Ken je die poster voor het Miss Dior Chérie parfum? Een meisje in een roze pofjurk houdt zich vast aan een tros kleurrijke ballonnen en zweeft over de stad Parijs. Ze ziet er tot in de puntjes gestileerd uit. Alles aan haar is perfect. Deze reclameposter stamt uit de tijd dat ik tijdschriften als de Fancy las en een dergelijk beeld een enorme impact op mij had. Ik wilde dat parfum, ik wilde die jurk en ik wilde naar Parijs om daar een hoogstaande modellencarrière te beginnen. Een vorm van escapisme eigenlijk. Dat gevoel van willen ontsnappen uit je leven hadden de kunstenaars van de Art Nouveau ook. Ze creëerden in hun kunst een soort droomwereld met een schoonheidsideaal waar je u tegen zegt. De mooiste vormen uit de natuur verwerkten ze in schilderijen, prenten, architectuur, maar ook in gebruiksvoorwerpen als sieraden of tafellampen. Maar naast de sierlijkste insecten en kleurrijkste bloemen maakten de kunstenaars ook veel gebruik van de vrouw als stijlfiguur. Afbeeldingen waar de vrouw als een ongrijpbare schoonheid is weergegeven, eigenlijk zoals het model van de Dior-poster. Deze vrouwen in al hun verschillende rollen, van godinnen tot femmes fatales en van beeldschone feeën tot dragkings, komen nu aan bod op de tentoonstelling Godinnen van de Art Nouveau in het Allard Pierson Museum.
GO | NO GO #298: Iets te perfecte godinnen
Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Deze keer bezochten we de tentoonstelling ‘Godinnen van de Art Nouveau’ in het Allard Pierson Museum in Amsterdam.
De periode waarin de Art Nouveau hoogtij vierde (1890-1914) laat zich kenmerken als een tijd vol onzekerheid. Er gebeurde ontzettend veel en zeker niet alleen op het gebied van de kunst. Zo had Darwin net zijn Origin of Species geschreven, wat nogal een deuk in het zelfbeeld van de mensen opleverde (het idee dat men écht afstamt van apen kwam hard aan), en schreef Sigmund Freud over het onderbewuste en onderdrukte verlangens. Bovendien ontstonden er veel nieuwe technieken die bijzondere uitvindingen mogelijk maakten zoals auto’s en films. Parallel aan deze ontwikkelingen maakte ook de maatschappij een enorme verandering door: de massacultuur kwam op, maar er ontstond ook veel armoede onder de fabrieksarbeiders. Vanzelfsprekend werden kunstenaars beïnvloed door al deze vooruitgang; het was tijd voor iets compleet nieuws. Een kunststroming vol nieuwe beeldtaal die met de beweging van de tijd mee zou gaan: Art Nouveau was geboren.
Een grote heldin voor Art Nouveau-kunstenaars was Loïe Fuller (1862-1928). Misschien kan je haar het best omschrijven als de oermoeder van de moderne dans. Ze was geboren in Chicago maar verhuisde naar Parijs waar ze de mensen wegblies met haar moderne bewegingen. Bewegingen die voor haar een vorm van pure expressie waren. Fuller danste met draaiende armen over het podium in een gigantische, loszittende jurk die om haar heen zwierde. Het geheel werd nog magischer door de moderne theaterbelichting die om de paar seconden van kleur veranderde, waardoor ook haar jurk van kleur wisselde. Probeer je even voor te stellen hoe het is als je iets dergelijks nog nooit hebt gezien; het moet overweldigend zijn geweest. Ook kunstenaars raakten betoverd. Fuller was de inspiratie voor talloze kunstwerken en het is interessant om te zien hoe de kleuren van haar jurk en de expressieve bewegingen op verschillende manieren geïnterpreteerd werden. In de tentoonstelling zie je bijvoorbeeld een tafellamp in de vorm van Fuller. Huh? Ja echt. Ze danst en komt net met haar hoofd boven de draperieën van haar jurk uit. Onder haar arm, (je moet er echt even voor bukken) zie je een gloeilampje verstopt dat van kleur kan veranderen. Maar ook in de grafische kunst ontdekte men manieren om de kleurtransities van haar jurk vast te leggen en de illusie van beweging op te roepen. Je vindt in de eerste zaal een prachtig boek van Pierre Roche waarin hij de techniek gypsographie gebruikt. Simpel gezegd: hij maakte een gipsen reliëf van Fuller waarin hij makkelijk een kleurgradiënt kon aanbrengen, maar die ook heel goed de dynamiek van haar bewegingen laat zien. Het geheel krijgt daardoor een magisch effect, de afbeelding lijkt continu te bewegen. Het hoogtepunt van de tentoonstelling is toch wel de zaal waarin je bewegende beelden van de dans van Fuller ziet. Pas dan snap je waarom die kunstenaars zo betoverd door haar waren, en herken je haar nóg beter in de tentoongestelde kunstwerken.
