Maartje Knepper 19 november 2019

GO | NO GO #217: A family affair

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Afgelopen week bezochten we het Stedelijk Museum Alkmaar, waar op dit moment de tentoonstelling ‘De Toorop Dynastie’ te zien is.

Bij het betreden van de tentoonstelling De Toorop Dynastie stuit je meteen op het familieportret Drie generaties (1941-1950), waarop kunstenaar Charley Toorop zichzelf, haar zoon en haar vader schilderde in haar atelier in Bergen. Charley zelf zit prominent in het midden en steekt haar penseel als een dirigeerstok in de lucht. Achter haar staat haar zoon Edgar Fernhout met een palet in zijn hand. Haar vader, de bekende schilder Jan Toorop, was inmiddels al overleden. Hij bevindt zich achter Charley in de vorm van een monumentale bronzen gebeeldhouwde kop.

Natuurlijk hangt het schilderij hier. Een betere plek kun je je ook niet voorstellen, want het schetst in één oogopslag waar de tentoonstelling in het Stedelijk Museum Alkmaar over gaat. Over het werk van kunstenaar Jan Toorop (1958-1928), zijn dochter Charley Toorop (1891-1955) en haar zoon Edgar Fernhout (1912-1974) dat zo beeldbepalend is geweest. Maar ook over de verhoudingen tussen deze drie generaties kunstenaars: Jan als pater familias, de kunstenaar die zijn sporen allang heeft verdiend, Edgar als leerling die het stokje van zijn moeder moet overnemen en Charley als schakel tussen die twee. Het is zeker niet de eerste ‘drie-generaties-Toorop’-tentoonstelling, maar waar eerdere presentaties meer ingingen op de verschillen tussen de kunstenaars, belooft deze dieper in te gaan op hun artistieke verwantschap. Is die er eigenlijk wel?

Veel aandacht gaat uit naar de persoonlijke relatie tussen de kunstenaars. Charley, zo blijkt, kon haar moederschap nauwelijks verenigen met haar kunstenaarschap en gaf voorrang aan het laatste. Toen ze zoon Edgars schildertalent ontdekte, schoof ze hem meteen naar voren als ‘de derde Toorop’, die van de familie een kunstenaarsdynastie moest maken. Hier had de ondernemende Charley veel baat bij, want door de naam van haar beroemde vader te gebruiken, verkocht haar eigen werk beter én kon ze meteen het werk van haar zoon onder de aandacht brengen. Ma Toorop hield Edgar stevig in de tang. Toen zijn schilderstijl ㄧ die net als zijn moeders werk zijn wortels had in het realisme ㄧ ‘té gekunsteld’ dreigde te worden, greep ze in. Hij moest grover en meer naar de natuur schilderen, en liever landschappen en stillevens dan ‘portretjes’. Een oproep waar Edgar onmiddellijk gehoor aan gaf. Pas nadat zijn moeder overleed, wrikte hij zich definitief los uit haar greep en ontwikkelde hij zijn eigen stijl: een nagenoeg abstracte schilderkunst. In de tweede ruimte van de tentoonstelling is die artistieke worsteling goed zichtbaar. Edgars schilderijen zijn er in chronologische volgorde opgehangen, met als sluitstuk twee blauwe doeken, opgebouwd als ritmisch patroon van verfvlakjes, die niéts meer met het realistische werk van zijn moeder en grootvader te maken hebben. In de tentoonstelling krijg je een helder beeld van de struggles van de familie Toorop op persoonlijk en kunstzinnig vlak, want ook Charley had niet meteen haar eigen stijl gevonden en ook vader Jan experimenteerde met een uitbundige wirwar van stijlen. Maar een artistieke verwantschap tussen de drie? Die zien we juist steeds minder.

Charlie Toorop, 'Boeren', 1930, Centraal Museum, Utrecht

In de derde en laatste tentoonstellingsruimte blijken overeenkomsten tussen de drie Toorops er wel degelijk, bijvoorbeeld in de keuze voor bepaalde thema’s. Charley’s krachtige portret Boeren (1930) hangt hier naast Jans schilderij van strijdbare Zeeuwse arbeiders. Uit beide werken weerklinkt de sociale betrokkenheid van de kunstenaars: een streven om de ‘gewone mens’ weer te geven in een waarheidsgetrouwe stijl. Zowel de boeren van Charley, als de arbeiders van Jan kijken ons recht aan, met een diepe frons in het voorhoofd. Een blik die ook terugkomt in de zelfportretten van Jan, Charley en Edgar die er tegenover hangen – hoewel steeds nét even anders. Jan, de vrome katholiek, kijkt streng, Charley – die haar toenemende ouderdom vastlegde – kordaat, en Edgar schilderde zichzelf vlak na de oorlog, sterk vermagerd en met een wat twijfelachtige blik. Maar meer nog dan in hun thematiek of in die krachtige oogopslag, zien we een overeenkomst in hun vakmanschap. Want tjee, wat zijn ze alle drie óngelooflijk goed! Jan tekende zijn portretten heel precies en was een meester in de uitbeelding van karakter, Charley’s schilderde karakteristieke ruwe koppen met grote starre ogen die dwars door je heen priemen en Edgar – ook een virtuoos portretschilder – wist in zijn abstracte schilderijen als geen ander ‘ervaringen’ vast te leggen, zoals de schittering van licht op het water. Uiteindelijk zijn de overeenkomsten tussen de kunstenaars minstens zo overtuigend als de verschillen. Maar één ding is zeker: het zijn alle drie uitblinkers.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
Een uur
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Meer Edgar? In Museum Kranenburgh – in het nabij Alkmaar gelegen kunstenaarsdorp Bergen – is t/m 17 november de tentoonstelling ‘Licht in kleur’ te zien, waarin kunstcriticus en voormalig directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam, Rudi Fuchs, een overzicht samenstelde van het late – abstracte – werk van Edgar Fernhout.

De tentoonstelling ‘De Toorop Dynastie’ is nog t/m 26 januari 2020 te zien in het Stedelijk Museum Alkmaar.

Meer informatie