Eva Zandkuijl 31 januari 2023

SPECIAL: Aziatische straten

Reizend door Azië bevind je jezelf vroeg of laat onvermijdelijk in een grote stad. Op allerhande reisblogs wordt aangeraden deze plekken zo kort mogelijk aan te doen, want het is er vol, luid en heet. Redenen om zo snel mogelijk uit te wijken? Onze redacteur Eva ziet dat anders.

Van karaoke zingen op de night market in Hanoi tot uren in de trein door Yangon, en van dwalen door krappe steegjes in Bangkok’s Chinatown tot cocktails op een skybar in Jakarta: veel van haar favoriete reisherinneringen spelen zich júist af in de drukke metropolen van het Oosten. De overweldigende mix van geuren, kleuren en geluiden die je in Aziatische (hoofd)steden tegenkomt werkt verslavend, maar is moeilijk om écht in woorden te vatten. Voor deze special zocht Eva daarom zes fotografen die de rauwe schoonheid van de straten op eigen wijze vastleggen in beeld.

Erik Prasetya, JAKARTA Estetika Banal, 2011

Al sinds 1990 trekt Erik Prasetya (Sumatra, 1958) met een camera door te straten van Jakarta. In zijn werk zien we geen grote, urgente gebeurtenissen als optochten, misstanden of protesten, maar stedelingen temidden van hun dagelijkse bezigheden. De foto’s van Presatya worden bevolkt door kappers, buschauffeurs, winkelbediendes en kantoorklerken: slenterend over de stoep, zittend achter de kassa, in de rij voor een kom soep. De gewone mens in hun gewone doen. Geschoten in korrelig zwart-wit schuilt er echter een zwaarte in de beelden van de fotograaf. Het voelt serieus en gewichtig, en kijkend naar zijn werk lijkt wachten op de bus of voetballen op het plein plots tóch iets nieuwswaardigs te zijn. Door de lens van Presatya zijn de inwoners van Jakarta stuk voor stuk verre van gemiddeld en hun handelingen allesbehalve doorsnee. Op die manier toont hij al meer dan veertig jaar hoe straatfotografie perfect is om ons als toeschouwers steeds opnieuw het bijzondere in het alledaagse te laten zien. Daarnaast geeft het mij (en iedereen) de gelegenheid om ook thuis te genieten van het mensen kijken: mijn meest favoriete stadse reishobby!

Paul Yeung, Yes Madam, Sorry Ah Sir, 2016

Qua sfeer staat de speelsheid in het werk van Paul Yeung (Hong Kong, 1978) bijna lijnrecht tegenover de zwaarmoedigheid van Presatya. De foto’s van de journalist zijn uitbundig en theatraal, maar nooit geënsceneerd. Ze zijn luchtig, zitten vol grapjes, maar tegelijkertijd schuilt er een meer serieuze ondertoon. Voor de serie ‘Yes Madam, Sorry Ah Sir’ (2016) fotografeerde Yeung het politiekorps in Hong Kong. Een van de foto’s is een close up van een wapenriem. Een hysterisch roze Hello Kitty-beker naast een walkietalkie, het pistool verborgen achter een slanke damesarm. Op een andere zien we agenten met gasmaskers. Dicht tegen elkaar aan hebben ze hun handen op elkaars schouders. Ze schuilen achter plastic schilden, op de voorkant druipt plakkerig eierstruif. De gespannen relatie tussen de overheid en de bevolking van Hong Kong is ook hier vaker in het nieuws geweest. Yeung brengt deze tensie in beeld via de sweet spot tussen humor en ernst, en zeker na het politiegeweld tijdens de protesten in 2019 en 2020 voelt deze serie nog net iets meer beladen dan daarvoor.

Sarah Choo Jing, Not From Here, 2021

Er zijn veel dingen die me opwinden in Aziatische steden, maar waar mijn hart werkelijk sneller van gaat kloppen is dat er altijd en overal eten te krijgen is. Bijna 24/7 kun je je cravings naar hartelust stillen, onder anderen in zogenaamde Hawker’s Center’s. Deze plekken – een kakofonie aan geuren en kleuren, met rijen verkoopluiken langs de randen en lange tafels in het midden – vormen het onderwerp van het meest recente werk van de Singaporese multidisciplinaire kunstenaar Sarah Choo Jing (1990).

