Sofie Huvaere 16 januari 2024

GO | NO GO #368: Het patsergedrag van James Ensor

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Deze keer was onze redacteur Sofie Huvaere in Mu.ZEE in Oostende voor de tentoonstelling ‘Rose, Rose, Rose à mes yeux. James Ensor en het stilleven in België van 1830 tot 1930’.

Bij het wisselen van de seizoenen hoort ten huize Huvaere ook een changement de décor. Ik stof de oude, houten schoorsteenmantel in de living af en maak plaats voor seizoensgebonden decoratie: tulpen in de lente, vakantiefoto’s in de zomer, een guirlande met spookjes, vleermuizen en pompoenen in de herfst. Nu het weer tijd is om de kerstversiering te verhuizen naar de zolder, denk ik al na over een gezellig voorjaarstafereeltje voor op de schouw. Misschien iets met een nieuwe kamerplant en van die gedraaide kaarsen in zwierige kandelaars. Ik hou ervan om te combineren tot de feng shui wabi sabi volledig goed zitten. Toen ik me in de kerstvakantie in Mu.ZEE in Oostende onderdompelde in de vele pronkstillevens uit de negentiende en twintigste eeuw, beeldde ik me in hoe kunstenaars pietepeuterig het fruit in de schaal schikken, snuisterijen uitstallen en bloemen in een patserige vaas mikken om het tafereel daarna nauwkeurig vast te leggen op doek. Ook de Belg en Oostendenaar James Ensor (1860-1949) waagde zich aan dit patsergedrag. De tentoonstelling Rose, Rose, Rose à mes yeux – James Ensor en het stilleven in België 1830 – 1930 in Mu.ZEE brengt voor het eerst een vijftigtal van zijn stillevens samen, samen met heel wat andere Belgische stillevens. 

Berthe Art, 'Stilleven met waaier, dodenmasker en pauwenveer', 1885. Privéverzameling, Kortrijk, foto: Steven Decroos
Léon Spilliaert, 'Vaas en schelp', 1911, privécollectie via galerie Philip Seghers, foto: Steven Decroos
Berthe Art, 'Stilleven met waaier, dodenmasker en pauwenveer', 1885. Privéverzameling, Kortrijk, foto: Steven Decroos
Léon Spilliaert, 'Vaas en schelp', 1911, privécollectie via galerie Philip Seghers, foto: Steven Decroos

Ensor is in 1860 in Oostende geboren en in 1949 overleed hij er. Dit jaar is dat precies 75 jaar geleden. Tijd om 2024 om te dopen tot het Ensorjaar waarin verschillende musea zijn kunst vieren. Zo ook in Ensors geboortestad Oostende, waar Mu.ZEE onderdak biedt aan moderne en hedendaagse kunst in België met werken van 1880 tot vandaag. Tot voor kort was er in Mu.ZEE een aparte vleugel voor het werk van James Ensor en landgenoot Léon Spilliaert (1881-1946). Bij de verbouwing in 2021 besliste het museum om de vleugel te gebruiken voor tijdelijke tentoonstellingen. Het werk van beide Oostendenaars vind je sindsdien terug tussen hun tijdgenoten in de vaste collectie. Voor deze tentoonstelling gooit Mu.ZEE opnieuw het roer om en hangen de werken van Ensor weer zij aan zij in een daarvoor speciaal opgetrokken ‘Ensorzaal’. Omdat de expositie scherpstelt op het stilleven, ontdek je in drie andere zalen — ‘het decoratieve stilleven’, ‘het modernisme’ en ‘de epiloog’ — ook het werk van vele, talentvolle schilders die zich tussen 1830 en 1930 toelegden op het genre. Daarbij worden ook de vrouwelijke kunstenaars niet vergeten. Ik was onder de indruk van de bloemenpracht op het Stilleven met bloemen en buste van Louise-Marie van Orléans uit 1851 van Virginie de Sartorius (1828-1874), en van de ingetogen pastelkleuren op Stilleven met waaier, dodenmasker en pauwenveer uit 1885 van Berthe Art (1857-1934). Beide Belgische kunstenaars gaven met de buste en het dodenmasker ook een gezicht aan het stilleven en bliezen het genre zo nieuw leven in. Mu.ZEE slaagt erin om die evolutie in de pronkerige, decoratieve kunstwerken te tonen. Al is het door die veelvoud aan stillevens ook vaak naar adem happen. 

