Maartje Knepper 01 september 2020

GO | NO GO #265: Mindful met Mankes

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Deze keer reden wij ongeveer honderd kilometer richting het oosten des lands voor de tentoonstelling ‘Jan Mankes: de werkelijkheid niet’ in Museum MORE te Gorssel.

Tijdens de quarantaine stuitte ik op het gedicht ‘Bij Loosdrecht’ van K. Schippers. Dat luidt zo: ‘Als dit Ierland was, / zou ik beter kijken’. Het legt precies bloot wat we voor de coronacrisis leken te zijn vergeten, namelijk: genieten van de ‘gewone’ dingen om ons heen. Alles moest groter, beter, sneller, verder. Maar deze zomer stroomde het Scheveningse strand weer vol. Nederland bleek zo slecht nog niet. Is dit het begin van een nieuwe minimalistische, lokaal georiënteerde levensstijl? Kunnen we vanaf nu weer meer stilstaan bij de kleine dingen? Vogels. Een veldje met bloemen. Iemand die lang geleden al zo mindful leefde was de Nederlandse schilder Jan Mankes (1889 – 1920) wiens werk te zien is in de tentoonstelling Jan Mankes: De werkelijkheid niet in Museum MORE te Gorssel.

1Jan Mankes, 'Witte muizen op perkamenten boekband', 1911, particuliere collectie

Mankes schilderde doorgaans op klein formaat en koos onderwerpen in zijn directe omgeving. Voor hem dus geen maand Bali of Australië, want in zijn eigen huis en tuin in De Knijpe bij Heerenveen was genoeg te zien: een stel muizen, een groene gemberpot, een vaas met lelies, zijn eigen vader. Daarnaar keek hij met de grootste verwondering. In zijn voorstellingen koos hij dan slechts één of twee elementen, om zich daar helemaal op te concentreren. Daardoor zag hij ook meer. Bijvoorbeeld dat er achter die alledaagse dingen nog iets zat, een ‘ziel’, en dat hij die door met rust en aandacht te kijken op zijn doek kon vangen. Hoe deed hij dat?

Jan Mankes, 'De Witte Haan', 1917, collectie Museum MORE
Jan Mankes, 'Gemberpot met dopheide', 1916, Collectie Museum MORE
Jan Mankes, 'De Witte Haan', 1917, collectie Museum MORE
Jan Mankes, 'Gemberpot met dopheide', 1916, Collectie Museum MORE

Verwacht in Gorssel geen grote Mankes-overzichtstentoonstelling. Er is één zaal met 35 schilderijen (de schilder maakte er een krappe 200), tekeningen en grafiek ontbreken. Het museum had wel meer bruiklenen bij andere musea besteld, maar die konden door alle coronaperikelen niet doorgaan. Dat is jammer, want in de introductiefilm van de tentoonstelling wordt met zoveel enthousiasme over bepaalde werken gesproken, dat je die toch wel graag had willen zien. De groepering van de werken binnen één ruimte heeft wel als voordeel dat er meteen iets opvalt: de kleur wit. Die komt in bijna alle schilderijen terug. Er zijn witte konijnen, witte schedels, witte chrysanten, witte asters, en een uil met een witte kop. Die kleur valt extra op omdat Mankes de achtergrond van zijn schilderijen meestal donker en dof maakte. Zie de Witte haan (1917). De haan staat op één poot en kijkt de toeschouwer recht aan. De achtergrond is donkerbruin, bijna zwart. Maar dan het wit van zijn verenkleed. Dat geeft licht! Dit effect bereikte de eigenzinnige realist door de veren heel zorgvuldig op te bouwen. Als je goed kijkt zie je dat het wit niet helemaal wit is. Er schijnen gele en zelfs violette tonen in door. Over die kleuren schilderde Mankes steeds nieuwe dunne, transparante laagjes: verf op verf. Net zolang tot er volume en zachtheid ontstond. De rode kam van de haan schilderde hij juist dekkend, waardoor die naar achter valt en je aandacht metéén naar die veren gaat. Bij Judaspenningen in Japanse vaas (1916) – judaspenningen zijn plantjes met een zilverwitte vrucht – krijgen de vliesdunne, witte bloemetjes door diezelfde werkwijze juist iets hards, parelmoer-achtigs, maar ook zij geven onmiskenbaar licht. Mankes wist zo van iets simpels als een plant of een boerderijdier iets magisch te maken. Je wordt gedwongen om stil te staan en moét dan wel blijven kijken.

Zaaloverzicht 'Jan Mankes', © Museum MORE, foto: Joop van Putten (tweede van links: 'Jongensportret' en rechts van midden: 'Judaspenningen in Japanse vaas')

In portretten blonk Mankes toch het meeste uit. Hij schilderde voornamelijk zichzelf en de mensen om zich heen: zijn vader, moeder en zijn ‘meisje’ Annie. Prachtig is het schilderij Jongensportret (1915). Daarop zien we en profil het kopje van een kind met zo’n bleke huid dat die wel doorschijnend lijkt. De achtergrond is – wederom – geschilderd in gedempte kleuren: grijs, blauw, zwart, en dan zie je, heel subtiel, een klein streepje felrood dat uitsteekt boven het boordje van zijn jas. In een brief uit 1911 schreef Mankes dat een portret ‘het leven, de ziel der afgebeelde’ kon weergeven. Hij schilderde daarom net zo lang door tot dát hem lukte. Tot hij het innerlijk, de kern, of ja, de ‘ziel’, te pakken had. Dat lukte hem het beste in zijn zelfportretten. Op een zelfportret uit 1910 zien we Mankes als jonge jongen. Hij draagt een witte schildersjas en staart ons zelfbewust aan: hij is een kunstenaar en zijn schilderijen zijn een succes. Maar dan het zelfportret uit 1915. De kunstenaar is nog altijd jong, maar hij kijkt ernstig. De lijnen van zijn kaken en neus zijn scherp aangezet, zijn wangen zijn ingevallen. Hij ziet er ziekelijk uit en dat was hij ook. Mankes leed aan tbc en kreeg daar nog eens de Spaanse griep (ja, ook een pandemie) bij. Maar hij schilderde door en kort voordat hij op dertigjarige leeftijd stierf, legde hij in een brief zijn credo vast: ‘Ik probeerde mooie dingen te maken in allen eenvoud.’ Zo’n oneerlijk lot en dan toch de schoonheid blijven zien in de kleinste dingen: meer zen wordt het niet. 

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
45 minuten
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Mindful kijken naar kunst is nog niet zo gemakkelijk. We kijken vaak grotendeels onbewust en daardoor gaat veel aan ons voorbij. Maar kijken met aandacht kun je wél leren. In haar boek Goed kijken begint met negeren laat kunsthistoricus en schrijver van de ‘Oog voor detail’-serie in de Volkskrant Wieteke van Zijl zien hoe dat werkt. In 56 verhalen verbindt ze allerlei kunstdetails aan ons dagelijks leven én geeft ze ook praktische kunst-kijktips. De titel verraadt vast een tipje van de sluier: alles begint met… negeren!

De tentoonstelling ‘Jan Mankes: de werkelijkheid niet’ is nog tot en met 25 oktober 2020 te zien in Museum MORE.

Meer informatie