Puck Gerkema 21 januari 2025

SPECIAL: Yes, Chef!

Keukens zijn hot. Er worden steeds meer films en series gemaakt met deze hectische plek als decor. In de kunstgeschiedenis gebeurt dat echter al veel langer, merkte onze redacteur Puck Gerkema op. Zoet, zuur, zout of bitter, de kunstwerken smaken altijd naar meer.

Keukens zijn hot. Letterlijk en figuurlijk, want recente series en films als ‘The Bear’, ‘The Menu’ en ‘Le Pot-au-feu’ hebben deze hectische plek weer in de spotlight gezet. En tv-programma’s als ‘Heel Holland Bakt’ en ‘Chef’s Table’ zijn voor veel mensen hun ultieme comfortfood. Want hoe graag we ook Instagramfoto’s maken van het eindresultaat, het is de keuken waar de chefs ingrediënten en technieken bij elkaar brengen tot een verrukkelijk gerecht. In de kunst zijn keukens minder vaak het middelpunt; waarschijnlijk omdat koks het niet relaxed vinden als iemand zit te schetsen of te fotograferen terwijl er vijf gangen moeten worden bereid. Maar volgens chef Alice Waters verschillen de kunst- en culinaire wereld helemaal niet zo veel van elkaar: ‘Het proces van kunst maken en eten koken komt op veel gebieden overeen: beide vragen om actie en creativiteit, ze spiegelen en ondersteunen elkaar.’ Kunnen we connecties vinden tussen het roeren in pannen en het mengen van verf, het volgen van een recept en het uitvoeren van een performance? De volgende kunstenaars namen de keuken als onderwerp en gaven hier allen hun eigen draai aan. Zoet, zuur, zout, bitter, en het smaakt altijd naar meer.

Joachim Bueckelaer,' De welvoorziene keuken', 1566, Rijksmuseum, Amsterdam

Joachim Bueckelaer, De welvoorziene keuken, 1566

Bij de aanblik van deze keuken loopt het water mij in de mond. Bueckelaer toont rechts op het schilderij allerlei gevogelte en wild, een grote collectie groenten en fruit, en verschillende kruiken gevuld met wijn of bier. Links zien we de keukenploeg hard aan het werk om alles te bereiden; vooral de vrouwen vallen op door hun opgerolde mouwen en gespierde armen. Maar het belangrijkste op dit schilderij is niet de gevulde keuken maar de man achterin: Jezus. Bueckelaer schilderde hier namelijk een scène uit het leven van de heilige zoon. Als Jezus op een dag bij de zussen Martha en Maria op bezoek komt, reageren de twee vrouwen heel verschillend op zijn komst. Terwijl Martha als goede gastvrouw de keuken inschiet voor hapjes en drankjes, blijft Maria aan de voeten van Jezus zitten luisteren. Martha heeft hier op een gegeven moment genoeg van: ‘Trekt Gij het U niet aan, dat mijn zuster mij alleen laat dienen?’ vraagt ze geïrriteerd. Maar Jezus geeft juist Martha een veeg uit de pan. Maria heeft volgens hem juist gehandeld door zijn wijze woorden te verkiezen boven aardse zaken zoals zorg verlenen. Well, damn. Als ik Martha was, had ik de heilige zoon laten afwassen. Mijn bewondering – en wellicht ook die van Bueckelaer – is voor deze kokende vrouwen: net als de producten zijn zij levensecht geschilderd, met oog voor hun kracht en schoonheid.

Salvador Dalí, Fundacio Gala-Salvador Dalì, Figueres, 2016, Coutersy Taschen

Salvador Dalí, Les Diners de Gala, 1973

Hoe goed gevuld je koelkast ook is, in de keuken is de kok het belangrijkste ingrediënt. Kookboeken zijn daar een goede weerspiegeling van: deze verkopen niet alleen op basis van hun recepten, maar vooral door (de persoonlijkheid van) hun chef. Om een voorbeeld te noemen: Yvette van Boven, Jamie Oliver of Pienlaathaaretenzien. Het is daarom geen verrassing dat verschillende kunstenaars ook een kookboek hebben uitgebracht; de een is meer serieus bedoeld dan de ander. Zo publiceerde Salvador Dalí in 1973 zijn kookboek Les Diners de Gala, geïnspireerd door de extravagante etentjes die hij en zijn vrouw Gala organiseerden voor hun vrienden. Het kookboek bevat 136 recepten en is geïllustreerd door Dalí met fantasierijke tekeningen en foto’s. De ingrediënten zijn vaak decadent – slakken! Kwartels! Rivierkreeft! – en het klaarmaken van de uitbundige recepten is ook een uitdaging. Zo moet je bijvoorbeeld voor een Oasis Leek Pie een preitaart bereiden in de vorm van een oase in de woestijn. In tegenstelling tot dit surrealistische kunststukje is Dinner with Jackson Pollock: Recipes, Art & Nature van kunstenaarskoppel Pollock en Lee Krasner veel praktischer. De twee stonden vaak samen in de keuken en met name Pollock had talent: zijn appeltaart-recept won zelfs de eerste prijs in een lokale bakwedstrijd. Hun gasten waren ook niet de minsten: zo kwamen Peggy Guggenheim, Le Corbusier en Elaine en Willem de Kooning graag bij hun eten.