Zaaloverzicht 'Rose, Rose, Rose à mes yeux. James Ensor en het stilleven in België van 1830 tot 1930’. Mu.ZEE, Collectie Stad Oostende, foto: Steven Decroos.

Recent raakte bekend dat de stad Oostende het Thermae Palace Hotel met de Koninklijke Gaanderijen aan de zeedijk wil restaureren. Zelfs Mu.ZEE zou een plekje krijgen in het gebouw dat dateert uit 1933. Toch sluit het museum in 2025 drie jaar lang de deuren om het huidige gebouw in de Romestraat grondig te renoveren. Er is werk aan de winkel en dat voel je als bezoeker. De expositie is deze keer niet opgebouwd in de aparte vleugel, maar beslaat de volledige eerste verdieping waar de vaste collectie hangt. Vijf geïmproviseerde zalen voeren je mee langs de geschiedenis van het stilleven in België. Slechts twee daarvan zijn gewijd aan Ensor; het tekeningenkabinet en de Ensorzaal. Om de vele schilderijen een plek te geven, bouwde het museum tentoonstellingswanden uit houten staketsels. Dit geeft een wat slordige indruk. Bovendien last het museum in de eerste zaal met het decoratieve stilleven geen enkele adempauze in. Stilleven na stilleven na stilleven na stilleven, telkens slechts op enkele centimeters van elkaar. Ook de Ensorzaal is opgebouwd uit een houten skelet. Die meet ongeveer 7 op 12 meter en herbergt 35 schilderijen van de Oostendse grootmeester. Piepklein en beklemmend na het zien van de propvolle en veel te grote eerste zaal. De tentoonstelling voelt daardoor een beetje als een lijvig boek lezen zonder witruimte. Een goed boek, dat wel. Maar je moet zelf je pauzes inlassen.

James Ensor, 'Masker en schaaldieren (Masque regardant des crustacés'), 1891. Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, inv. 1958, foto: Rik Klein Gotink

Doe dit bijvoorbeeld in het tekeningenkabinet waar je kennismaakt met de snelle, ruwe tekeningen en etsen van Ensor. Bijzonder mooi zijn de tekeningen waarin gekke wezentjes verschijnen. De buffetpiano (1880-1888) is op het eerste gezicht een ruwe, donkere potlood- en houtskooltekening van een burgerlijk interieur. Maar uit het gordijn links komt de duivel tevoorschijn en een kleine sater bespeelt de piano. Griezelig. In Spiegel met geraamte (1890) duiken de bekende carnavalsmaskers op die zijn moeder in haar souvenirwinkeltje in Oostende verkocht. Ensor tekende met zwart krijt een maskerade rond een barokke spiegel. In de reflectie zou je de kunstenaar zelf verwachten, maar je staart in de donkere holtes van een schedel. Verbeeldde Ensor hier zichzelf als doodshoofd? De combinatie van het groteske van de maskers en het macabere van het skelet maken de tekening spookachtig. Vanaf 1880 wordt dit beklijvende team dan ook Ensors handelsmerk. Heel anders is het olieverfschilderij Een gezellig hoekje bij mij thuis uit 1938 die je in de zaal met het modernisme vindt. In vegen blauw, roze, oranje en bruin schilderde Ensor zijn schouwmantel. Neem ook hier even pauze en ontdek met welke voorwerpen de Oostendse grootmeester een gezellig hoekje bouwde in zijn woonkamer. Ik gok op een lentetafereel.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
120 minuten
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Ensor is Oostende. Hij woonde en werkte er. Zijn moeder had er een winkeltje met souvenirs en strandspulletjes voor de badgasten. Hij liet zich inspireren door de zee, de schelpen en zelfs de Oostendse daken. In het boek Oostende in de Belle Epoque. Het zwierige tijdperk van Ensor van Kurt Van Eeghem kan je je net als de kunstenaar onderdompelen in de mondaine, culturele hotspot die Oostende tussen 1870 en 1914 was. Wandel in de voetsporen van Ensor en ontdek waarom zijn Oostende de ‘Koningin der Badsteden’ wordt genoemd.

coverbeeld: James Ensor, ‘Rozen (Roses), 1892. Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel, foto : J. Geleyns.

De tentoonstelling ‘Rose, Rose, Rose à mes yeux. James Ensor en het stilleven in België van 1830 tot 1930’ is nog te zien t/m 14 april 2024 in Mu.ZEE, Oostende.

Meer informatie