De Kunstmeisjes 09 mei 2023

SPECIAL: Take the Monet and Gogh!

Loop je nietsvermoedend midden op de dag door Amsterdam wat te verhuizen, word je op het Museumplein staande gehouden door de politie. Of je toevallig een kunstwerk hebt gestolen. Uit het Rijksmuseum. Het overkwam Joost Lubach (broer van, en daar kan hij wel om lachen) toen hij een kunstprint van een paar euro naar een vriend bracht. Nu denk je misschien dat er iets te enthousiaste agenten werken in de hoofdstad, maar het zou niet de eerste keer zijn dat er wat gestolen werd uit een museum. En gelukkig zag Joost er ook de grap wel van in. 

Isabella Stewart Gardner Museum, kunstroof in 1990.

Kunst wordt gestolen, en vaak ook. Bij de oprichting van de International Foundation of Art Research in 1969, was een van de eerste doelen het bijhouden van kunstwerken die ‘zoek’ waren. Begin jaren 90, toen ze zo’n 20.000 gejatte werken hadden geregistreerd, bleek het een te ambitieuze taak. Het Art Loss Register werd opgericht. Inmiddels zijn daar meer dan 400.000 kunstwerken geregistreerd, hopelijk worden ze in de toekomst weer gevonden, zonder al te veel beschadigingen. Tot die tijd heeft onze redactie een lijstje gemaakt van gestolen werken, waarvan sommige nog steeds missing in action zijn. 

Frans Hals, Twee lachende jongens, c. 1626

Wouter Maas: ‘In de nacht van 26 op 27 mei 2011, zo rond drie uur, werd de politie van Leerdam opgeroepen door het personeel van Museum Hofje van Mevrouw van Aerden. Toen ze daar aankwamen was het te laat: een landschap van Jacob van Ruisdael en Twee lachende jongens van Frans Hals waren verdwenen. Erg origineel waren de daders niet, precies dezelfde twee schilderijen waren al eens in 1988 uit het museum gestolen, ze werden toen na drie jaar teruggevonden. In 2011 duurde het korter voordat de ー wederom gestolen ー werken terug waren in het museum, slechts een paar maanden.’ 

‘Maar het verhaal van de roof van het schilderij van Frans Hals kent uiteindelijk toch geen happy end. Twee lachende jongens heeft namelijk de dubieuze eer zelfs drie keer te zijn gestolen. In 2020 was het weer zover, dit keer als enige buit. De reden dat juist dit kunstwerk alweer weg was? Waarschijnlijk omdát het al een paar keer uit het museum was gestolen. De meeste kranten die de inbraak in 2011 hadden gemeld, hadden niet nagelaten te schrijven hoeveel miljoenen het doek waard was. De inbrekers wisten dus precies wat (lees: hoeveel) ze in huis haalden.’ 

Lucas Cranach de Oude, Sybilla van Kleef, 1526

Puck Gerkema: ‘Als moeder wil je je kinderen graag steunen, maar als hun hobby’s de spuigaten uitlopen, moet je een grens trekken. Toen Stéphane Breitwieser (1971) weer eens thuiskwam in Strasbourg met een aantal spullen ‘die ze aan niemand mocht laten zien’, was zijn moeder er klaar mee. De helft van haar zoons verzameling sneed ze aan stukken of verbrandde ze, en de rest gooide ze in het Rijn-Rhône Kanaal. Deze objecten werden al snel door voorbijgangers opgemerkt, want tussen de rivierdrek lag een zeventiende-eeuwse gouden kelk te glimmen.’ 

