Ananda Hegeman 21 mei 2020

Highlight #19: Sex doesn’t always sell

Sommige kunstwerken en kunstenaars kunnen niet genoeg aandacht krijgen als je het ons vraagt! In onze rubriek ‘Highlights’ nemen onze redacteuren jullie daarom mee naar een van hun favorieten. Deze keer verwondert Ananda zich over de censuur van een negentiende-eeuwse nude.

Veel mensen komen naar het Rijksmuseum speciaal voor de Nachtwacht en andere Rembrandts. Prachtige schilderijen natuurlijk, maar op een gegeven moment heb je alle witte mannen met kragen en geweren wel gezien. Wanneer Ananda in het grootste museum van Nederland is, neemt zij daarom liever wat alternatieve routes, op zoek naar nieuwe favorieten. Op een van haar verkenningstochten viel ze head over heels in love met De Singelbrug bij de Paleisstraat in Amsterdam van George Hendrik Breitner (1875-1923). Het schilderij doet haar denken aan een drukke dag in haar hometown. Een beeld dat we ons tijdens de coronacrisis bijna niet meer kunnen voorstellen. Als je lang genoeg naar het schilderij kijkt, begin je het bijna te horen: voetstappen in de knisperende sneeuw, een lachend kind, een blaffende hond en het babbelende koppel dat elkaar stevig vasthoudt om niet uit te glijden. De chique dame in de bontjas loopt gehaast langs, waardoor ze bijna tegen de kijker aanloopt. Ze komt zo dichtbij dat ze een beetje onscherp is, alsof we door de lens van een camera kijken. Dat is geen toeval, want Breitner was een Amsterdamse impressionist die gebruik maakte van foto’s als inspiratie voor zijn schilderijen. Hoewel fotografie toen nog een totaal nieuw verschijnsel was, trok hij er dagelijks op uit om plaatjes te schieten van de stad. Deze foto’s werkte hij later uit tot schilderijen of hij gebruikte ze als studiemateriaal. Breitner was dus eigenlijk een street style photographer avant la lettre. 

 

George Hendrik Breitner, ‘De Singelbrug bij de Paleisstraat in Amsterdam’, 1898, Rijksmuseum, Amsterdam

De vaart waarmee Breitner zijn werk schilderde, maakte dat sommige kunstcritici van zijn tijd zijn werk als ‘onaf’ bestempelden. Precies hetzelfde commentaar dat Franse impressionisten als Monet, Pissarro, Renoir en Sisley eerder kregen te horen. Die kritiek kon Breitner weinig schelen. Wat hem dan weer wel uitmaakte, was het gevolg van deze kritiek: dalende omzetcijfers. En bij het maakproces van De Singelbrug bij de Paleisstraat in Amsterdam is hij zelfs gezwicht onder de druk. De chique madam op de voorgrond was namelijk in eerste instantie helemaal niet gekleed volgens de laatste mode uit Parijs, maar een stukje minder zedig. 

Breitner exposeerde De Singelbrug bij de Paleisstraat in Amsterdam voor het eerst in 1896 bij kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae. Daarbij kreeg hij veel kritiek op ‘een minder geslaagd figuur op de voorgrond’ die als een ‘straatmeid’ of ‘vrouw van lichte zeden’ werd aangeduid. Op aanraden van de bedrijfsleider van kunsthandel Van Wisselingh & Co, verving Breitner de vrouw door een high society dame. Later bleek dat hij deze dame heeft geïnspireerd op een portret van Lise Jordan, een model en de zus van zijn vrouw. In 1898 bood Breitner het werk via Van Wisselingh opnieuw te koop aan, waarna het direct werd verkocht en in 1912 werd het doorverkocht voor 8.100 gulden aan de befaamde kunstverzamelaar Mecenas Joseph Drucker, toentertijd een enorm bedrag. Fun fact: de verzamelaar was de broer van de eveneens befaamde feministe Wilhelmina Drucker.

Willem Witsen, 'Portret van Lise Jordan met voile', 1890-1895

In eerste instantie vonden we het nogal logisch, doch bekrompen, dat de Amsterdamse elite anno 1889 geen beeltenis van een prostituee boven de eettafel wilden hangen. Maar bij nader inzien is het toch vreemd dat hier zo afkeurend op werd gereageerd. Want werden vrouwen van lichte zeden en nudes niet juist verheerlijkt door de kunstgeschiedenis heen? 

Prostitutie was in de tweede helft van de negentiende eeuw zelfs een favoriet onderwerp in de beeldende kunst. Vooral in Parijs, waar de andere grote impressionisten zoals Monet, Manet, Degas en Renoir — allemaal tijdgenoten van Breitner — on top of their game waren. Gretig verbeeldden deze kunstenaars prostitutie als aspect van het moderne stadsleven; tippelende vrouwen op de boulevards, uitgeputte prostituees in het bordeel en rijke courtisanes in hun salon. Het thema was ook actueel door de talrijke maatschappelijke discussies die toentertijd speelden over de gevaren van prostitutie en de voor- en nadelen van regulering. 

