Puck Gerkema 18 februari 2025

GO | NO GO #398: Japanse vrouwen achter de lens

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Deze keer was onze redacteur Puck Gerkema in het Fotomuseum Den Haag voor de expositie ‘I’m So Happy You Are Here. Japanse vrouwelijke fotografen van de jaren ‘50 tot nu.’ 

In de Japanse beeldcultuur komen vrouwen al eeuwenlang veelvuldig voor op schilderijen, prenten en houtsneden. Dames in schitterende kimono’s wandelen door bloeiende tuinen, geisha’s zitten ‘toevallig’ half aangekleed aan hun toilet, en meisjes kijken lieftallig de kijker aan. Ook in de westerse wereld zijn deze beelden populair. Toen in 1858 de internationale handel met het afgesloten eiland op gang kwam, leidde dit tot ‘Japonisme’ – een verzamelwoede van Japanse kunst, waar ook kunstenaars als Degas, Van Gogh en Mucha aan meededen. Omgekeerd zou de verbinding tussen Europa en Japan ook grote invloed op de Japanse kunstwereld hebben: het nieuwe medium fotografie werd gretig opgepakt. Maar waar mannen – door de vraag van het (inter)nationale publiek – veelal knappe dames op de gevoelige plaat bleven vastleggen, gingen vrouwen in de 20ste- en 21ste eeuw veel creatiever met de kunstvorm om. Wat voor beelden krijg je met vrouwen achter de camera in plaats van ervoor? Dit zie je terug in de expositie I’m So Happy You Are Here. Japanse vrouwelijke fotografen van de jaren ‘50 tot nu in het Fotomuseum Den Haag.

Watanabe Hitomi, 'Untitled', 1968–69; uit de serie 'Tōdai Zenkyōtō'. Courtesy: Zen Foto Gallery, Tokyo, en Aperture.
Nishimura Tamiko, 'Mitaka, Tokyo', 1978; uit de serie “Zoku(My Journey II)”. Courtesy: Zen Foto Gallery, Tokyo en Aperture.
Watanabe Hitomi, 'Untitled', 1968–69; uit de serie 'Tōdai Zenkyōtō'. Courtesy: Zen Foto Gallery, Tokyo, en Aperture.
Nishimura Tamiko, 'Mitaka, Tokyo', 1978; uit de serie “Zoku(My Journey II)”. Courtesy: Zen Foto Gallery, Tokyo en Aperture.

Hoewel Japan vanaf de negentiende eeuw een enorme transformatie onderging, veranderde de positie van de vrouw in deze patriarchale samenleving niet zo snel. Dat hield vrouwelijke fotografen niet tegen om een breed scala aan onderwerpen vast te leggen: de natuur, het alledaagse leven, gender, het verloop van de tijd, familie, en nog veel meer. De beelden op de expositie zijn hierdoor enorm divers. Wandelend door de zalen zie je serieuze zwart-witfoto’s van studentenprotesten in de jaren ’60, funky tienermeisjes uit de jaren ’90, en hedendaagse (zelf)portretten waarin de maker experimenteert met kleur en licht. Hier en daar vind je wat achtergrondinformatie over de tijdsperiode, belangrijke gebeurtenissen en terugkerende thema’s. Deze uitleg voelt wat summier; we krijgen van elke fotograaf wel een biografie, maar bij verschillende foto’s krijg ik het idee de culturele context te missen. Maar dit is een fotografietentoonstelling: de kracht hoort in de beelden te zitten. En die zijn op zichzelf ook sterk genoeg.

Yanagi Miwa, 'Elevator Girl, House 1F', 1997; uit de serie “Elevator Girl”. Courtesy de kunstenaar en Aperture.
Tokuko Ushioda , 'Zonder titel', 1983; uit de serie “My Husband.", Courtesy: PGI gallery, Tokyo, en Aperture.
Yanagi Miwa, 'Elevator Girl, House 1F', 1997; uit de serie “Elevator Girl”. Courtesy de kunstenaar en Aperture.
Tokuko Ushioda , 'Zonder titel', 1983; uit de serie “My Husband.", Courtesy: PGI gallery, Tokyo, en Aperture.

