Wouter Maas 27 oktober 2022

GO | NO GO #333: Onze koloniale erfenis

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Deze keer was onze redacteur Wouter Maas in het Tropenmuseum voor de tentoonstelling ‘Onze koloniale erfenis’.

Tijdens de kruistochten in de elfde eeuw ontdekten de Europeanen suiker. Nou ja, ‘ontdekten’. Al lang voor onze jaartelling was het in het huidige Azië al bekend dat je daar suikerriet voor kon gebruiken. Van hetzelfde laken een pak ‘ontdekten’ Europeanen overzeese gebieden. Daar wóónden allang mensen. Het enige wat ze écht ontdekten was dat als je genoeg vreemde ziektes introduceerde, genoeg kogels had, en een of andere vlag met felle kleuren in de aarde stak, je land voor jezelf kon opeisen. Europeanen kwamen er ook al snel achter dat suikerriet daar een stuk beter groeide dan thuis, en dat er met een paar bomen minder er ook nog eens genoeg ruimte was voor grote akkers. Intussen was thuis de vraag naar suiker groot, en de prijs die ervoor betaald werd enorm. Het enige probleem was het tekort aan mankracht om dat suikerriet te verbouwen. Na kort zweten werd de oplossing bedacht: de transatlantische slavenhandel.

Zaalopname, 'Onze koloniale erfenis', met werk van Farida Sedoc, foto: Rick Mandoeng

Geen handelswaar is zo verbonden met het slavernijverleden als suiker, maar ook door koffie, thee, tabak en andere middelen uit voormalige koloniën hebben Europeanen, met Nederlanders voorop, hun zakken gevuld. Eeuwen aan uitbuiting, van zowel mensen als omgeving, laten hun sporen achter. Dus hoewel slavernij door Europese landen werd afgeschaft in de negentiende eeuw, is het niet iets van het verre verleden. De tentoonstelling Onze koloniale erfenis onderzoekt daarom niet alleen het slavernijverleden van Nederland, maar ook hoe dat verleden ons heden heeft gevormd. Zoals in de tentoonstelling wordt verteld: ‘Het eten op onze borden, de taal die we spreken, de mensen die in Nederland wonen, onze blik op elkaar en onze onderlinge machtsverhoudingen’. Geen meer passende plek voor dit onderzoek dan het Tropenmuseum, dat in 1864 oorspronkelijk is gesticht als Koloniaal Museum.

Julian Sinzogan, Gates of Return II, 2009
Fabiola Jean-Louis, 'Madame de Beauvoir’s painting', uit de serie Rewriting History
Julian Sinzogan, Gates of Return II, 2009
Fabiola Jean-Louis, 'Madame de Beauvoir’s painting', uit de serie Rewriting History

Een krachtig onderwerp binnen de tentoonstelling is het verzet van tot slaaf gemaakten tegen de witte overheerser. In Madame de Beauvoir’s Painting (2017) kijkt een rijk geklede Zwarte vrouw naar een schilderij van een tot slaaf gemaakte man. De achterzijde van haar jurk bestaat uit een patroon van dikke arceringen dat een echo is van de toegetakelde rug van de man; het verleden heeft nog steeds effect op een latere generatie. Kunstenaar Fabiola Jean-Louis (1978) verwijst met dit werk naar een foto uit 1863 van Gordon (ook bekend als ‘whipped Peter’), die in maart van dat jaar van een plantage in Louisiana vluchtte. Het beeld van zijn rug met diepe littekens groeide uit tot een van de beruchtste voorbeelden van de grove mishandelingen op Amerikaanse plantages. Niet lang na zijn ontsnapping schreef Gordon zich in bij het leger van de noordelijke staten, die de burgeroorlog zouden winnen. Hiermee werd het verbod op slavernij ingevoerd. Een stuk verder in de tentoonstelling behandelt Jocelyn Gardner (1961) met Creole Portraits III: “bringing down the flowers…” (2009-11) een hele andere vorm van verzet, namelijk abortus. Drie ingekleurde litho’s laten gevlochten kapsels zien, met daaronder sierlijke planten die aan het werk van Maria Sybilla Merian (1647-1717) doen denken. Tussen hoofd en plant zitten metalen halsbanden met kettingen en scherpe metalen punten. Dit soort martelwerktuigen werden toegepast op tot slaaf gemaakte vrouwen die abortus probeerden te plegen met behulp van bepaalde planten. Liever dan kinderen krijgen en deze in slavernij laten opgroeien, kozen deze vrouwen ervoor om hun zwangerschap af te breken en hiervoor vreselijke mishandelingen te ondergaan. 