Voor haar projecten gaat Jing op zoek naar de geïsoleerde momenten in het drukke, stadse leven, en ook in Not From Here (2021) toont ze niet de gezellige hustle and bustle die ik zojuist beschreef. We zien een Hawker Centre in de nacht, sommige kraampjes zijn nog open, de meeste al gesloten. De aanwezige bezoekers zijn verstild, en lijken haast vastgevroren in hun bewegingen. Het beeld is sterk gemanipuleerd. De saturatie is hoog en de lijnen zijn opvallend scherp. Er straalt een ijzige eenzaamheid van het beeld af. In Not From Here laat Jing ons zien: temidden van de stadse drukte is ‘samen’ soms vooral gewoon ontzettend alleen.

Miyako Ishiuchi, Yokosuka Stories, 1977

Als kind leerde Miyako Ishiuchi (1945) om bang te zijn voor Amerikaanse soldaten. Ze groeide op in de Japanse stad Yokosuka, waar op dat moment de grootste Amerikaanse marinebasis in Azië gevestigd was. Geweld tegen de lokale bevolking, vooral tegen vrouwen, was aan de orde van de dag. In 1966 liet Ishiyuchi de plek achter zich om design te studeren aan de prestigieuze Tama Art University in Tokyo , maar in 1975 – ten tijde van het einde van de Vietnamoorlog en het anti-Amerika sentiment – keerde ze terug. Ze fotografeerde de sporen van de invloed van de (afnemende) Amerikaanse militaire populatie in de stad, en bundelde de beelden in Yokosuka Stories (1977). De serie bevat straten en stegen, planten en gebouwen, sporadisch een mens of dier. Het perspectief is vaak scheef en vluchtig: in plaats van scènes vat Ishiyuchi slechts een kort moment in de tijd, als ogen die ergens langs glijden. De sfeer in de beelden is donker, en door een lange blootstelling aan licht tijdens het ontwikkelen in de darkroom wordt alles dat al grijs was nog een tandje grauwer. Met een camera onder haar arm confronteerde Ishiuchi de stad met de overblijfselen van een, volgens haar, dubieus verleden. Het resultaat lanceerde haar als een van de eerste vrouwelijke documentaire fotografen in volle vaart de mondiale kunstwereld in, waarin ze, tot de dag van vandaag, actief is.

Wouter van Hees, Hanoi Skin, 2019

Op zoek naar een baan en perspectief op een betere toekomst trekken steeds meer Aziaten van het platteland naar de stad. Steden barsten langzaam uit hun voegen; als een inktvlek worden ze groter en groter. Fotograaf Wouter van Hees (België, 1978) zit middenin de urbanisatie van de Vietnamese miljoenenstad Hanoi. Voor Hanoi Skin (2019) ging hij in de luwte van de nacht de straat op waar hij niet de stedelingen, maar juist de uitdijende fysieke ruimte in de stad fotografeerde. Op zijn beelden zien we de strakke lijnen van gebouwen, waar slechts een paar jaar eerder nog hutjes stonden. Er zijn hoge torens die worden uitgelicht in kleur, en spaanplaten hokjes, afgedekt met oranje plastic. Vervallen muren aan een vervuilde rivier. ‘In de afgelopen decennia ontwikkelde Hanoi zich naar de transformatieve staat waarin het zich nu bevindt: een eeuwig-groeiend mozaïek van wijken en districten, een doolhof van lanen, straten en stegen, een lappendeken van demografie, economie, en sociaal-culturele situaties’, schrijft van Hees. ‘De huid van Hanoi is aan het vervellen, dus wat kunnen we maken van haar geest?’



Martin San Diego, Waves of Traslacion, 2017-heden

Altaars langs de weg, grote groepen monniken en vier keer per dag de moskee die luid oproept tot gebed. In Nederland lijkt religie soms wat ver weg, maar in Azië is het nog altijd een groot onderdeel van het dagelijks leven. Ook in de grote steden. Elk  jaar trekt fotograaf Martin San Diego voor Waves of Traslacion (2017-heden) op 9 januari met zijn camera door Manila voor het feest van de Black Nazarena. Op deze heilige dag stromen de straten van de stad vol met miljoenen bezoekers, die in een massale processie hun eer aan Jezus Christus bewijzen. De devotie van die massa komt op de prachtige sfeervolle foto’s indrukwekkend naar voren. Een toren van lichamen draagt samen een kruis. De tram zit vol mensen, hun gezichtsuitdrukking gespannen. De beelden zijn beweeglijk, de opwinding bijna voelbaar. San Diego toont ons dat het geloof in de Filippijnen, dwars door de generaties heen, nog altijd springlevend is.