De Kunstmeisjes 11 oktober 2017

GO | NO GO #79: Zoekterm: migratie

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Dit keer nemen we de thematische tentoonstelling ‘Ik ben een geboren buitenlander’ in het Stedelijk Museum Amsterdam onder de loep.

Een kunstenaar kan het nog zo hard willen, maar een kunstwerk heeft zelden of nooit één betekenis. Kunstwerken zijn per definitie vatbaar voor interpretatie, en die interpretatie wil nog wel eens flink variëren afhankelijk van de context. De manier waarop een kunstwerk wordt gepresenteerd, bijvoorbeeld in een museale opstelling, in een solotentoonstelling van de kunstenaar in samenhang met andere werken uit zijn/haar oeuvre, of binnen een thematische groepstentoonstelling, is van grote invloed op hoe we een kunstwerk tot ons nemen. De vele zelfportretten van Rembrandt zouden bijvoorbeeld een heel andere lading krijgen als ze in een thematentoonstelling over narcisme in de kunst zouden worden getoond – just saying… Daarom in deze GO | NO GO een snelcursus over de moeilijkheid van de thematentoonstelling. Onze casus: Ik ben een geboren buitenlander in het Stedelijk. Jongens en meisjes, schrijven jullie mee?

Met een thematentoonstelling maakt een instelling een statement: er valt een trend in kunstenaarsland te signaleren, of het thema is een hot topic. In het kader van get it while it’s hot, haakte het Stedelijk dit jaar in op het thema van ‘migratie’ – volgens het persbericht van het Stedelijk “een onderwerp dat de samenleving lijkt te verdelen.” Bovendien leeft dit thema volgens het museum onder kunstenaars. Daarom wijdde het Stedelijk Museum dit jaar maar liefst vijf tentoonstellingen aan het begrip migratie, naar eigen zeggen “in de ruimste zin van het woord.” Naast solotentoonstellingen van de Indiase Nalini Malani, de Zuid-Afrikaanse Zanele Muholi (zie hier meteen die “ruimste zin van het woord” – haar werk gaat niet eens over migratie?) en de Colombiaan Carlos Motta, presenteerde het Stedelijk eerder dit jaar ook al Oplossing of Utopie? Ontwerpen voor vluchtelingen, een tentoonstelling met projecten van ontwerpers en architecten die bedoeld zijn voor tijdelijke situaties waarin vele vluchtelingen verkeren. De tentoonstelling Ik ben een geboren buitenlander is de laatste in deze reeks, waarvoor in de eigen collectie van het museum is gedoken met de vraag: hoe verhouden kunstenaars zich tot migratie, en op welke wijze brengen ze dit thema in beeld?

Lewis Hine, ‘Dutch Family’, 1910. Collectie Stedelijk Museum Amsterdam.

Een thematentoonstelling klinkt simpel: alsof je een thema-kwartje in de automaat gooit. Het lijkt alsof het Stedelijk in de zoekfunctie van hun collectiedatabase op het trefwoord ‘migratie’  heeft gezocht en alles wat eruit rolde tentoon heeft gesteld. De vraag die het Stedelijk zichzelf stelde hoe kunstenaars in hun collectie zich verhouden tot het onderwerp, wordt op de meest associatieve manieren beantwoord. Het resultaat: er is in feite geen touw aan vast te knopen is waar het Stedelijk met deze presentatie heen wil. De ene kunstenaar wordt er aan zijn haren bijgesleept omdat hij zelf ooit naar Nederland is geëmigreerd, terwijl het werk daar dan niet eens per se over gaat. De ander is zelf geen migrant maar reflecteert wel op het onderwerp. Er zijn werken die refereren aan het Nederlandse koloniale verleden, zoals het videowerk La Javanaise van Wendelien van Oldenborgh, maar de tentoonstelling bevat bijvoorbeeld ook de beroemde foto’s van Lewis Hine die hij maakte van immigranten die rond 1900 op Ellis Island in de haven van New York arriveerden, de toegangspoort tot the American dream. Kortom, er worden kunstenaars naast elkaar gezet omdat ze ergens dus íets met migratie te maken moeten hebben gehad, op welke manier dan ook. Dwarsverbanden worden echter nauwelijks gelegd; hier valt geen enkele concrete gedachtegang, vervolgvraag of statement uit op te maken.

