalistiek en mediabeelden. Wat vertellen deze beelden ons over een gebeurtenis, en wat blijft ongezien? González hergebruikt vooral beelden die iets uitdrukken dat verder gaat dan een specifieke gebeurtenis. In haar kunstwerken blijven alleen contouren van figuren over, en worden er maar weinig gezichten afgebeeld. De houdingen van mensen vertellen het verhaal. Zo word je in de zaal die de titel Rouw draagt, omgeven door figuren die hun handen voor hun gezicht slaan. Het gebaar is simpel, maar de kracht waarmee het een universeel gevoel van verdriet en machteloosheid uitdrukt, boort een gat door je ziel. Niet voor niets is een favoriete uitspraak van González: ‘Kunst vertelt wat de geschiedenis niet kan vertellen.’
Ook in het tentoonstellingsontwerp maakt een klein gebaar een grote indruk. Bijna nergens hangen de titelbordjes direct naast de werken, maar steeds een paar meter verderop. Dit zorgt ervoor dat je de schilderijen eerst ziet, en ze pas later echt begrijpt. González noemt zichzelf een kritische kunstenaar, geen politieke – in haar werken zit de kracht in de schoonheid van tragedie. Wat die tragedie precies inhoudt, wordt vaak pas uit de doeken gedaan in de titels, die volgens González intrinsiek onderdeel zijn van de kunstwerken. Ze speelt een spel met kleuren, gebaren én woorden. Niets is wat het in eerste instantie lijkt; de scheidslijnen tussen goed en kwaad, oorlog en vrede zijn troebel. Toch ontstaat er in dat spanningsveld plek voor reflectie. Ik kan de associaties met de slachtoffers van de genocide in Gaza, de bombardementen in Libanon en de oorlogen van de afgelopen jaren niet onderdrukken, en ik voel dat het verdriet hierover zich in mijn lichaam heeft genesteld. Vooral in een tijd waarin we overspoeld worden met beelden van geweld die – tot mijn grote vrees – tot onverschilligheid kunnen leiden, biedt het werk van González juist ruimte. Ruimte voor verdriet over de gewelddadige werkelijkheid van onze wereld, en ruimte om stil te staan bij de slachtoffers van toen en van nu.
Zelf bezoeken?
Deze winter verschijnt na bijna 70 jaar de boekverfilming van het beroemde boek Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel García Márquez. Dit familie-epos vertelt een verhaal vol magische gebeurtenissen die het lot van meerdere generaties in een Colombiaanse familie bepalen, waarin tragedie hen niet wordt bespaard. De trailer belooft een sprookjesachtige ervaring, wat na of voor de tentoonstelling van González ongetwijfeld voor een bijzonder perspectief zorgt.
coverbeeld: Beatriz González, ‘Ríos de Sangre’, 1992, foto:Andrés Matute Echeverri