Hoewel de vrouwen in de kunstwerken sierlijk en oogverblindend mooi zijn, zijn het natuurlijk wel geperfectioneerde vrouwen die net zo geloofwaardig zijn als het model uit de Dior-poster. Nu ik wat ouder ben roept deze poster niet meer het intense verlangen op om topmodel te worden. Bovendien heb ik steeds meer moeite met de geïdealiseerde manier waarop vrouwen in dit soort campagnes worden afgebeeld. Die stereotype verbeelding zie ik ook terug op deze tentoonstelling. Zo kom je bijvoorbeeld in de zaal Corporate Identities een poster tegen met een vrouw die absint letterlijk aan de man brengt. Ze kijkt je verleidelijk aan, en lijkt helemaal in haar eigen wereld te zitten. Het laat een soort perfect vrouwbeeld zien waar niemand aan kan tippen. Een beeld van een ongrijpbare, witte vrouw met strakke gelaatstrekken, golvend haar, nagels alsof ze net een hele dure manicure heeft gehad en gehuld in een doorzichtig jurkje dat haar borsten en lichaam subtiel toont. Hier had de tentoonstelling een referentie naar onze tijd kunnen maken, waarin vrouwen nog steeds aan een bepaald schoonheidsideaal moeten voldoen, en waar juist ook steeds meer tegengeluiden te horen zijn, zoals de Body Positivity-beweging. Maar dat blijft uit. Wel wordt er benadrukt dat het tentoongestelde vrouwbeeld niet de vrouw in al haar diversiteit laat zien omdat ze vaak iets symboliseerde. Je kijkt dus niet naar een waarheidsgetrouwe weergave van vrouwen, maar naar een visualisering van een bepaald idee. Zo kom je dromerige feeën uit Middeleeuwse sprookjes tegen, die symbool staan voor een puur en volmaakt leven. Maar de vrouw kon ook iets negatiefs symboliseren; de Bijbelse Salomé stond bijvoorbeeld voor een verleidelijke vorm van verderf. Hoewel de meeste Art Nouveau kunstenaars man waren, kan je dit onrealistische vrouwbeeld toch niet alleen aan de male gaze wijten, want vrouwelijke kunstenaars uit die tijd hanteerden dezelfde beeldtaal als de mannen. Sterker nog; het geïdealiseerde vrouwbeeld werd zelfs door feministische Art Nouveau-kunstenaars gebruikt. Sylvia Pankhurst (1882-1960) maakte bijvoorbeeld een met wijnranken gedecoreerde kalender waarin een heel sierlijke, vrouwelijke engel met een vlammetje de weg wijst. De manier waarop de vrouw is afgebeeld in de Art Nouveau hoort dus simpelweg bij de beeldtaal van de stroming, maar dat neemt niet weg dat het onrealistische beelden zijn waar we in onze tijd met gemengde gevoelens naar kijken. Juist doordat de tentoonstelling die vertaalslag naar onze tijd niet maakt, word je aan het denken gezet over de normalisering van de perfecte vrouw, en hoe abnormaal dit beeld van de immer slanke, immer witte vrouw met lange golvende haren eigenlijk is.
Zelf bezoeken?
Zit je na het zien van deze tentoonstelling nou helemaal lekker in die Art Nouveau vibes? Ga dan na je bezoek nog even de stad in met het boek Art Nouveau in Amsterdam 1895-1910 van Max Put. Op de meest verrassende plekjes laat hij je prachtige Art Nouveau motieven zien. Ontsnappen aan de werkelijkheid in eigen land!