Marlene Dumas, ‘Young Men’, 2002-2005. Collectie Stedelijk Museum Amsterdam.

Toch zitten er genoeg werken tussen die absoluut de moeite waard zijn om te gaan bekijken. Met name de werken die ingaan op beeldvorming en berichtgeving rondom migranten lijken in deze tentoonstelling het meest hout te snijden. Het thema van ‘migratie’ was door het museum per slot van rekening gekozen, omdat het “de samenleving lijkt te verdelen.” Toen na 11 september 2001 de War on Terror uitbrak, zorgde negatieve berichtgeving in de media ervoor dat het Arabische uiterlijk per definitie werd (en wordt) geassocieerd met gevaar, moslimextremisme en raciale spanningen. Marlene Dumas speelde op deze angstgevoelens en stereotyperingen in door tekeningen te maken van twaalf jonge mannen met een Noord-Afrikaans of Arabisch uiterlijk. De ene tekening is van een zelfmoordterrorist, de ander kan zomaar een jongen uit Dumas’ eigen omgeving in Amsterdam zijn. Dumas maakt simpel maar raak duidelijk dat hun uiterlijke kenmerken hen stuk voor stuk verdacht maken, schuldig of niet.

Een ander werk over beeldvorming is de serie Le monde appartient à ceux qui se lèvent tôt(‘De wereld behoort aan hen die vroeg opstaan’) van Barbara Visser. Bij het bekijken van deze reeks van vijf foto’s wordt je als toeschouwer op het verkeerde been gezet. Het lijkt alsof we een vluchteling zien die – à la de beroemd geworden foto van het 2-jarige Syrische jongetje Aylan Kurdi – aangespoeld is in de branding. De man op de foto ziet er levenloos uit. Door steeds verder uit te zoomen, blijkt bij de vijfde foto dat het dramatische tafereel volledig in scene is gezet. Wat op het eerste gezicht een ‘waar’ documentair beeld lijkt te zijn, is bij nader inzien een constructie. Een abstractere verbeelding van representatie en beeldvorming zijn de textielinstallaties van Rossella Biscotti. Zij zette demografische gegevens van immigranten om in een geometrisch patroon van blokjes die geponst zijn in stof. In feite verbeeld het de abstractie van de vluchtelingenproblematiek: mensen worden anonieme nummers in een wachtrij en politici lijken enkel nog van quota te spreken.

Barbara Visser, ‘Le monde appartient à ceux qui se lèvent tôt (no. 1, 2 & 3)’, 2002, collectie Stedelijk Museum Amsterdam, courtesy: Annet Gelink Gallery, Amsterdam

Remy Jungerman gebruikt in zijn werk het motief van een platgereden pad als metafoor voor iets of iemand die vrijwillig uit de natuurlijke habitat stapt. Jungerman: “Die stap is een risico – je kunt platgetreden worden, maar je kunt ook ontsnappen.” De kunstenaar gebruikt het motief als een metafoor voor zichzelf: hij is vanuit Suriname naar Nederland gekomen. Het Stedelijk is met deze tentoonstelling ook uit zijn comfort zone gestapt – en een beetje platgereden door zo’n groots thema. Conclusie van deze cursus: Thematische tentoonstellingen zijn tricky. Het hoeft geen concrete eindconclusie te bevatten, maar wil het slagen, dan moet er een rode draad in te ontdekken zijn die meer suggereert dan een trefwoord alleen.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
60 minuten
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

In deze video vertelt Rossella Biscotti over haar werk 10×10, waarin ze data visualiseert op textiel.

De tentoonstelling ‘Ik ben een geboren buitenlander. Aspecten van migratie in de collectie van het Stedelijk’ in het Stedelijk Museum Amsterdam is t/m 3 juni 2018 te zien.

Meer informatie