Hanna de Vos 19 december 2023

GO | NO GO #366: Nazi-kunst – eenvormig en kitsch?

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Onze redacteur Hanna de Vos bezocht Museum Arnhem voor de tentoonstelling ‘Kunst in het derde rijk: verleiding en afleiding’. 

Adolf Hitler, Hermann Goering en Joseph Goebbels bezoeken 'House for German Art', Munchen, 18 juli 1937. Heinrich Hoffmann/ AFP/ Getty Images.

In nazi-Duitsland waren er twee soorten kunst: geaccepteerde kunst en ‘Entartete Kunst’, oftewel ontaarde kunst. Heel simpel gezegd: kunst die wel en niet voldeed aan de idealen van het nazi-regime. Voor kunstenaars die wél voldeden aan de nazi-criteria (denk: schilderijen van dappere soldaten en vaderlandslievende burgers) was de oorlog booming business. De tentoonstelling Kunst in het derde rijk in Museum Arnhem laat nu een selectie van dit soort kunstwerken zien. Een groot deel hiervan was destijds eigendom van de Duitse staat. Werk van kunstenaars als Willy Kriegel en Edmund Steppe werd zelfs door Adolf Hitler persoonlijk aangekocht. En jaarlijks werden grote tentoonstellingen gehouden in het speciaal daarvoor gebouwde Haus der Deutschen Kunst in München.

zaalopname 'Kunst in het derde rijk: verleiding en afleiding', Museum Arnhem, foto: Rolf Hensel

Aan de hand van kunstwerken die geliefd waren onder het nazi-regime onderzoekt Museum Arnhem de link tussen ‘aantrekkelijk beeld’ en ‘anti-democratisch gedachtegoed’. Kunst was destijds een verleiding en een afleidingsmanoeuvre tegelijk. Met sneaky motieven en thema’s in schilderijen werd het publiek klaargestoomd voor nazistisch gedachtegoed. Tegelijkertijd trokken grote schilderijen en tentoonstellingen de aandacht weg van de gruwelijkheden die écht gaande waren onder het regime. De banden tussen het nazi-regime en de kunstenaars uit die tijd worden in deze tentoonstelling uitgebreid bekeken en bevraagd.

Hans Sterbick, 'Kriegswinter in Polen', 1941

De nazi’s hadden een waslijst aan criteria waar kunst volgens hen wel en niet aan moest voldoen. ‘Entartete kunst’ was modern en abstract, liet allerlei soorten mensen – Joods, van kleur, LGBTQIA+, met een kwetsbare positie in de maatschappij – in de grote stad zien, en uitte regelmatig kritiek op de samenleving. Kunst die wél geaccepteerd werd, was juist traditioneel en realistisch geschilderd, toonde boeren en burgers op het platteland, vrouwen als personificatie van schoonheid en vruchtbaarheid, en mannen die kracht en vaderlandsliefde uitstralen. En natuurlijk zijn in dit soort kunst het leger en de industrie veelvuldig afgebeeld als de backbone van de nazi-maatschappij. Na 1943 kwam er wel een kleine verschuiving in dit verhaal. Tegen die tijd werd Duitsland flink in het nauw gedreven door de geallieerden, dus gingen kunstenaars op zoek naar een nieuw motief: dat van de dappere Duitse soldaat die zijn leven gaf voor Die Heimat. Dat zie je in de tentoonstelling bijvoorbeeld terug in Stalingrad (1943) van Carl Busch. Daar ligt een stervende soldaat op de grond die zijn laatste handgranaat overhandigt aan een kameraad. Op Kriegswinter in Polen (1941) van Hans Sterbick wordt ook al gedoeld op de opofferingen van Duitse soldaten, die door een spierwit besneeuwde wereld trekken met hun karren en paarden. Je zou bijna vergeten voor welk regime ze vochten. En dat is natuurlijk de bedoeling, want kunst was voor nazi-Duitsland bovenal een propagandamiddel. Dat maakt het extra interessant om deze kunst ruim vijfenzeventig jaar later weer bij elkaar te brengen. Want ook in onze tijd blijft het belangrijk om kritisch te kunnen kijken naar kunst, media en de boodschap die onder het oppervlak verstopt zit.

Albert Janesch, 'Watersport', 1936, Collectie Deutsches Historisches Museum, foto: A. Psille
Adolf Ziegler, 'De vier elementen', ca. 1937, Bayerische Staatsgemäldesammlungen München, Pinakothek der Moderne
Albert Janesch, 'Watersport', 1936, Collectie Deutsches Historisches Museum, foto: A. Psille
Adolf Ziegler, 'De vier elementen', ca. 1937, Bayerische Staatsgemäldesammlungen München, Pinakothek der Moderne

Niet elk schilderij in Kunst in het derde rijk barst van de hakenkruizen en propaganda. Je komt er veel motieven en thema’s tegen uit de gehele kunstgeschiedenis, zoals mythen uit de oudheid of vrouwelijk naakt. En toch hangt er in de tentoonstelling een sfeer die je op zijn zachtst gezegd unheimisch kan noemen. Dat zit hem vooral in de context. Neem bijvoorbeeld Wassersport (1936) van Albert Janesch: in principe gewoon een schilderij van roeiende, gespierde mannen met ontbloot bovenlijf, maar something’s off. Dit schilderij behoorde namelijk ooit tot Hitlers persoonlijke collectie. Hoewel er geen enkel nazi-symbool op het werk te vinden is, kun je met die kennis in je achterhoofd toch bijna de marsmuziek van het Duitse leger en de woedende toespraken van haar leiders horen. Aan het einde van de tentoonstelling blikt Museum Arnhem terug op de ruim 75 jaar die is verstreken sinds de Tweede Wereldoorlog en de manier waarop er sindsdien naar kunst uit het derde rijk is gekeken. Die wordt vaak gezien als ‘eenvormig en kitsch’, maar dat wordt in deze tentoonstelling genuanceerd. Maar daarop rijst de vraag: moeten we kunst waar Hitler himself van watertandde, wel willen nuanceren? Hoe belangrijk is de esthetische waarde van nazi-kunst eigenlijk? Je hoeft niet altijd te kunnen beargumenteren dat kunst mooi of bijzonder of speciaal is. Soms is de voornaamste reden dat we naar kunst kijken namelijk de context waarbinnen het is gemaakt. Of kunst uit het derde rijk nou kitscherig of ingenieus was, doet er dus eigenlijk niet zoveel toe. Deze kunst zullen we nooit uit de context van haar ontstaan kunnen halen, en dat is misschien maar goed ook.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
90 minuten
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Dat een tentoonstelling over nazi-kunst discussie kan oproepen, hoeft geen verrassing te zijn. Gelukkig gaat Museum Arnhem die discussie ook aan: er worden in februari en maart twee discussiepanels georganiseerd. Wat was de positie van vrouwen in nationaalsocialistische kunst en hoe zit het met ons herinneringscultuur wat betreft de Tweede Wereldoorlog?

coverbeeld: Adolf Reich, ‘Das größere Opfer’, 1943, Collectie Deutsches Historisches Museum, Berlijn. foto: A. Psille

De tentoonstelling ‘Kunst in het derde rijk: verleiding en afleiding’ is nog tot en met 20 mei 2024 te zien in Museum Arnhem.

Meer informatie