Girlhood. Girl dinner. Girl math. Deze hashtags zijn vast eens voorbij gekomen op je Instagram of Tiktok-pagina. Meisjes-trends zijn populair. Met Barbie, Taylor Swift en Sabrina Carpenter als boegbeelden wordt de meisjescultuur omarmd en komen de roze jurken, haarspeldjes en strikjes massaal uit de kast. Zo ook in de tentoonstelling I Hit You With a Flower – Suikerzoete kunst met een bite in het Stedelijk Museum Schiedam. Onder de noemer van ‘meisjeskunst’ vieren ruim twintig internationale kunstenaars met tekeningen, aquarellen, sculpturen en textielwerken de zachte en zoete vrouwelijke esthetiek. Een tuttige tentoonstelling vol pastelkleuren, bloemetjes, glitters en tierelantijntjes – met een vleugje verzet.
GO | NO GO #396: Meisjeskunst
Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Onze redacteur Amber van As bezocht de tentoonstelling ‘I Hit You With Flower – Suikerzoete kunst met een bite’ in het Stedelijk Museum Schiedam.




‘Meisjeskunst’ wordt in deze tentoonstelling expliciet als geuzennaam gebruikt. Enkele decennia geleden was het nog een belediging. En eerlijk gezegd is dat nu nog steeds vaak het geval. De stijlen en technieken van de tentoongestelde kunstenaars worden door hun schattige, kinderlijke of huiselijke karakter vaak als minderwaardig beschouwd ten opzichte van zogenaamd mannelijke minimalistische en moderne kunst. Neem het werk van Lily van der Stokker (1954), die sinds de jaren tachtig al een pionier in het genre meisjeskunst is. Bij binnenkomst in de tentoonstelling loop je meteen tegen haar Retro Kitchen (2022) aan: een keukenblok van karton versierd met kleurrijk bloemenpatroon en pastelblauwe pannen op het aanrecht. Een magische keuken waar menig kind mee zou willen spelen. Verderop in de ruimte staan Barbapappa-achtige sculpturen van Jakob Lena Knebl (1970) in glanzend geel, groen en roze, met vrouwelijke rondingen en blokhakken. Als kleurrijke figuurtjes uit een tekenfilm. Waarom kiezen kunstenaars als Knebl en Van der Stokker voor zo’n typisch vrouwelijke of meisjesachtige beeldtaal? Zijn de bloemen, hartjes en pastelkleuren alleen maar speels en zoet, of zit er meer achter?

Van de bloemenlampen met pumps van Anna Aagaard Jensen (1990) tot rococoachtige vulva-aquarellen van Béatrice Lussol (1970): de kunstwerken in I Hit You with a Flower zijn werkelijk oogstrelend. Maar de tentoonstelling gaat verder dan alleen esthetisch genot. Kunstenaars van verschillende genders en generaties zetten de meisjesachtige beeldtaal en technieken namelijk in als middel van verzet. Zo pleit Knebl met haar sculpturen voor een breder schoonheidsideaal door ronde vrouwelijke vormen uit te vergroten. Vera Gulikers (1991) maakt in haar sculpturen vaak gebruik van zoete kleuren als babyroze en pastelgroen. Zo ook in Rest, Routine, Cleanliness (Moppie), een mop die is omgetoverd tot een lolly-achtig kunstwerk. Voor Gulikers zijn kleuren een vorm van protest; toen een mannelijke docent op de kunstacademie haar kleurgebruik afkeurde en zei dat hij er een vieze smaak van in zijn mond kreeg, besloot Gulikers er juist mee door te gaan. Ook Lily van der Stokker en Kinke Kooi (1961) kregen kritiek op hun vormentaal vanuit de door mannen gedomineerde kunstwereld. Maar hun vrouwelijke stijl loslaten? Zeker niet. Van Kooi zijn prachtige tekeningen te zien, zoals het drieluik Visit (2019), vol sierlijke details als bloemen, planten, dieren en parels. Wie goed kijkt, vindt verborgen kleine huiskamertjes waar je haast even in wil kruipen, en met potlood geschreven teksten als ‘Love is a wonderful thing’ en ‘All of my kindness mistaken for weakness’. Zo symboliseert Kooi de gastvrijheid en kwetsbaarheid van de vrouwelijke binnenwereld. De bloem, die doorgaans wordt geassocieerd met zachtheid, krijgt in de tentoonstelling echter ook een andere betekenis. Dit blijkt al uit de titel van de tentoonstelling – I Hit You With a Flower – geïnspireerd op de video-installatie Ever Is All Over (1997) van de Zwitserse kunstenaar Pipilotti Rist (1962). In deze video loopt een vrouw in een blauwe jurk en rode hakken (een leuke knipoog naar Dorothy uit The Wizard of Oz) over straat met een enorme bloem in haar hand, waarmee ze vol plezier de ruiten van geparkeerde auto’s inslaat. Een bloem, en daarmee vrouwelijkheid, is zo zachtaardig nog niet.