Martha Rosler, film stills uit: 'Semiotics of the Kitchen', 1975, Smithsonian American Art Museum, © 1975, Martha Rosler. Courtesy Electronic Arts Intermix, NY

Martha Rosler, Semiotics of the Kitchen, 1975 

Wie er dan precies in de keuken staat (en zogenaamd hoort te staan), daar is nogal wat maatschappelijke discussie over geweest. Het inspireerde de Amerikaanse kunstenaar Martha Rosler (1943) tot het maken van haar performance ‘Semiotics of the Kitchen’ (1975). De titel van de performance kan je vertalen als ‘tekens van de keuken’. Aan het begin van de zwart-witfilm staat Rosler in het midden van een keuken. We zien een aanrecht, een koelkast en een kast. Let vooral op het bordje ‘MOTHER’ op de bovenste plank. Met een strakke blik somt Rosler op alfabetische volgorde keukenvoorwerpen op: een blikopener, een deegroller, een soeplepel. Maar het is vooral de manier waarop ze deze voorwerpen demonstreert die beklijft. Het hakmes steekt ze richting de camera, de eierklopper laat ze luid ratelen in de pannen. Er hangt een constant gevoel van spanning en ongemak; wat gaat ze met het volgende voorwerp doen? Deze performance was bedoeld als parodie op de populaire Amerikaanse kookshows van de jaren ’60 en ’70. Als conceptueel kunstenaar en uitgesproken feminist wilde Rosler de heersende opvatting ‘de plek van een goede vrouw is in de keuken’ opschudden. Ze laat in de video zien wat voor gevaar er schuilt in een notenkraker of een ijspriem, en hoe de naam van een alledaags keukenobject nauwelijks de kracht ervan weerspiegelt. En een vrouw die die voorwerpen hanteert? Die is lang niet zo zachtaardig als men wil geloven.

Carrie Mae Weems, 'The Kitchen Table Series', 1989-1990

Carrie Mae Weems, ‘The Kitchen Table Series’, 1989-1990

De Afro-Amerikaanse kunstenaar Carrie Mae Weems (1953) toont de keuken op haar vriendelijkst in haar The Kitchen Table Series (1989-1990). Voor deze fotoserie richtte Weems haar camera elke dag op dezelfde plek: haar houten keukentafel, slechts verlicht door één overhangende lamp. Weems nam telkens zelf plaats aan tafel, steeds in een andere rol: we zien haar een glaasje drinken met vriendinnen, aan een intiem dineetje met haar geliefde zitten, of een serieus gesprek voeren met haar dochters. De foto’s tonen alledaagse en daarmee herkenbare scènes: de keuken als centrale plek in huis voor iedereen, niet alleen voor een vrouw. In een interview met W Magazine (2016) vertelde Weems dat ze niet had verwacht dat haar serie dertig jaar na creatie nog steeds zoveel impact zou hebben. ‘De foto’s lenen zich goed voor discussies over de representatie van vrouwen in de kunst, over kunstenaars van kleur, over de waarde van kunst gemaakt door vrouwen versus mannen. Als we op die gebieden verandering willen, dan moeten we dit soort discussies blijven voeren.’ De woorden van Weems doen me denken aan het Bijbelse verhaal waarmee dit artikel begon. Wat als Jezus aan de keukentafel had plaatsgenomen, zodat zowel Maria als Martha konden luisteren naar zijn les? En wie weet wat de heilige zoon had geleerd van de bedrijvigheid en praktische kennis van de keukenploeg. Een idee om langer op te kauwen, de volgende keer als je aan het koken bent.

coverbeeld: Martha Holmes, ‘The artist couple in the kitchen’, Courtesy of the LIFE Picture Collection