Sofie Huvaere 03 januari 2021

Highlight #24: Stukken van mensen

Sommige kunstwerken en kunstenaars kunnen niet genoeg aandacht krijgen als je het ons vraagt! In onze rubriek ‘Highlights’ nemen onze redacteuren jullie daarom mee naar een van hun favorieten. Deze keer doet Sofie een boekje open over vieze kunst.

Menig bibliofiel zal het beamen: de geur van een nieuw boek is heerlijk. Papier, inkt en lijm vormen de noten van het Chanel N° 5 van de boekenliefhebber. Het is een uniek aroma. Nog voor ik de eerste zinnen van een pas aangeschaft boek tot mij kan nemen, duw ik er eerst mijn neus in. Zou ik zo gretig snuiven als ik wist dat het boek ingebonden werd met mensenhuid? Zou ik het durven aanraken? In de Koninklijke Bibliotheek van België ligt er eentje, een boek waarvan de kaft gemaakt is van de huid van een mens. Shocking? Er is meer. In vergelijking met de videotheken van weleer, waar vieze filmpjes netjes weggemoffeld werden achter een gordijn, kun je in bibliotheken, musea en galeries verscheidene ranzige plaatjes en andere viezigheden vinden, gewoon open en bloot. Denk maar aan Merda d’Artista (1961) van de Italiaanse kunstenaar Piero Manzoni; negentig conservenblikken met de uitwerpselen van de kunstenaar. Een zeer persoonlijk en intiem werk. Zonder moeite wip ik de stront van mijn huisdier uit de kattenbak, maar ik betwijfel of ik zo’n blikje zou willen vastnemen (of misschien wel, gezien de waarde ervan). Laat staan dat ik het zou openen.

Piero Manzoni, ‘Merda d’Artista’, 1961, Sotheby’s
Félix Vicq d’Azyr, ‘Essai sur les lieux et les dangers des sépultures’, Félix Vicq d’Azyr, 1778 , KBR, foto: Canvas
Piero Manzoni, ‘Merda d’Artista’, 1961, Sotheby’s
Félix Vicq d’Azyr, ‘Essai sur les lieux et les dangers des sépultures’, Félix Vicq d’Azyr, 1778 , KBR, foto: Canvas

“Alles wat een kunstenaar spuwt, is kunst”, zei de Duitse dadaïst Kurt Schwitters. Letterlijk. Turner mengde speeksel in zijn verf en Manzoni maakte niet alleen een kunstwerk van zijn drek, maar ook van zijn adem. Hij deed dat door een ballonnetje op te blazen. “When I blow up a balloon, I am breathing my soul into an object that becomes eternal”. Uw kinderpartijtjes krijgen meteen een andere dimensie. Maar waarom dit ongebruikelijk, menselijk materiaal? Waarom werden boeken ingebonden in mensenhuid? En waarom verheft een kunstenaar zijn eigen stoelgang en longinhoud tot kunst?

In het geval van ‘antropodermische bibliopegie’, de officiële term voor het boekbinden in menselijk leder, past de kaft vaak bij de inhoud. In het boek van de bieb lezen we over de gevaren van kerkhoven in steden (altijd een gek met een scalpel in de buurt) en ook een editie van de dodendans met houtsnedes van Hans Holbein de Jonge werd ingebonden in een geleerlooide mens. Lugubere boekjes in een luguber jasje. Zie je de nieuwe van Stephen King al in de rekken staan? Deze morbide praktijk diende ook als afschrikmiddel. In de negentiende eeuw ー de eeuw van Frankenstein ー werd het lichaam van criminelen na executie ‘geschonken’ aan de wetenschap. In Engeland was er zelfs een wet die verbood dat het lichaam van een moordenaar werd begraven. Het lijk werd (openbaar) gedissecteerd waarna de huid terecht kwam bij een leerlooierij die het op zijn beurt bewerkte voor de boekbinders. Zo eindigde een misdadiger soms als de kaft van zijn eigen strafrechtelijk dossier; een sanctie die verder reikt dan de dood. Het Anthropodermic Book Project inventariseert de boeken van mensenhuid en momenteel staat de teller op achttien. Van de vijftig boeken waarvan beweerd wordt dat ze een menselijke omslag hebben, bleek een tiental toch van dierlijke oorsprong. Het is dus niet zo dat de boekbinders uit de voorgaande eeuwen en masse boeken maakten met het vel van onze voorouders. Boeken in mensenhuid zijn curiosa.

Hans Holbein d. J., ‘Danse Macabre XXV. The Old Woman’
William Hogarth, 'The Reward of Cruelty', plate IV from The Four Stages of Cruelty, 1751.
Hans Holbein d. J., ‘Danse Macabre XXV. The Old Woman’
William Hogarth, 'The Reward of Cruelty', plate IV from The Four Stages of Cruelty, 1751.