‘Breitwiesers verzameling bleek uit honderden gestolen kunstwerken te bestaan (geschatte waarde: 10 miljoen euro), die hij de afgelopen dertig jaar had meegenomen uit verschillende Europese musea. Naar eigen zeggen is het een obsessieve gewoonte waar de Franse kunstdief niet mee kan stoppen: “I enjoy art. I love such works of art. I collected them and kept them at home.Toen Breitwieser in 2001 werd opgepakt, lagen er 239 schilderijen, sculpturen en keramieken objecten bij zijn moeder thuis. Toen ze hoorde van haar zoons arrestatie, vernietigde ze uit woede (of uit bescherming) haar zoons collectie. De helft is teruggevonden in het kanaal, maar kunstwerken van onder anderen Antoine Watteau, Pieter Bruegel de Jonge en Lucas Cranach de Oude worden als verloren beschouwd.’

Vincent van Gogh, De aardappeleters, 1885

Hanna de Vos: ‘De (troost)prijs voor de kortst durende kunstroof ever gaat misschien wel naar die in het Van Gogh Museum in 1991. Er worden twintig werken van Vincent gestolen, waaronder De aardappeleters (1885) en Korenveld met kraaien (1890). Het zou de grootste roof sinds de Tweede Wereldoorlog worden, en de dieven konden rekenen op een totale waarde van een miljard gulden – als ze er tenminste mee weg waren gekomen.’

‘Het begon allemaal als een classic heist: een van de bendeleden wist op 14 april 1991 tot na sluitingstijd in het Van Gogh Museum achter te blijven en dwong vervolgens een bewaker om het alarmsysteem uit te schakelen. Twintig doeken werden uit hun lijst gehaald, opgerold en achterin een gestolen auto gegooid. Vervolgens was het een kwestie van wegrijden, auto parkeren en de schilderijen overhandigen aan een contactpersoon. Alleen kwam die nooit opdagen, en zetten de mannen het bij het zien van een politieauto op een lopen. Niet veel later werd de verlaten auto, gestolen schilderijen incluis, ontdekt bij het Amstelstation in Amsterdam. Totale duur van de roof? 35 minuten.’ 

Joëlle Dubois, Angel, 2021

Sofie Huvaere: ‘‘‘AAN DE DIEF DIE VANNACHT MIJN FIETS AAN DE SPORTHAL HEEFT GEPIKT, IK HOOP DAT JE IN EEN ZUURSTOFLOZE CABINE IN EEN EEUWIGE BAAN ROND DE MAAN WORDT GESCHOTEN.” Ik kom ze weleens tegen op mijn feed, de boze moraalridders die een klacht tegen onbekenden neerpennen (of rammen) op sociale media. En terecht. Stelen is not done. Zoek een echte job. Koop zelf een fiets. Drie keer is scheepsrecht, moet de Belgische kunstenaar Joëlle Dubois gedacht hebben. Heel recent stal iemand voor de dérde keer een kunstwerk van haar. En dat op haar eerste grote overzichtstentoonstelling in NAK (Neuer Aachener Kunstverein), een Duits kunstinstituut. Op de openingsavond, jawel. Het lef. Op maandag bracht de organisator van de tentoonstelling de kunstenaar op de hoogte: “Zet u neer, uw werk is gestolen.”’ 

‘Joëlle Dubois bleef niet bij de pakken zitten. Ze schilderde hetzelfde werk met de hulp van de ervaren street artist Han Coussement op de gevel van een huis. Het kleine, gestolen schilderij Angel (2021, 15 x 20 cm) is nu een gigantische muurschildering voor het street art kunstenfestival The Crystal Ship in Oostende. In de Oostendse Haardstraat vind je haar magnifieke portret van een vogue danser, geïnspireerd op een personage uit de Amerikaanse serie Pose. De blik van de androgyne figuur heeft un certain je-ne-sais-quoi met roze pupillen achter halfopen oogleden. De gekromde wenkbrauwen en volle lippen stralen een soort onaantastbaarheid uit. Een sassy fuck you. Neemt de kunstenaar hiermee wraak op de dief? Jazeker. Maar ze geeft het ontvreemde kunstwerk op die manier ook terug aan het volk. Los van dure museumtickets, drempelvrees bij galeries en de elitaire kunstwereld kan je het werk van Joëlle Dubois gewoon op straat bewonderen.’