Een zinvol leven, wat is dat eigenlijk? En hoe leef je het? Dat zijn geen eenvoudige vragen. Lange tijd vertrouwden mensen voor zingeving op de kerk. In de tijd van Helene Kröller-Müller (1869-1939) – grondlegger van het Kröller-Müller Museum – was dat zéker nog het geval. Maar zij was anders. Als vijftienjarig meisje las zij al grote Duitse schrijvers als Lessing en Goethe, die opriepen tot zelfstandig nadenken. Daardoor was ze erg gaan twijfelen aan haar geloof en ontstond meteen de vraag hoe ze haar leven dán betekenis moest geven, zo zonder God? Bestonden er misschien nog andere vormen van spiritualiteit?
GO | NO GO #395: Als je maar goed kijkt
Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Onze redacteur Maartje Knepper bezocht de tentoonstelling ‘Zoeken naar zingeving’ in het Kröller-Müller Museum in Otterlo.


De tentoonstelling Zoeken naar zingeving in het Kröller-Müller Museum gaat – al doet de titel anders vermoeden – niet eens zozeer over die zoektocht van Helene naar zingeving, als wel naar het vinden daarvan. Want, ja, er bleken inderdaad andere vormen van spiritualiteit te bestaan. Op 36-jarige leeftijd leerde ze door haar kunstadviseur H.P. Bremmer dat ook kunst een mystieke ervaring kan bieden. Bremmer had in het spinozisme – gebaseerd op de ideeën van de zeventiende-eeuwse filosoof Spinoza – via kunst zelfs de ‘sleutel tot de wereld van de ziel’ gevonden. Emotie speelde daarbij een belangrijke rol. Niet de achtergrond, context of zelfs de voorstelling van een kunstwerk deed ertoe, maar wat je erbij voelde. Als je écht goed naar een werk keek, erin opging als het ware, dan kon je als beschouwer gewaarworden wat de kunstenaar beleefde toen hij het schilderde en zo tot het ‘hogere’ in de kunst komen. Daar had Helene wel oren naar (en ik ook, trouwens). In de tentoonstelling duiken we in de kunstbeleving van de museumoprichter. Hoe vertaalt die zich in de getoonde werken en, belangrijker nog, kunnen wij ook zo leren kijken?

Écht goed naar kunst kijken, zoals H.P. Bremmer dat voorstond: hoe doe je dat? Dat was voor Helene aanvankelijk ook zeker niet eenvoudig. Je moest, vond Bremmer, in ieder geval je oordeel over het afgebeelde achterwege laten. Dat was iets wat je moest leren door het oog te oefenen. Helene begreep het toen ze het schilderij Mand met citroenen van Vincent van Gogh uit 1888 zag. Dat werk hangt hier in de tentoonstelling naast een houten Christuskop in een verder lege zaal. Helene kocht het toen ze in april 1912 samen met haar kunstadviseur in Parijs was om de beste Van Goghs te kopen die op dat moment op de markt waren. ‘Zo ziet de hemel eruit,’ zou Bremmer hebben geroepen toen hij het werk zag. Door aandachtig naar het schilderij te turen en zich echte citroenen naast die van Van Gogh voor te stellen, begreep Helene inééns wat hij bedoelde. Het ging er niet om of het fruit knap geschilderd was of niet; je moest je kunnen verplaatsen in het gemoed van de kunstenaar en dan zien, voelen, ervaren dat er iets hogers schuilt in die ‘symfonie van geel’. Iets waar wij, zo lezen we in een citaat van Kröller-Müller op de muur boven het werk, ‘telkens weer ontzag voor moeten hebben.’ Pfoe, dat is niet mis. Die openbaring zorgde er in elk geval voor dat Helene voortaan alleen nog maar werken kocht die écht iets te vertellen hebben en waarin je – als je er voor openstaat en de tijd neemt – een zekere spirituele diepgang kunt ontwaren. Bij dat laatste helpt de vormgeving van de tentoonstelling in elk geval enorm. In de zalen zijn hier en daar hoge doorzichtige wanden geplaatst, als een soort kamertjes waarin je op houten banken een beetje afgeschermd wat langer naar een werk kunt kijken.


De tentoonstelling vertelt behalve over de kunstbeleving van Helene Kröller-Müller ook over verschillende kunstenaars die zich bezighielden met spiritualiteit en filosofie, of – in de woorden van de verzamelaar – ‘wiens ziel te zeer sprekend in hen was.’ Dat is een zeer diverse groep van wie uitsluitend werk uit de collectie van het museum zelf te zien is. Zo hangt er een mooi abstract werkje van Bart van der Leck (1876-1958), maar ook een naakt van Jan Sluijters (1881-1957) en zijn er schilderijen van Odilon Redon (1840-1916). Veel werken hebben een duidelijk christelijk thema, zoals de madonna van symbolist William Degouve de Nuncques (1867-1935) en het – overigens pas veel later aangekochte – beeld Rebecca van Ossip Zadkine (1888-1967). Maar er hangt ook werk van kunstenaars die heel andere filosofieën aanhingen, zoals Piet Mondriaan (theosofie) en Charley Toorop (antroposofie). Van Nam June Paik (1932-2006) wordt een film vertoond waarop niets anders te zien is dan wat vlekken en krassen in een rechthoek van wit licht: helemaal zen, net als Paik zelf. Op tekstborden naast de werken staat informatie over de kunstenaar of diens gedachtegoed en dat is heus wel interessant, maar het lezen ervan haalt je wel uit je concentratie. Veel geslaagder is in dat opzicht de audiotour die filosofe Désanne van Brederode maakte bij zeven kunstwerken, waarin de sprekers vertellen wat ze opmerken en wat ze daarbij voelen. En – nóg leuker – dat deed ze dus ook met haar buurmeisjes. In de Orgelklanken van Jan Toorop (1858-1928) zien zij ‘een geest’, ‘of nee, een man die piano speelt’. ‘Het is niet zomaar een poppetje. Hier heeft iemand echt nagedacht en zijn best gedaan’. En Compositie 10 van Piet Mondriaan (1872-1944), een ellipsvormig wit doek met horizontale en verticale streepjes, geeft ze ‘een heel gelukkig gevoel’. ‘Knijp je ogen maar eens dicht,’ moedigt een van de meisjes ons aan. Zij ziet dan zelfs kleuren: ‘lichtpaars bovenin, en daaronder wat blauwig.’ En verrek, nou zie ik het ook! Hadden Bremmer en Helene het toch bij het juiste eind: als je maar goed kijkt.
Zelf bezoeken?
Die Helene Kröller-Müller, dat was dus een behoorlijk indrukwekkende vrouw. Haar weergaloze privécollectie, die ze met behulp van adviseur H.P. Bremmer bij elkaar sprokkelde, omvatte werken van de grootste kunstenaars, waaronder Pablo Picasso, George Seurat en, uiteraard, Vincent van Gogh. In haar (zeer omvangrijke) biografie De eeuwigheid verzameld vertelt Eva Rovers het levensverhaal van de van oorsprong Duitse verzamelaar en is daarin niet bang om ook haar andere – minder fraaie – kant te belichten. Juicy!
coverbeeld: Odilon Redon, ‘Le Sacré Coeur (Le Boudha)’, circa 1906