Ook in de beeldende kunst wordt er nog steeds meer geschilderd met verf dan met lichaamssappen. De reeks ingeblikte drollen van Manzoni is het eerste (postmoderne) kunstwerk dat bestaat uit een menselijk product (slide in my DMs als je een vroeger voorbeeld kan vinden). Door dit controversiële werk schalt de naam van de kunstenaar door de kunstgeschiedenis. Manzoni was dan ook één van de grondleggers van de conceptuele kunst, een stroming waarbij het idee primeert. Een van zijn conservenkakjes opentrekken, betekent dat je het werk vernietigt. Zonde van dat kwart miljoen. (Het is dus nooit bewezen dat de conservenblikken elk 30 gram ontlasting bevatten.) Het idee dat het echt om artist’s shit gaat, is wat telt. En nee, dit is geen ontspoorde potjestraining voor volwassenen. Manzoni presenteerde zijn spijsvertering als artistieke arbeid en hekelde hiermee kunst als handelswaar.

Deze extreme vorm van lichaamskunst is niet alleen weggelegd voor grappige jongens. Tien jaar na Merda d’Artista shockeerde Judy Chicago met haar Menstruation Bathroom (1972) uit de groepstentoonstelling Womanhouse. In een verlaten villa nam elke deelnemende kunstenaar een kamer onder handen waarbij de kunstwerken ter plaatse het conventionele leven van de huisvrouw toonden. Als je weet dat een vrouw gemiddeld zo’n 450 keer menstrueert in haar leven, kan je je voorstellen hoe de badkamer erbij ligt. De vuilbak braakt gebruikte inlegkruisjes en bloederige tampons, we zien bloedvlekken op de tegelvloer en aan een waslijn hangen met menstruatiebloed doordrenkte maandverbanden te drogen. Een plank aan de muur is volgestouwd met dozen vol sanitaire spulletjes. Hier geen period poverty. Aan Womanhouse werkten uitsluitend vrouwelijke kunstenaars mee; het was de eerste publieke tentoonstelling van feministische kunst. Door te tonen wat (volgens het patriarchaat) niet gezien mag worden, wil Chicago ongesteldheid uit de taboesfeer halen. Het heeft niet geholpen. Ik loop nog steeds met een tampon in mijn mouw naar de toiletten en pas dit jaar maakte Schotland als allereerste land menstruatieproducten vrij verkrijgbaar voor vrouwen die ze niet kunnen betalen. De shock value van het werk opende destijds wel ogen. Waar Manzoni’s Merda d’Artista het pad effende voor conceptuele kunst, introduceerde Womanhouse het feminisme aan het grote publiek.

Judy Chicago, ‘Menstruation Bathroom’ uit ‘Womanhouse’, 1972
Judy Chicago, ‘Red Flag’, 1971
Judy Chicago, ‘Menstruation Bathroom’ uit ‘Womanhouse’, 1972
Judy Chicago, ‘Red Flag’, 1971

De kunstwerken van Manzoni en Chicago roepen een fysieke en emotionele reactie op. We vinden het walgelijk en fascinerend tegelijk. De kunstenaars verheffen alledaagse lichaamsfuncties tot wereldschokkende kunst. En toch is niet elke doorsnee toiletbezoeker een kunstenaar. Merda d’Artista en Menstruation Bathroom tonen ons wat we niet willen zien, namelijk het ‘abjecte’ of het verworpene. Bloed zit in een lichaam. Als je op straat een plasje bloed aantreft, dan is dat vies. Het bloed verliet een lichaam en is dus abject. Marc Quinn past om de vijf jaar het abjecte in de hedendaagse kunst toe met zijn opmerkelijke zelfportretten. In 1991 startte hij met Self, een sculptuur van zijn hoofd gemaakt met zijn eigen, ingevroren bloed. Vijf jaar later hangt hij weer aan de tap en maakt een nieuw afgietsel. Het laatste hoofd dat op zijn website te zien is, dateert uit 2011. Misschien maakte Quinn er in 2016 nog eentje maar dacht iemand dat het frambozensorbet was. De hoofden kunnen alleen in een speciale vriesvitrine tentoongesteld worden. Wat je ziet is dus een hoofd, zonder lichaam, in een vitrinekast en gemaakt van bloed. Een zelfportret van Rembrandt is mooi. Een zelfportret van Quinn is vies, ontregelend, ongepast.

Marc Quinn, 'Self', 1991
Marc Quinn, 'Self', 2006
Marc Quinn, 'Self', 1991
Marc Quinn, 'Self', 2006

Nu raken we aan de vraag waar iedereen omheen drentelt: zijn kunst en schoonheid per definitie synoniemen van elkaar? Wat de kunstwerken van Manzoni, Chicago en Quinn gemeen hebben, is dat ze de toeschouwer ontwrichten. Net zoals de boeken in mensenhuid schurken van hun snode plannen moesten afhelpen, geeft abjecte kunst ons een uiterst ongemakkelijk gevoel. Matisse vergeleek mooie kunst met een warme, gezellige fauteuil waarin je tot rust kan komen. Ik verwijs dergelijke troostkunst liever naar het berghok. Ik laat me namelijk graag ontwrichten. Ik popel om weer naar musea te trekken en me lekker te laten ontregelen. Want wat ons lichaam maakt van boterhammen is toch óók deel van het leven? Kunst hoeft niet te behagen. Kunst mag onze ogen openen. En dan ga ik nu de Menstruation Bathroom van Judy Chicago nabouwen zodat ook ons land tampons en maandverband gratis maakt voor iedereen. It’s about bloody time. 

Sofies Highlight Essai sur les lieux et les dangers des sépultures is onderdeel van de collectie van de Koninklijke Bibliotheek van België