Zaaloverzicht met werk van Gladys Paulus, Foto: Rick Mandoeng

Dat het voor een museum tegenwoordig echt niet blijft bij verzamelen, onderzoeken en presenteren, bewijst het Tropenmuseum door verschillende hedendaagse kunstenaars uit te nodigen om nieuw werk te maken. Hoe ervaren zij de erfenis van het kolonialisme? Hoe uiten ze dit in hun kunst? En wat kunnen wij daarvan leren? Gladys Paulus (1973) is een kunstenaar met een Indische achtergrond, die vooral met handgemaakt vilt werkt. Voor de tentoonstelling maakte ze, binnen het thema ‘thuis’, Stiltes waar je niet omheen kunt (2022). Deze installatie bestaat uit een met vilt afgezette spiegel op een verhoging, een afbeelding van een zittende hond tegen dezelfde stof waaruit talloze draden naar beneden lopen, en een groot kleed met de woorden ‘ik ben/ hier/ ben ik’. Centraal in haar werk staat intergenerationeel trauma; vaak stilzwijgend doorgegeven pijnlijke ervaringen van oudere generaties. Met Stiltes wil ze dat zwijgen doorbreken en ruimte innemen om dat gesprek aan te gaan.

Avantia Damberg, Curaçaose lagen, 2022, Tropenmuseum

Een ander nieuw werk in de tentoonstelling is het metershoge Curaçaose lagen (2022) van Avantia Damberg (1977). Afro-Curaçaoënaars, Portugese Joden, Indiërs, Chinezen, Nederlanders, Venezolanen. Het zijn maar een paar van de meer dan 100 bevolkingsgroepen die tegenwoordig op Curaçao wonen. Damberg vestigt de aandacht op een groep mensen die niet meer in deze lijst voorkomt: de Caiquetíos, de oorspronkelijke bewoners van het eiland. Van het plafond tot aan de grond hangt een enorme cilinder, bestaande uit drie lagen. De bovenste laag is opgebouwd uit keramieke plakken, beschilderd in verschillende motieven: de erfenis van de Caiquetíos. De geschiedenis gaat verder, met de middelste laag die van textiel is gemaakt en waarop manumissiebrieven zijn gedrukt; bewijzen van de vrijlating van tot slaaf gemaakten. De onderste laag bestaat uit hout, waarin woorden staan uit de Himno di Kòrsou, het volkslied van Curaçao. Het hout staat voor Damberg voor buigzaamheid en kracht. En met die twee woorden is ook de indrukwekkende tentoonstelling Onze koloniale erfenis goed samengevat. 

 

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
90 - 120 minuten
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

De Volkskrant vertelt sinds afgelopen zomer de onbelichte verhalen van het Nederlandse koloniaal verleden in een nieuwe reeks. In 50 voorwerpen, uitgekozen door elf experts, geeft de krant een bredere kijk en meer perspectieven op dit deel van de geschiedenis. Daar wil nog wel eens iets opvallends tussen zitten, denk aan een baksteen, of een skelet van een dodo. 

De tentoonstelling ‘Onze koloniale erfenis’ is de komende zeven jaar te zien in het Tropenmuseum in Amsterdam.

Meer informatie