Hanna de Vos 30 juli 2020

GO | NO GO #256: Drama in het Rijksmuseum

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Deze keer waren we in het Rijksmuseum voor de tentoonstelling ‘Caravaggio – Bernini. Barok in Rome’.

Laat me je meenemen naar een zonnige vrijdagmiddag in Rome, anno 2010. Middenin La città eterna nam ik als vijftienjarige puber plaats in een weelderige barokkerk genaamd Santa Maria della Vittoria. In deze kerk bevindt zich De extase van Theresia, een sculptuur gemaakt door kunstenaar Gian Lorenzo Bernini. Verbeeld is het moment dat de heilige Theresia van Ávila bezocht wordt door een engel en daardoor letterlijk in vervoering raakt. Tegen een achtergrond van gouden zonnestralen gooit ze haar hoofd naar achteren, haar mond open. Haar jurk is een wirwar van plooien en kreukels. Daar zat ik dan, voeten moe van het wandelen en hoofd vol van alle pracht en praal die ik die dag al had gezien. Ik voelde tranen prikken in mijn ogen, haalde diep adem, vlijde me nog nét niet in eenzelfde vervoering over de kerkbanken, en besloot: ik wil later kunsthistoricus worden. Ik was in één klap verkocht.

Zaalopname, 'Caravaggio-Bernini', Foto: Rijksmuseum

Geen wonder dus dat ik stond te springen toen ik hoorde welk drama zich op dit moment voltrekt in het Rijksmuseum. Rustig maar, De Nachtwacht is niet gestolen, noch is Het melkmeisje van de muur gedonderd. De Philipsvleugel is simpelweg overgenomen door de bellissima barokkunst van de Italiaanse zeventiende eeuw. Dat betekent verwrongen gezichten, kronkelende lichamen, spel met licht en donker en vooral een hele hoop spektakel. In de tentoonstelling Caravaggio – Bernini laten beeldhouwer Bernini en schilder Michelangelo ‘Caravaggio’ Merisi ons zien hoe het moet, vergezeld door onder andere Artemisia Gentileschi, Simon Vouet, Annibale Carracci en Nicolas Poussin. Helaas kan de heilige Theresia haar kerk natuurlijk moeilijk verlaten, dus haar krijgen we niet te zien. Maar per fortuna; de Italiaanse zeventiende eeuw heeft nog ontelbaar veel meer moois te bieden waarvan je evengoed in extase raakt.

Michelangelo Merisi da Caravaggio, 'Jongen gebeten door een hagedis', ca. 1597–1598, Fondazione di Studi di Storia dell’Arte Roberto Longhi
Gian Lorenzo Bernini, 'Medusa', 1638–1640, Rome, Musei Capitolini, Palazzo dei Conservatori
Michelangelo Merisi da Caravaggio, 'Jongen gebeten door een hagedis', ca. 1597–1598, Fondazione di Studi di Storia dell’Arte Roberto Longhi
Gian Lorenzo Bernini, 'Medusa', 1638–1640, Rome, Musei Capitolini, Palazzo dei Conservatori

Voor deze tentoonstelling kun je eigenlijk het beste een vergrootglas meenemen. Er zijn namelijk ontzettend veel prachtige details om in te verdrinken. Zo worden we in de eerste zaal begroet door het met slangen omgeven gezicht van Medusa (ca. 1638-40), gemaakt door Bernini. In de Griekse mythe kan Medusa, een vrouw die door de godin Athena is veranderd in een mythisch wezen, iedereen met één blik in steen doen veranderen. Ironisch genoeg is juist zij hier degene die versteend is, inclusief de kleine, krioelende, kronkelende slangen rondom haar hoofd. Je zou bijna vergeten dat die levensechte slangen door de beeldhouwer uit hard, onvergeeflijk marmer zijn gehouwen. In het voorhoofd van Caravaggio’s Sint Franciscus van Assisi mediterend (ca. 1605-06) kunnen we de rimpels tellen; door het enorme licht-donkercontrast vormen ze diepe groeven in de huid van deze heilige, die zich voorover buigt in zijn simpele, bruine habijt. Of wat dacht je van Bernini’s Vier groteske mannenkoppen (ca. 1650-55); vier piepkleine gouden hoofden met hun ogen en mond wijd opengesperd die de kunstenaar ontwierp als versiering voor zijn persoonlijke koets. Spektakelstuk is Bernini’s gebeeldhouwde portret van Thomas Baker uit 1637-38, een man met een bewonderenswaardige bos krullen geen pruik, wordt er nog even expliciet bij vermeld, dat onderwerp was blijkbaar nogal sensitivo en een enorme kanten kraag, waaruit de kunstenaar met een steenboor minuscule gaatjes heeft gehaald. De stof lijkt zo dun dat je je hand eigenlijk wil uitstrekken om te kijken of je deze niet zo tussen je vingers zou kunnen vouwen. Tegen het einde van de tentoonstelling stap je even het domein van de slaap binnen. In een zijkamer bevindt zich namelijk Il Sonno (1636) van Alessandro Algardi, een zwart marmeren verbeelding van ‘de slaap’. Hier is dat een naakt, ietwat mollig jongetje met zijn hoofd achterover geleund en zijn rechterarm gracieus boven het hoofd gedrapeerd. De ruimte is donker en het is er muisstil, zeker nu er door coronamaatregelen maar twee personen tegelijkertijd in het zaaltje mogen staan. Buig je voorover en kijk eens goed; het glanzende, zwarte beeld zou zomaar ineens uit zijn slaap kunnen ontwaken.

