De Kunstmeisjes 28 april 2017

GO | NO GO #60: Is it a bird? Is it a plane? It’s art!

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Deze keer zijn we naar Rotterdam afgereisd voor de expositie ‘Hyperrealisme. 50 jaar schilderkunst’ in de Kunsthal.

Kunst krijgt het vaak te verduren. Is het te abstract, dan hoor je mensen door het museum schallen ‘Nou, dat kan mijn zusje ook.’ Het tegenovergestelde is echter niet minder waar. Wanneer een kunstwerk heel realistisch is, dan is het ‘gewoon heel knap gedaan, maar niet vernieuwend.’ Een gevalletje ‘het is ook nooit goed’ dus. Critici en betweters, hold on to your knickers, want in de Kunsthal Rotterdam zie je nu 70 kunstwerken die enkel en alleen als doel hebben om realistisch te zijn. De tentoonstelling Hyperrealisme. 50 jaar schilderkunst laat zien hoe generaties kunstenaars vanaf de jaren 60 zich het zweet in hun bilnaad werken om de meest perfecte plaatjes te creëren.

Ralph Goings, America’s Favourite, 1989, Collection of Susan P. and Louis K. Meisel, New York, via Kunsthal Rotterdam

Hyperrealisme, fotorealisme – de termen worden wel eens door elkaar gebruikt (de Kunsthal zelf heeft er ook een handje van), maar laten we het debat over de correcte definitie even overboord gooien en focussen op wat we zien. Deze expositie toont schilderijen vanaf de jaren 60 die op basis van foto’s zijn gemaakt. Soms is dit een enkel beeld, soms zijn het meerdere foto’s waarvan de mooiste of meest geslaagde delen zijn gekozen. Mind you: met de foto als voorbeeld zijn de kunstenaars vervolgens aan de slag gegaan met kwasten, acrylverf en hier en daar wat airbrushen om er volledig handgemaakte kunstwerken van te maken. Halverwege de twintigste eeuw was fotografie een geaccepteerde kunstvorm geworden, waarbij men tot de conclusie was gekomen dat er geen beter medium is om de werkelijkheid vast te leggen. De kunstenaars van het hyperrealisme gaan echter een stapje verder. Ja, met fotografie kun je de realiteit laten zien, maar zeker niet altijd “perfect”. Je bent afhankelijk van dat ene moment waarop je op de knop van je camera drukt, het toeval speelt altijd een rol en er gaat vaak genoeg nét iets mis. Een camera heeft dus zijn beperkingen en bovendien is het onmogelijk om elk onderdeel van het beeld even scherp te krijgen. Met schilderkunst heb je elk detail – hoe willekeurig en spontaan het ook oogt – volledig in de hand. Het eindresultaat, van ronde billen in een doorschijnend broekje tot panoramische uitzichten over Londen, is dan ook mindblowingly ideaal.

We moeten ons beheersen om niet bij elk schilderij te zeggen, ‘Het lijkt écht net een foto’. Maar we moeten naast fotografie ook nog aan iets anders denken; de hyperrealistische schilderijen zijn ook het moderne antwoord op de stillevens van de Gouden Eeuw. Waar Pieter Claesz en Willem Heda in de zeventiende eeuw exclusief zilverwerk en kostbare ingrediënten kozen, lichten de hyperrealisten alledaagse onderwerpen uit: een fles ketchup, de glimmende motorkap van een auto of een straathoek in New York. De schoonheid – toen en nu – zit in de minutieuze uitwerking van de verschillende details en texturen: hoe moeilijker het materiaal is om levensecht na te schilderen, des te beter. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de gebakken eitjes van de Nederlandse kunstenaar Tjalf Sparnaay. Het luchtbelletje in het eiwit, de krokante randjes, de kern van eigeel die gaat lopen zodra je je vork erin zet – deze mate van perfectie is gewoon heel erg lekker om te zien.

Tjalf Sparnaay, Fried Egg, 2015. Collectie Tjalf Sparnaay.

Met 70 kunstwerken van 35 kunstenaars kunnen we rustig stellen dat we dankzij deze expositie een goed beeld hebben gekregen van het hyperrealisme en hoe groot deze stroming eigenlijk is. Dat gezegd hebbende, sometimes less really is more. Zoals we wel vaker zien met grote overzichtstentoonstellingen, verliezen individuele werken hun aantrekkingskracht wel een beetje als ze moeten concurreren met nog tientallen andere. Waar we bij de eerste tien schilderijen met open mond kijken naar hoe levensecht alles lijkt, vervallen we daarna in een nonchalante seen it all-stemming die geen recht doet aan de kunstwerken. Onze tip is dus om je favorieten te kiezen en daar een paar minuutjes voor te gaan staan. Je hoeft echt niet elk werk te registeren, maar neem wel de tijd om wat je ziet écht te zien.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
45 - 60 minuten
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Ben je na het lezen van dit stuk nog steeds cynisch en spookt de vraag ‘is het kunst, of gewoon het naschilderen van een foto?’ rond in je hoofd? Laat je dan over de streep trekken door directeur van het Van Gogh Museum Axel Rüger, die voor Nu Te Zien deze tentoonstelling heeft bezocht.

De tentoonstelling ‘Hyperrealisme. 50 jaar schilderkunst’ is nog t/m 4 juni 2017 te zien in de Kunsthal Rotterdam.

Meer informatie