De Kunstmeisjes 22 februari 2021

SPECIAL: Het grote verlangen

Met zoveel tijd te doden (hallo, avondklok) dromen wij vaak even weg. Ach, die goede oude tijd toen je nog in een drukke bar in iemands zwetende oksel moest wachten op een biertje. Of die warme knuffel van oma, met haar tere lichaam tegen je aangedrukt. En niet alleen in dagdromen passeren onze verlangens de revue. We zoeken er ook smachtend naar in kunst. Want alles wat door corona niet kan in real life, zien we ineens verschijnen in kunstwerken, als een heerlijke fata morgana. Zwijmel mee met onze redacteuren en hun meest begeerlijke kunstwerken van dit moment.

Nicole Eisenman, 'Sloppy Bar Room Kiss', 2011, ICA Philadelphia, via: Artsy

Laura Korvinus: “Daar lig je dan, hangend over de plakkerige bar of diep weggezakt in een donker hoekje. Je tijdsbesef is inmiddels al naar huis en je geweten ligt ergens onder de poot van een barkruk. Maar dat maakt niet uit, want jullie hebben elkaar gevonden. Of beter gezegd: elkaars mond. De muziek verstomt, de tijd vertraagt. Heel even zijn jullie samen gevangen in een mini-universum waar de natuurwetten geschreven zijn in warme handen en zachte lippen. Ik kan niet wachten tot we elkaar weer mogen ontmoeten in die universums, waarin we zoenen tot we sterretjes zien, en ik mijn armen om je heen sla als je me achterop je fiets naar huis rijdt.”

Camille Pissarro, 'The Boulevard Montmartre on a winter morning', 1897, Metropolitan Museum, New York.

Hanna de Vos: “Kijk ze eens krioelen – correctie, flaneren – de Parijzenaren op dit schilderij van Camille Pissarro. Vanuit zijn slaapkamerraam schilderde Pissarro tientallen scènes van een Boulevard Montmartre vol leven. Mensen op weg naar werk, huis, vrienden, familie, café, theater, winkel, noem maar op. Het moet er tegenwoordig, net als onder mijn eigen slaapkamerraam, op die boulevard een stuk rustiger aan toe gaan. Niks geen dagjesmensen of winkelend publiek, geen terrassen vol mensen of een goeie ouwe avondspits. Wat mis ik het om opeengepakt op de bus te staan wachten of om me dood te ergeren aan mensen die veel te langzaam voor me lopen. De meeste excitement die je nu beleeft tijdens een flaneertochtje is de ongemakkelijk dans om afstand van elkaar te houden op een veel te smalle stoep. Ik verlang naar leven in de brouwerij; gewoon weer lekker als vanouds met zijn allen krioelen. En dan kijk ik, net als Pissarro, weer toe vanuit mijn slaapkamerraam.”

Adriaen van Wesel, 'Het Laatste Avondmaal', 1475-90, Museum Boijmans Van Beuningen.

Wouter Maas: “Eigenlijk is er geen touw aan vast te knopen wat hier gebeurt. Mensen maken wilde gebaren, iedereen kijkt een andere kant op, is bezig met een ander gesprek. Je kan bijna het enorme lawaai dat ze maken horen. Kortom: complete chaos. Het is dan ook een van de minst serene versies van het Laatste Avondmaal die ik ken. En dat mis ik. Niet het vooruitzicht de volgende dag gekruisigd te worden, maar dat tafelen. Ik kom namelijk uit zo’n Brabants gezin, zo eentje met veel kinderen, de poort altijd open, het bier staat koud. Je kunt je dus wel voorstellen dat familiediners zelden rustig verlopen. Verliepen, pardon. Dat is ook het eerste dat weer op de planning staat, wanneer het weer mag. Want wat is er nu leuker dan een halve dag samen koken en dan het eten onder een enorm kabaal naar binnen schuiven?”

Charlotte van Pallandt, 'Liggend vrouwelijk naakt', 1955, Stedelijk Museum Schiedam.

Nikki Mantel: “Net als de rest van Nederland maak ik elke dag een ommetje met de app van Erik Scherder. Fijn wel, maar man wat koud! En hoewel het Vliegenbos (Noorderlingen, where u at?) een warm plekje in mijn hart heeft veroverd, zou ik nu toch wel het liefst op vakantie gaan naar de zon. Lekker in mijn bikini op een strand aan de Amalfikust. Daar lig ik dan zonder coronazorgen mijn boek te lezen in een heerlijk nonchalante houding zoals dit liggend vrouwelijk naakt van Charlotte van Pallandt. Het lijkt wel alsof Van Pallandt deze sculptuur heeft gecreëerd met een strand in gedachten. En terwijl ik daar dan zo ongegeneerd in deze houding lig, mag er ook wel een Italiaanse man verrukkelijke gelato komen brengen. Rijden we daarna samen in een Alfa Romeo Spider naar Napels voor een overheerlijke pizza en een goed glas rode wijn. A girl can dream!”

Henri Matisse, 'La Danse', 1909, Hermitage Sint-Petersburg.

Monique Rodriguez: “Opzwepende beats, bezwete lichamen en met z’n allen deinen op hetzelfde ritme. Het verlangen om samen te dansen moet Matisse ook hebben gevoeld: dit levensgrote maar toch intieme straalt een intens gevoel van verbondenheid en beweging uit. Maar het nachtleven is niet meer, en daarom rest mij niets anders dan in mijn eentje te dansen op de dansvloer die mijn Perzische tapijt heet. Nou valt er voor dit solo-dansen heus wel wat te zeggen; je kan namelijk wel dancen like nobody is watching. Alle opgespaarde moves van dansminnende lotgenoten zullen post-corona ongetwijfeld door het dak gaan. Tot die tijd kunnen we ons hart ophalen aan dit extatische groepje van Matisse. Elkaar zorgeloos bij de hand nemen en dansen tot het buiten weer licht wordt: ik kan niet wachten.”