Michelangelo Merisi da Caravaggio, 'De doornenkroning', ca. 1603. Wenen, Kunsthistorisches Museum
Artemisia Gentileschi, 'De extase van Maria Magdalena', 1620–1625 of 1630–1635.
Michelangelo Merisi da Caravaggio, 'De doornenkroning', ca. 1603. Wenen, Kunsthistorisches Museum
Artemisia Gentileschi, 'De extase van Maria Magdalena', 1620–1625 of 1630–1635.

Het ging barokkunstenaars niet om het zo elegant mogelijk namaken van de natuur, maar juist om het opwekken van emoties bij hun toeschouwers. Caravaggio – Bernini is dan ook opgedeeld in de verschillende affetti; de soorten gevoelens die kunstenaars met hun werk wilden uitbeelden of teweegbrengen. Denk aan verwondering, schrik, ontroering, medelijden of de oude, vertrouwde amore. Om die emoties zo goed mogelijk over te brengen, moest je als kunstenaar soms behoorlijk wat overhebben voor je werk; rumour has it dat Bernini wel eens plaatsnam voor een spiegel met brandende kolen in zijn hand, om zo goed mogelijk te kunnen bestuderen hoe een gezicht verwrongen van pijn eruitziet. Mamma mia! Dat deze studie hem genoeg inspiratie bood, zien we in het beeld Sint-Sebastiaan uit 1617. Het lichaam van deze heilige werd doorboord met pijlen nadat hij weigerde zijn christelijk geloof op te geven. Hier hangt hij levenloos over een boomstam, zijn hoofd naar achteren gekanteld en zijn ogen gesloten. Caravaggio kon er ook wat van – en had blijkbaar geen persoonlijke ervaring met pijn nodig. Op zijn Doornenkroning uit 1603 zien we hoe Jezus in elkaar krimpt terwijl twee soldaten een kroon vol doorns steviger op zijn hoofd drukken. Vooraan staat een man met zijn rug naar ons toe. Zijn hand raakt bijna die van Christus. Hij dient als voorbeeld voor het publiek; we moeten dit schilderij niet alleen bekijken, maar daadwerkelijk meelijden met wat we te zien krijgen. Gelukkig is het niet alleen kommer en kwel wat de klok slaat. Net zo belangrijk als deze serieuze onderwerpen, was bijvoorbeeld scherzo; een genre vol grappen en schertsen. Zo krijgen we een kleine satyr te zien die in een toneelmasker is gekropen net zo groot als zijn complete lichaam, of een aandoenlijk jongetje dat vol drama naar zijn voet wijst nadat een dolfijn hem tijdens een stoeipartij in zijn voet beet. Je kan hem bijna horen krijsen om zijn moeder. Of het nou een grappig beeld is, een angstaanjagende scène of een levensecht portret, Caravaggio – Bernini heeft het allemaal. Eén ding is in elk geval zeker: een bezoekje aan deze tentoonstelling is een ware rollercoaster aan emoties.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
90 minuten
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Rijksmuseumpodcast In het Rijks heeft een speciale aflevering gewijd aan Caravaggio – Bernini. Gasten zijn conservator Frits Scholten en schrijver Ilja Leonard Pfeijffer; die laatste vertelt onder andere over Caravaggio’s dramatische vlucht nadat hij veroordeeld wordt voor moord.

De tentoonstelling ‘Caravaggio – Bernini. Barok in Rome’ is nog tot en met 13 september te zien in het Rijksmuseum.

Meer informatie