Ik zal maar meteen met de deur in huis vallen. In een tijd waarin kunst en cultuur onder druk staan en in de politiek hevig worden wegbezuinigd, is het urgent om te blijven benadrukken dat kunst geen luxe(product) is. Kunst is namelijk niet slechts een ‘product’ dat wordt ontwikkeld in een kunstenaarsatelier, en daarna z’n weg vindt naar een verkopende partij of een presentatie-instelling, zoals het museum waar ik me onlangs bevond. Kunst is actief herinneren, verbeelden en ook voelen. Het is een manier om de wereld om ons heen kritisch te bekijken en in beweging te brengen. Het zijn precies deze overtuigingen die centraal staan in de tentoonstelling Kunst is een werkwoord in het Van Abbemuseum in Eindhoven. Hier worden vijf kleine solotentoonstellingen naast elkaar getoond met recent werk van vijf kunstenaars(collectieven), variërend van textielsculpturen en videowerken tot ruimtevullende, multimediale installaties.
GO | NO GO #397: Kunst is een werkwoord
Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Onze redacteur Roísín Douglas bezocht de tentoonstelling ‘Kunst is een werkwoord’ in het Van Abbemuseum in Eindhoven.

De tentoonstellingstitel doet me direct denken aan het – voor mij levensveranderende – boek All About Love (1999) van feminist en activist bell hooks. Hierin schrijft zij dat het woord ‘liefde’ meestal gedefinieerd wordt als een zelfstandig naamwoord. Zij pleit er echter voor dat we (elkaar) allemaal beter zouden liefhebben als we het als een werkwoord gebruikten. Stel, we gaan kunst als werkwoord gebruiken, zoals de tentoonstelling suggereert. Kan het ons dan ook helpen om het leven beter te begrijpen?


In de tentoonstelling kom je er al snel achter dat elke kunstenaar een eigen blik op de activerende kracht van kunst heeft. In een van de zalen staat in het IJslands op de muren gekalkt: ‘We willen de nieuwe grondwet zo snel mogelijk, bedankt!’. Er hangen neon-kleurige doeken aan de muur en banners, overblijfselen van protesten, liggen op de vloer. Ondertussen zorgt de draaiende discobal aan het plafond voor een feestelijke sfeer. Midden in de ruimte staat een scherm waar geluid uit schalt. Het zijn de 144 artikelen van de IJslandse grondwet, vertaald naar een waar muziekstuk door verschillende musici. Deze grondwet is sinds de goedkeuring ervan in 2012 nog steeds niet geïmplementeerd. Samen vormen de elementen het ruimtevullende installatieproject The Search of Magic – A Proposal for a New Constitution for the Republic of Iceland van Libia Castro (1970) en Ólafur Ólaffson (1973). Dit kunstwerk is nog lang niet “af”; door bijvoorbeeld diverse performances blijft het een work in progress, almaar actueel. Daarmee onderstreept de installatie de centrale vraag: waar blijft die grondwet al die jaren? Een andere kijk op activerende kunst vind je in de installatie van het Indonesische kunstenaarscollectief BKP. Die richt zich op het opeisen van de Inheemse status. Naast kleurrijk textielwerk, ligt in een vitrine het Adatrecht-boek (geschreven door een Nederlandse kolonisator) onder een laag aarde, zodat de organismen hierin het boek door het verloop van de tijd zullen laten ontbinden. Een symbolische genezing van de koloniale manier van denken. De vijf installaties in deze tentoonstelling zijn strikt gescheiden in aparte ruimtes, waardoor het moeilijk is om verbanden te leggen, hoewel die er ongetwijfeld zijn. Kunst is een werkwoord, maar dit is voor de gemiddelde museumbezoeker wel erg hard werken.

Een installatie die mijn aandacht niet losliet en nog dagen later rondzoemde in mijn herinnering, is het autobiografische textielwerk van de Peruaanse Cristina Flores Pescorán (1986). In haar monumentale Abrazar el Sol (Embracing the Sun) (2023-2024) verwerkt ze haar persoonlijke ervaring met huidkanker en de intensieve medische zorg die daarop volgde. De doeken, geweven volgens technieken van de Inheemse Chancay-cultuur, zijn door de tentoonstellingsruimte gedrapeerd en tonen subtiele schakeringen van roze. Overal in de stof zijn uitsparingen aangebracht, waardoor het licht een spel speelt met het textielweefsel en een gaasachtig effect ontstaat. De achtergrond van het werk wordt gevormd door fotografische beelden die het verfproces documenteren. Pescorán heeft de stof gekleurd met chicha morada (paarse maïs), een traditionele drank uit de Andes die in de Peruaanse cultuur bekendstaat om haar helende krachten. Zo krijgt het werk een rituele lading en wordt het een visuele vertaling van genezing en transformatie. De doeken lijken haast pleisters voor zieke lichamen, symbolen van een overgang van breekbaarheid naar herstel. Het herinnert eraan dat het leven niet altijd over rozen gaat en dwingt om stil te staan bij de kwetsbaarheid daarvan.
Zelf bezoeken?
Tijdens de duur van de tentoonstelling ontwikkelt het project Circuit of the Commons: The Right to Eindhoven door. Wil jij ook meepraten over hoe we samen kunnen bouwen aan de toekomst? Op zaterdag 8 maart komen kunstenaars, architecten, studenten en leden van La Casa Invisible samen, en gaan in gesprek over nieuwe manieren om naar onze steden te kijken. Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat je zowel architectonisch erfgoed, als gemeenschappen behoudt en versterkt in tijden van gentrificatie?
coverbeeld: Zaalopname ‘Kunst is een werkwoord’, foto: Cleo Goossens