De Kunstmeisjes 23 maart 2021

SPECIAL: Kunst voor smulpapen en lekkerbekken

Kunst is niet alleen een lust voor het oog of een prikkel voor het brein. Je maag kan er ook flink van gaan rommelen. De kunstgeschiedenis puilt uit van werken over eten 一 van Romeinse fresco’s waar graan op is afgebeeld (everybody loves koolhydraten) tot hedendaagse kunstenaars die voedsel als medium gebruiken. Wij hebben meer dan eens likkebaardend en watertandend door een museum gelopen. Hieronder vind je een bite-sized overzicht van de kunstwerken waar wij (misschien op een of twee na…) het liefst een hapje van zouden willen nemen.

Wayne Thiebaud, 'Cold Case', 2010

Wayne Thiebaud: Cold Case (2010)

Julia Fidder: “Als een kind in een snoepwinkel, zo voel ik me wanneer ik naar het werk van Wayne Thiebaud kijk. Sinds het begin van de lockdown ben ik 一 net als de rest van het land 一 een soort thuiseditie van Heel Holland Bakt begonnen. Van bananenbrood tot very fudgy brownies, I’ve made it and I ate it. Deze liefde voor taartjes deel ik met Wayne Thiebaud, een Amerikaanse kunstenaar die bekend staat om zijn schilderijen van gebak, ijsjes, snoep en alle andere dingen waar de tandarts je voor waarschuwt. Als dikke lagen frosting smeert de kunstenaar de verf op het schildersdoek. Deze schildertechniek, impasto, is samen met de heldere compositie en frisse kleuren kenmerkend voor Thiebauds schilderijen. Het mooiste aan dit werk vind ik echter de schaduwen. Zoals de kunstenaar zelf eens zei: ‘In the shadow all the light happens.’ De schaduwen die over de smakelijke patisserie vallen zijn bijna even kleurrijk als de taartjes zelf. Als een bont feestje dansen ze over het doek. In gedachten neem ik stiekem een likje van het kleurrijke glazuur.”

Rinko Kawauchi, 'Cui Cui', 2005

Rinko Kawauchi: Cui Cui (2005)

Renee Schuiten-Kniepstra: “Een sappig stuk watermeloen is voor mij is het symbool van de zomervakantie. Mijn visuele voorliefde voor dit fruit leidde er ooit toe dat ik een hele watermeloen in mijn eentje op at. (Good for me, minder goed voor mijn blaas. Het heet niet voor niets een watermeloen, go figure.) Rinko Kawauchi weet met haar foto al mijn zomerse herinneringen tot leven te wekken. Een afgekloven schil ligt op een bordje, de pitjes er liefkozend naast. Een restant van het rode vruchtvlees glimt van nattigheid. Maar bij Kawauchi is één foto eigenlijk nooit genoeg: wanneer je meerdere werken naast elkaar legt, versterken ze het verhaal van de ruwere, soms viezige, rafelrandjes van de wereld 一 brand, dode dieren, kruipende beestjes en gebroken glas. Kawauchi ziet er poëzie in. Haar soms wazige of overbelichte foto’s roepen ontroering en verwondering op. En enorme trek in een stuk watermeloen.”

Floris van Dijck, 'Stilleven met kazen', ca. 1615, Rijksmuseum, Amsterdam.

Floris van Dijck: Stilleven met kazen (ca. 1615)

Tamar van Riessen: “Bourgondiërs opgelet, Floris van Dijck is your man. Als ik naar dit schilderij kijk, krijg ik spontaan honger. En dorst, want laten we de wijn niet vergeten! De Haarlemse kunstenaar stond bekend om zijn ‘ontbijtgens’: gedekte tafels met daarop etenswaren zoals brood, fruit en kaas. Er zijn niet meer dan twaalf werken van hem bekend, en telkens weer zien wij de tafel van bovenaf. Van Dijck was een pionier van het Hollandse stilleven. Niet alleen omdat hij een van de eersten was die zich specialiseerden in dit genre, maar ook omdat zijn motief van het tinnen bord herhaaldelijk werd gekopieerd. Kijk maar eens hoe het bord over de rand van de tafel steekt; je kunt het bijna aanraken! Van Dijck heeft alles zo realistisch mogelijk weergegeven, ook de kan uit Duitsland en het Chinese porselein. Deze twee buitenlandse producten zijn naast typisch Hollandse producten geplaatst zoals appels en Goudse- en Edammer kaas. Door de internationale handel vonden verschillende luxeproducten van heinde en verre hun weg naar Nederlandse tafels, hoewel die zucht naar welvaart en schoonheid met veel lelijkheid gepaard ging.’’

