Yaël Speck 28 mei 2020

Highlight #20: Dat klinkt als muziek voor mijn ogen

Sommige kunstwerken en kunstenaars kunnen niet genoeg aandacht krijgen als je het ons vraagt! In onze rubriek ‘Highlights’ nemen onze redacteuren jullie daarom mee naar een van hun favorieten. Deze keer laat Yaël zich meevoeren door de tonen van Kandinsky’s kleurrijke symfonie.

We kennen het allemaal wel: een blauwtje lopen, een donkerbruin vermoeden hebben, je groen en geel ergeren of een wit voetje halen. Dit zijn natuurlijk slechts spreekwoorden waarbij we kleur aan een gevoel linken, maar wist je dat je ook écht kleuren kan voelen en zelfs ruiken, proeven of horen? Als je dit herkent, dan heb je hoogstwaarschijnlijk een vorm van synesthesie; je ervaart twee zintuigen tegelijkertijd. Een voorbeeld: je hersenen nemen de kleur paars waar, doordat ons oog licht vangt via een aantal receptoren op ons netvlies. Deze receptoren vertalen rood, geel en blauw in alle mogelijke combinaties voor ons brein. (Sidenote: dit ligt natuurlijk veel gecompliceerder, meer uitleg vind je hier.) Bij synestheten activeert dit signaal echter niet alleen het visuele deel van hun hersenen, maar ook het deel van een ander zintuig, bijvoorbeeld reuk. Terwijl zij paars zien, ruiken ze het ook. De twee zintuigen zien en ruiken zijn dan onlosmakelijk met elkaar verbonden, zoals Netflix en chill, hardlopers en een fysiek superioriteitsgevoel, hamsteraars en tonnen wc-papier, Bassie en Adriaan, TLC en trouwjurken, quarantaine en puzzels en ga zo maar door. Synesthesie kan plaatsvinden met elke combinatie van zintuigen; horen-ruiken, zien-voelen, proeven-horen, zien-horen… You get the idea.

Wassily Kandinsky, 'Verstummen', 1924, Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam

Dit is echter niet iets nieuws; synesthesie en het onderzoek hiernaar zijn eeuwenoud. De oude Grieken hielden zich hier al mee bezig; zij waren van mening dat ‘klankkleur’ net zoals toonhoogte een fysieke eigenschap van muziek was. Ook kunstenaar Wassily Kandinsky wijdde zijn leven aan de combinatie van muziek enerzijds en kleur en vorm anderzijds. Het is weliswaar nooit bewezen, maar velen denken dat Kandinsky, die bekendstaat om zijn kleurrijke, abstracte werken, zelf een vorm van synesthesie had. Hij zou kleuren kunnen horen, wat zijn schilderijen als het ware geschilderde muziekstukken maakt. Of hij nou synestheet was of niet, Kandinsky had hele theorieën over hoe kleur, vorm, lijn, klanken en de gevoelens die al deze dingen opwekken verbonden zijn. In zijn eerste geschreven theorie, Über das Geistige in der Kunst (‘over het geestelijke in de kunst’), stelde hij dat zowel kleur als klank psychologische effecten hadden op de menselijke ziel. Om dit te verklaren stelde hij een klankkleur-theorie op waarin hij elke vorm en kleur zijn eigen specifieke eigenschap gaf. Zo was de cirkel bijvoorbeeld het symbool voor volmaaktheid en stond geel voor het aardse en vastigheid. Combinaties van verschillende vormen en kleuren konden dus al snel een heel verhaal vertellen van bijvoorbeeld spanning of vrijheid. Hij hoopte hiermee een innerlijke beleving bij de toeschouwer op te wekken, net als de verschillende klanken in de muziek die samen een harmonieus geheel vormen dit doen. Met zijn werken probeerde hij niet alleen de ogen van toeschouwers te stimuleren, maar ook hun gehoor. Kijken naar een Kandinsky hoort dus een synesthetische ervaring op te wekken!

Genoeg theorie, nu dan even heel praktisch. Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam heeft een werk van Kandinsky uit 1924: Verstummen, ‘stilvallen’ in het Duits. Als je het mij vraagt, is dit werk echter alles behalve stil; het beweegt alle kanten op zoals een kinderspeeltuin in de zomervakantie. De vormen, kleuren en lijnen lijken samen een spel te spelen, een symfonie. Voor mij leest dit werk als bladmuziek; van links naar rechts met op de achtergrond de constanten. Het geheel heeft een constante donkere, lage ondertoon, een soort gezoem zoals een radio die geen ontvangst heeft. Hierover zijn spitse en scherpe tonen te horen die als regendruppels kletsen in een rivier; de kleine driehoekige vormen onderin. Het werk begint vlak, met donkere, ietwat trieste, tonen. Verschillende strijkinstrumenten, stel ik me zo voor. Dan ineens een hard maar ook warm geluid, als een aangename noot tussendoor ― een saxofoon? De saxofoon wordt gedempt en maakt plaats voor een drukke bedoening die gaandeweg iets afgezwakt wordt; een vijftigkoppig achtergrondkoor waarvan de microfoon op zacht is ingesteld. Halverwege wordt het volume ineens omhoog gegooid, kijk maar eens naar de strepen midden op het doek ― die lijken te schreeuwen! De blauwe cirkel geeft het geheel een vrolijke insteek ― een stel dwarsfluiten. Het geheel gaat tekeer in een sensatie van geluid en beweging. Dan ineens stopt het. Een viool geeft nog wat laatste warme maar trieste tonen, terwijl het volume wegzakt naar nul. Voor dit schilderij staan is alsof je net naar een klassiek stuk hebt geluisterd, privé in een grote concertzaal, en dat zonder een instrument in de buurt.