Er was een duidelijke hiërarchie in de negentiende-eeuwse prostitutiewereld, en de sterren van haute prostitution waren de courtisanes. Zij pronkten met hun maatschappelijk succes door zich te laten vereeuwigen in schilderijen, beelden of foto’s, die ze wijd en zijd verspreidden. De bekendste was La Païva (1819-1884). Geboren als Hélène Lachmann in een arme Joodse familie in Moskou, trok zij naar Parijs en werkte zich daar op tot de meest succesvolle courtisane van de negentiende eeuw. Beroemd waren de feesten en diners die zij voor de Parijse beau monde gaf, waar politici, adel en schrijvers als Gustave Flaubert en Emile Zola vaste gasten waren. In haar grandioze herenhuis aan de Champs-Élysées in Parijs met z’n zilveren kranen (waaruit zowel water als champagne stroomde) kun je tegenwoordig een hotelkamer boeken. Met zoveel aandacht — maatschappelijk en artistiek — voor prostitutie aan het einde van de negentiende eeuw, I couldn’t help but wonder: waarom verving Breitner de anonieme vrouw op de Singelbrug dan door de chique Lise Jordan? 

George Hendrik Breitner, 'De Bloemstraat', ca 1893. Collectie Stadsarchief, Amsterdam
George Hendrik Breitner,'Singelbrug', ca. 1894, Collectie Stadsarchief, Amsterdam
George Hendrik Breitner, 'De Bloemstraat', ca 1893. Collectie Stadsarchief, Amsterdam
George Hendrik Breitner,'Singelbrug', ca. 1894, Collectie Stadsarchief, Amsterdam

In Amsterdam bereikte prostitutie haar hoogtepunt gedurende de zeventiende eeuw, veroorzaakt door een toenemend aantal schippers, een vrouwenoverschot en een grote migratiestroom vanuit de Zuidelijke-Nederlanden als gevolg van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Veel zeventiende-eeuwse kunstenaars raakten toen geïnspireerd door het thema van de koopbare ‘liefde’. In de werken van onder andere Johannes Vermeer (1632-1675) zien we prostituees als jonge, mooie en rijk geklede dames. Veelal voorzien van make-up en uitgedost in een wit hemd met daaroverheen een korset, tonen deze onweerstaanbare verleidsters hun decolleté. Ook dragen zij sieraden in de vorm van gouden ringen, parelkettingen en pareloorbellen. Een andere veelvoorkomend accessoire is de haarband met daaraan een parel en felgekleurde veren, zoals te zien op het werk Jonge vrouw met medaillon (1625) van Gerard Van Honthorst (Saint Louis Arts Museum). Met haar verleidelijke lach, opgemaakte gezicht en uitpuilende borsten wijst de prostituee naar haar medaillon. Hierop is een naakte vrouw bij een boom te zien, die door haar gespreide vingers de toeschouwer aankijkt, daarmee aangevend dat er op moreel gebied best iets door de vingers mag worden gezien. Het sassy onderschrift luidt: ‘Wie kent mijn naers [kont] van afteren [achteren]’. 

De geschilderde prostituees ogen doorgaans vrij jong, en uit zeventiende-eeuwse bronnen blijkt ook dat de gemiddelde leeftijd van prostituees in die periode tussen de 18 en 25 jaar lag. Ook het feit dat op schilderijen vrouwen van lichte zeden rijk gekleed zijn, komt overeen met de werkelijkheid. Pooiers, die overigens in die tijd vaak ook vrouwen waren, eisten namelijk dat hun meiden mooi waren gekleed en make-up droegen. Deze kleren werden verhuurd of op afbetaling verkocht. Aangezien veel prostituees dit niet konden betalen, hadden zij vaak hoge schulden bij hun pooier. Deze pooiers, toentertijd ook koppelaarsters genoemd, zien we ook veelal terug in schilderijen. Ze worden vaak als oude, lelijke vrouw weergegeven, die haar hand ophoudt om het geld van de klanten in ontvangst te nemen. Met haar lelijkheid en zakelijkheid wordt de schoonheid en zinnelijkheid van de prostitutie benadrukt. 

Maar dat betekende niet dat mannen niet gewaarschuwd werden voor prostituees. In bijna elk schilderij met een prostituee klinkt dan ook een alarmerende boodschap, want: mannen moesten oppassen niet te vallen voor de mooie verschijning van prostituees op straat. Velen van hen leden namelijk aan syfilis. Dat is dan ook een mogelijke verklaring voor het feit dat de anonieme prostituee in Breitners schilderij vervangen moest worden door de chique Lise Jordan. Er zat namelijk geen moraliserende (noch verleidelijke) boodschap in dit schilderij. Het was gewoon een snapshot van een stadse vrouw, onderweg naar haar werk. Of had Drucker het werk al een tijdje op het oog, maar wilde hij zijn feministische zus niet choqueren met een portret van een prostituee in de eetkamer? Either way, voor mij maakt dit weetje het kunstwerk (letterlijk) gelaagder. Elke keer dat ik ernaar kijk, heb ik het gevoel dat ik alleen het geheimpje van de chique vrouw weet; dat er onder deze bontjas een andere, meer juicy outfit zit. Het schilderij is opeens veel spannender dan een in-your-face naakt. Net als vaak in real life het geval is: juist wat je net niet kan zien, prikkelt je fantasie het meest. 

Ananda’s Highlight ‘De Singelbrug bij de Paleisstraat in Amsterdam’ van George Hendrik Breitner zit in de collectie van het Rijksmuseum, Amsterdam.