Nevine Mahmoud, 'Miss Her (Peach)', 2017

Nevine Mahmoud: Miss Her (Peach) (2017)

Nathalie Maciesza: “De perzik is sexy fruit. Emoji-gebruikers weten het, kunstenaar Nevine Mahmoud weet het ook. Haar sculptuur Miss Her (Peach) oogt rijp: de oranje vrucht is gespleten, waardoor het zijn (haar?) zachtroze kern ontbloot. De associatie met de vulva is obvious. Mahmoud verwijst bewust naar het lichaam en sensualiteit. ‘It’s about touching, hidden places,’ zegt ze in een interview. Maar een tactiele kennismaking met Mahmouds perzik kan verkeerd uitpakken: de sculptuur lijkt misschien sappig en zijdezacht, het is echter vervaardigd van marmer en calciet. Mahmoud vindt veel inspiratie in het werk van (met name vrouwelijke) surrealisten, die met onder andere erotiek, ambiguïteit en ontregeling speelden. Miss Her (Peach) roept precies die mix van gevoelens op; het is één bonk verleiding, afstand, hardheid, zachtheid, erotiek, fragmentatie en seksualisering.”

Judith Leyster, 'De vrolijke drinker', 1629, Rijksmuseum, Amsterdam.

Judith Leyster: De vrolijke drinker (1629)

Nikki Mantel: “Proost! Van wijn bij een etentje tot een biertje bij je bittergarnituur, lekker tafelen gaat voor velen niet zonder een drankje. En als je er dan een aantal achterover hebt getikt, ben je net zo gezellig als deze vrolijke drinker. Judith Leyster heeft hier het karakter Monsieur Peeckelhaering geschilderd. Deze nar had eeuwige dorst want zijn keel was altijd droog, vandaar dat men hem Peeckelhaering, gezouten haring, noemde. Dit is een bijzonder werk, omdat het een van de vroegste werken is die Leyster heeft gesigneerd. En in dit geval is die handtekening wel echt wat je noemt een personal touch. Ze heeft haar monogram ‘JL’ aangevuld met een ster door het midden. Een woordspeling op de naam Leyster: Leid-ster, een ster die je de weg wijst. En dat deed deze handtekening zeker, want na een tijdje in de vergetelheid te zijn geraakt, werd Leyster in de negentiende eeuw herontdekt door haar handtekening. En daar mag op gedronken worden!”

Tjalf Sparnaay, 'Gebakken ei', 2015

Tjalf Sparnaay: Gebakken ei (2015)

Zaida Bouwmeester: “Even twee keer kijken. Dit is namelijk geen foto van mijn zondagse ontbijtje (want de mimosa ontbreekt nog), maar van het hyperrealistische olieverfschilderij Gebakken ei uit 2015 van Tjalf Sparnaay. Door alledaagse voorwerpen zodanig waarheidsgetrouw en zonder hun dagelijkse context op doek te vereeuwigen, laat hij ons opnieuw de schoonheid inzien van universele objecten waar we normaal gesproken niet bij stilstaan. En dit “schone van het gewone” wordt alleen maar versterkt door het levensgrote formaat van zijn schilderijen; zelfs 10x uitvergroot is het verschil tussen schilderkunst en fotografie nauwelijks te zien. Je wordt basically opgeslokt door de ontelbare realistische details. De dramatische lichtinval kan je zelfs een beetje doen denken aan de stillevens van de oude meesters. Sparnaays grootste inspiratiebron is het ei, maar daar laat hij het niet bij. Als je ontevreden bent met de welbekende coronakilo’s kun je zijn oeuvre maar beter overslaan. Eén blik op zijn life-sized donuts, overvolle bakjes friet en super juicy hamburgers en je brave quinoasalade maakt plaats voor een super-sized bestelling bij thuisbezorgd.nl.”

Martin Parr, 'Tijuana, Mexico', 2003, uit de serie 'Real Food', 2016

Martin Parr: Tijuana, Mexico (2003) uit de serie Real Food (2016)

Eva Zandkuijl: “Een plakkerige hand met smeltende ijsjes, onaangenaam glanzende huzarensalade, vettige friet, en mijn favoriet: een fascinerend eenzame gelatinepudding, smoezelig uitgelopen in de randjes van het plastic bord waar het op staat. De voedselfotografie van Martin Parr is duidelijk not your regular #foodporn. De Engelse fotograaf werd vooral bekend van documentaire series als The Last Resort: Photographs of New Brighton (1986, over vakantiegangers in Brighton) en Too Much Photography (2012, over massatoerisme), waarin hij als geen ander de absurditeit van het dagelijks leven van de gewone mens in beeld brengt. Ook in zijn serie Real Food (2016), food shots die hij over de hele wereld maakte, toont hij ons geen insta-waardige perfectie, maar het echte leven. Het werk van Parr is grappig, aandoenlijk, soms deprimerend, confronterend, lief en vooral heel erg eerlijk, en laat dat laatste nou precies zijn waar mijn dubbele boterham met kaas en ik regelmatig naar snakken.”