Mark Rothko, 'Untitled (umber, blue, umber, brown)', 1962, Stedelijk Museum Amsterdam

Kandinsky was niet de enige die een verband legde tussen beeldende kunst en muziek. Heel veel bekende en minder beroemde kunstenaars en muzikanten waren, en zijn nog steeds, ervan overtuigd dat er een link bestaat tussen de twee kunstvormen. Zoals de bekende jazzmuzikant en componist Duke Ellington, die geloofde dat de kleur van een bepaalde klank ook nog eens veranderde aan de hand van wie hem produceerde, muzikant Pharrell Williams, die in zijn hoofd altijd visualiseert wat hij hoort, hedendaagse kunstenaar Melissa McCracken, die bekende songs omtovert tot schilderijen en hierover vertelde in een TED-talk, en Nederlandse muzikant en beeldend kunstenaar Anne Salz, die zegt dat haar schilderijen geen kopie zijn van wat ze hoort, maar dat zij in muziek meer kleuren en texturen ervaart dan dat ze normaal ziet, en deze vervolgens reproduceert in een schilderij. 

Bij anderen ligt de nadruk juist op de sterke psychologische effecten van klanken en kleuren. Kunstenaar Mark Rothko luisterde naar de muziekstukken van Mozart om een bepaald gevoel op te roepen (wat samenhing met zijn depressie), en legde dat gevoel vervolgens vast met verf op doek. Ik kan me daar helemaal in inleven wanneer ik kijk naar zijn Untitled (umber, blue, umber, brown) in het Stedelijk Museum Amsterdam. Dit werk sleept me naar binnen met al zijn diepgang. Het heeft een bepaalde ernst en zwaarte in zich, zonder dat het je helemaal emotioneel platdrukt. Een soort decembergevoel rond kerst, koud en warm tegelijkertijd. Als ik een muziekstuk hierbij zou moeten bedenken zou het Pavane, Op.50 van Gabriel Fauré zijn, gespeeld door een orkest van cellospelers. 

Vincent van Gogh, 'Korenveld met patrijs', 1887, Van Gogh Museum, Amsterdam

Ook een van Nederlands meest bekende kunstenaars, Vincent van Gogh, was ervan overtuigd dat kleur en muziek iets met elkaar te maken hebben. Hij las het boek Les artistes de mon temps van Franse kunsttheoreticus en criticus Charles Blanc waarin stond: ‘Kleur kan aangeleerd worden als muziek’. Om het verloop van kleurtonen beter te begrijpen en deze met elkaar in harmonie te leren brengen, nam hij dan ook pianolessen. Later in zijn leven gebruikte hij ook vaker de vergelijkingen met muziek in zijn brieven: ‘…die verdomde mistral is erg hinderlijk als je penseelstreken wilt die samenhang hebben en die zich met gevoel verstrengelen als muziek die met gevoel wordt gespeeld.’ De meningen zijn verdeeld of Van Gogh een synestheet was, maar dat muziek en zijn werk erg goed samen gaan durf ik wel te stellen. Neem het werk Korenveld met patrijs, dat hij maakte in 1887. Van Gogh woonde toen nog in het drukke Parijs, waar hij het helemaal niet meer naar zijn zin had. Voor zijn tijd in de Franse hoofdstad schilderde hij vooral het boerenleven. In dit schilderij grijpt hij weer even terug naar dat thema, alsof hij zijn heimwee hiernaar vast wil leggen. Als je het werk bekijkt onder de fijne pianogeluiden van Joep Bevings Solitude, dan voel je de rust, het verlangen om even onzichtbaar te zijn. Je loopt het hoge korenveld in, ploft daar neer en geniet alleen van de klanken om je heen: het geritsel van de wind die door het koren waait en het geklapper van de vleugels van de patrijs die wegvliegt.

Helaas is synesthesie niet aan te leren. Dit betekent echter niet dat het effect ervan alleen weggelegd is voor een klein percentage van de mensen ― kijk bijvoorbeeld naar Van Gogh en Rothko. Je kunt je brein een handje helpen om je ogen en oren uit te dagen samen te werken en een diepere, innerlijke sensatie naar boven te halen. Nee, geen drugs, maar een veiligere, gezondere manier: 

Stap 1: Kies een kunstwerk dat je aanspreekt. Dit kan online, in een boek of uiteraard in een museum of galerie zijn (zodra deze weer geopend zijn).

Stap 2: Open Spotify, YouTube, iTunes of andere muziek-app en kies een willekeurige afspeellijst.

Stap 3: Kijk en luister aandachtig. Shuffle net zo lang door de afspeellijst, totdat je een nummer hoort dat qua gevoel overeenkomt met het werk dat je voor je hebt.

Stap 4: Ervaar hoe de kleuren, vormen en lijnen van het werk dat voor je staat of hangt meespelen met de toonhoogtes, noten en instrumenten van de muziek. 

Stap 5: Probeer ook eens een ander nummer te vinden bij hetzelfde werk. Beweegt en voelt het werk nu ineens anders?

Uiteraard kan dit ook andersom door een nummer te kiezen, ernaar te luisteren en ondertussen op zoek te gaan naar zijn kunst-soulmate. Daag jezelf uit, wie weet brengt het je ontzettend veel nieuwe inzichten. Voor mij veranderde een museumbezoek enorm toen ik de soundtracks van enkele werken vond. Ik zag verhalen ontstaan in een werk die ik nooit eerder zo had gezien of gevoeld. Een kunstwerk gaat nog meer leven en het museum is ineens niet zo stil meer als dat het voorheen leek te zijn.

Yaëls Highlight ‘Verstummen’ van Wassily Kandinsky behoort tot de collectie van Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam.