Wouter Maas 06 februari 2024

GO | NO GO #370: Indonesië in het kort

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Onlangs was onze redacteur Wouter Maas in de Nieuwe Kerk  voor de tentoonstelling ‘De Grote Indonesië Tentoonstelling’.

Het bewijs voor de eerste ‘menselijke’ bewoning van Indonesië werd in 1891 ‘gevonden’ door Eugène Dubois, een Nederlands arts, antropoloog en paleontoloog. Hij liet een groep dwangarbeiders op Java een groot gebied uitkammen. Zij vonden daar onder andere een schedeldak van een homo erectus, die vervolgens de ‘Javamens’ werd genoemd. Het fossiel is tegenwoordig te zien in Naturalis en Leiden. De mens bleek dus al wel even aanwezig op de eilandengroep, en ontwikkelde zich ook in de eeuwen daarna verder tot een rijke cultuur.

Zaalopname ‘De Grote Indonesië Tentoonstelling', foto: Mike Bink
Zaalopname ‘De Grote Indonesië Tentoonstelling', foto: Eliza Zarah
Zaalopname ‘De Grote Indonesië Tentoonstelling', foto: Mike Bink
Zaalopname ‘De Grote Indonesië Tentoonstelling', foto: Eliza Zarah

Je zou alleen al aan dit prille begin van de beschaving op Indonesië makkelijk een tentoonstelling kunnen wijden. Maar De Grote Indonesië Tentoonstelling in De Nieuwe Kerk in Amsterdam wil en doet meer. In navolging op De Grote Suriname Tentoonstelling in 2019-2020 wordt nu de hele geschiedenis van Indonesië getoond, in het kort. De oudste objecten vertellen het verhaal van het hindoeïsme op de archipel, dat concurrentie kreeg van het boeddhisme dat zijn intrede deed in de achtste eeuw. Vanaf de veertiende eeuw verspreidde de Islam zich steeds meer over de eilanden en groeide uit tot de belangrijkste godsdienst. Ook komt de recentere geschiedenis van Indonesië aan bod, en wordt er door kunstwerken van hedendaagse makers commentaar gegeven op de samenleving nu. Kortom, De Grote Indonesië Tentoonstelling wil een gigantisch verhaal vertellen. Dat lukt helaas niet op elk vlak even goed.

Mangmoel, 'LUNA 9', 2023, Met dank aan Mogus Studio

De Nieuwe Kerk doet zijn best om de vele kanten van Indonesië te laten zien. Dat begint meteen als je de tentoonstelling binnenloopt. In een ronde ruimte zijn verschillende (opgezette) diersoorten gerepresenteerd die je er kan vinden; denk aan orang-oetans, panters en de neushoornvogel. In diezelfde ruimte maak je ook meteen kennis met de kunstenaar Mangmoel (1984), die met felgekleurde (doorgaans gevonden) materialen werkt. Met Luna 9, dat bestaat uit garen, kabeldraad, schuimrubber en plastic, creëert hij een landschap van verschillende kleurrijke koralen en geeft zo commentaar op de wegwerpmaatschappij en wat dat met de natuur doet. Verderop in de tentoonstelling komen de verschillende geloven van Indonesië aan bod. Tegenwoordig is zo’n 2% van de bevolking hindoe, maar tot de vijftiende eeuw was dat aandeel veel groter – een uit vulkanisch gesteente gehouwen Ganesha (de godheid met een olifantenhoofd) uit de negende eeuw illustreert dit. Ook al hebben nieuwe geloven sindsdien hun intrede gedaan, was (en is) er respect voor de artistieke producten van het verleden. Maar al snel gaat het in de tentoonstelling vooral over de relatie met Nederland. Misschien iets te snel. De juwelen, de wajangpoppen, krissen en andere historische objecten die de cultuur van de archipel tastbaar maken, zijn zo indrukwekkend – dat deel van het tentoonstellingsverhaal had nog wat langer mogen duren. De geschiedenis die Indonesië niet deelt met Nederland is een stuk langer dan die wel gedeeld wordt. Bovendien lijkt de hoofdrol te verschuiven ten koste van de archipel.

Citra Sasmita, 'Timur Merah Project VII: Divine Comedia', 2021. . Foto: Wiels, Brussel

De teksten die bij de objecten te lezen zijn, laten te wensen over. Aan het einde van de tentoonstelling is er een prachtig beschilderde, lange, hangende doek (Timur Merah Project VII: Divine Comedia, 2021) te zien van kunstenaar Citra Sasmita (1990). Menselijke en dierlijke figuren in verschillende kleuren, sommigen met een halo, tuimelen over elkaar; we zien kronkelende slangen, twee samengesmolten mensen waaruit een boom groeit met daarboven een haast lichtgevende figuur die alles overziet. Het zijn mythologieën die uitleg nodig hebben, maar niet volgens De Nieuwe Kerk. Na een paar zinnen over de kunstenaar – die zo algemeen zijn dat ze regelrecht gekopieerd lijken van haar website – wordt slechts één zin aan dit kunstwerk gewijd; dat het geïnspireerd zou zijn op het werk van Hiëronymus Bosch. Jammer. Vooral omdat de laatste twee woorden van de titel er niet voor niets staan. Sasmita wil namelijk een parallel leggen tussen de reis die in het hindoeïstische epos Bhima Swarga werd gemaakt naar de onderwereld, en de reis die wordt afgelegd in Dantes beroemde Goddelijke komedie. Toch leuk om te weten waar de titel naar verwijst. Een andere vreemde greep is dat bij een speech van Soekarno waarin hij de onafhankelijkheid uitroept eerst de Nederlandse vertaling wordt gegeven, om het pas erna te herhalen in het Indonesisch. Deze hiërarchie, een pijnlijk punt in de Nederlands-Indonesische geschiedenis, voelt toch wat wrang.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
60 minuten
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Een klassieker over voormalig Nederlands-Indië is het in 1860 verschenen boek Max Havelaar van Multatuli, een aanklacht tegen het systeem van uitbuiting dat de schrijver zelf mee had gemaakt. Omdat het Nederlands uit de negentiende  eeuw nou niet ontzettend leesbaar is, heeft Gijsbert van Es gelukkig een hertaling geschreven.

coverbeeld: HERI DONO, ‘Melawan Kapten Tak’, 2008.

‘De Grote Indonesië Tentoonstelling’ is nog tot en met 1 april 2024 te zien in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.

Meer informatie