Voor haar fotoserie Elevator Girls plaatste Miwa Yanagi (1967) ‘liftmeisjes’ – liftbediendes in uniform die in alle warenhuizen werkten – in verschillende settingen. De jonge vrouwen poseren in een afgesloten ruimte vol spiegels, tussen subtropische planten, of staan op een oneindige roltrap. Op de surrealistische foto’s zijn de liftmeisjes het enige normale element, maar omdat ze er allemaal hetzelfde uitzien, verliezen ze hun unieke, menselijke identiteit. De meisjes zitten gevangen in hun werk – pijnlijk herkenbaar in onze kapitalistische maatschappij. Een andere serie die je niet gauw zult vergeten is die van Tokuko Ushioda (1940). Ushioda en haar man Shinzo Shimao waren beiden werkzaam als fotograaf, maar toen Ushioda in 1979 beviel van hun zoon en daardoor de hele tijd thuis was, richtte ze haar camera op het huishouden. Verstilde zwart-witbeelden van het meubilair worden afgewisseld met tedere familiefoto’s van Shinzo en peuterzoon Maho. Kunstenaars die hun vrouw en kind vastleggen zijn er genoeg, maar een vrouw die haar man en kind tot onderwerp neemt: die heb ik nog weinig gezien. Markant detail: Ushioda hield deze foto’s veertig jaar lang verborgen, omdat ze dacht dat deze serie ‘weinig artistieke waarde had’. Integendeel. Uit elke foto komt niet alleen het beeld naar voren van een liefhebbende vrouw en moeder, maar ook het scherpe oog van een getalenteerde fotograaf.

Ishiuchi Miyako, 'mother’s #39', 2002
Shiga Liekof, 'Okäsan no yasashii te (moeders zachte handen)', 2009; uit de serie “Rasen Kaigan (spiral coast).”
Ishiuchi Miyako, 'mother’s #39', 2002
Shiga Liekof, 'Okäsan no yasashii te (moeders zachte handen)', 2009; uit de serie “Rasen Kaigan (spiral coast).”

Het idee van ‘weinig artistieke waarde’ is iets wat je, frustrerend genoeg, vaker tegenkomt in de expositie. Vrouwelijke Japanse fotografen in de 20ste en 21ste eeuw moesten (en moeten nog steeds) opboksen tegen heersende conventies of ideeën over kunst. Vrouwen mochten wel een fotostudio runnen, fotoboeken publiceren en scholen oprichten, maar weinigen braken door bij het grote Japanse publiek. Zo ontving Miyato Ishiuchi (1947) veel lof toen ze werd gekozen voor de Biënnale van Venetië in 2005 – terwijl deze grand dame al sinds 1970 werk publiceert. En waar Hiromix (1976) in 1996 veel internationale waardering kreeg voor haar straatfotografieboek Girls Blue, werd ze in Japan neergezet als ‘Girly Pop’-fotografe: schattig en kleurrijk, maar niet professioneel. Het Fotomuseum Den  Haag speelt dus een belangrijke rol in de verbreding van de fotografiecanon: hoe leuk tentoonstellingen met beroemde kunstenaars ook zijn, hebben presentaties als deze waarschijnlijk veel meer impact. Het zal voor velen met mij een eerste kennismaking zijn met deze vrouwelijke fotografen uit Japan. En dat is niet de enige ‘eerste keer’ hier. Tijdens de rondleiding die mij werd gegeven, hoorde ik dat sommige fotografen voor het eerst meedoen aan een groepstentoonstelling met alleen vrouwelijke makers, en soms zelfs voor het eerst  vrouwelijke collega-kunstenaars hebben ontmoet. Ik kreeg kippenvel toen ik op dat moment terugdacht aan de titel van de tentoonstelling: I’m so happy you are here.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
45 minuten
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

‘Voor mij is kunst een ladder die me onmogelijke muren laat beklimmen, en zelfs een bom die die muren kan opblazen.’ In 2015 gaf multimediakunstenaar en fotograaf Mari Katayama (1987) een openhartige Tedx Talk over haar carrière. Als gevolg van een aangeboren aandoening moesten haar beide onderbenen geamputeerd worden toen ze negen jaar was. Dit daagde Katayama uit om na te denken over schoonheid, identiteit, lichaamsbeeld en de manieren waarop ze zichzelf wilde verbeelden. Momenteel zijn haar foto’s niet alleen te zien in het Fotomuseum Den Haag, maar ook in het Stedelijk Museum Schiedam, in de expositie ‘I Hit You With a Flower.’

coverbeeld: Narahashi Asako, ‘Kawaguchiko’, 2003; uit de serie “Half Awake And Half Asleep In The Water.” Courtesy: PGI gallery, Tokyo, en Aperture.

De tentoonstelling ‘I’m So Happy You Are Here. Japanse vrouwelijke fotografen van de jaren ‘50 tot nu’ is nog te zien in het Fotomuseum Den Haag t/m 5 mei 2025.

Meer informatie