Het is jammer dat de video van Pipilotti Rist, een sleutelfiguur in de meisjeskunst, pas aan het einde van de tentoonstelling wordt getoond, verstopt op zolder. Haar werk is een belangrijke inspiratiebron voor de kunstenaars in de tentoonstelling, die dezelfde vrouwelijke symbolen en kleuren gebruiken om maatschappelijke normen en genderrollen uit te dagen. Door dit werk eerder te tonen, zou de term ‘meisjeskunst’ meer diepgang en context krijgen. Ook het werk van Sarah Tritz (1980), dat op zolder staat, had een betere presentatie verdiend. Haar kunstwerken in de vorm van kinderspeelgoed bevatten volgens de zaaltekst culturele en politieke verwijzingen. Maar welke dat precies zijn, blijft een vraagteken. Zo is het soms zoeken naar een roze draad in de tentoonstelling. Daar staat tegenover dat de oude Regentenkamer op de begane grond van het museum, gevestigd in een voormalig gasthuis, passend is benut. De ruimte is onderdeel van de tentoonstelling en speciaal omgetoverd tot boudoir: een achttiende-eeuwse kamer waar dames zich konden terugtrekken voor persoonlijke verzorging en ontspanning. Het vrouwelijk lichaam staat ook nu in het zonnetje. De ruimte staat vol met tafeltjes, vazen, spiegels, lampen en kaarsen die zijn gedecoreerd met vulva’s, van kunstenaars als Zoe Williams (1983) en Alan Hernández (1992). Zij leggen letterlijk en figuurlijk de vrouwelijke binnenwereld bloot door lichaamsdelen te kleien of borduren. Bij het borduurwerk Coraza (2019) van Hernández, hangend aan het plafond en gemaakt van panty’s, loop je bijna tegen twee uitgestrekte tepels aan. En op het rijkelijk versierde keramieken tafeltje van Williams ligt een zwarte dildo, weliswaar van obsidiaan – een object dat het taboe rond vrouwelijke seksualiteit juist op speelse wijze doorbreekt. Zo hullen de kunstenaars in I Hit You With a Flower activisme in een zacht, zoet of roze jasje.
Zelf bezoeken?
Krijg je geen genoeg van meisjeskunst? Bezoek dan de (eerste!) solotentoonstelling van Vera Gulikers (1991) in Museum Beelden aan Zee in Den Haag. Daar zijn meer van haar sculpturen en schilderijen te zien waarin ze vrouwelijkheid en schoonheidsidealen onderzoekt. Ook Ana Agaard Jensen (1990) heeft haar eerste museale solotentoonstelling. In het Centraal Museum in Utrecht staan de gekke vrouwelijke objecten van Jensen naast werken van kunstenaars als Sheila Hicks en Audrey Flack uit de museumcollectie.
coverbeeld:Mari Katayama, ‘Bystander 016’, 2016, Courtesy of the artist and Galerie Suzanne Tarasieve, Paris