Maartje Knepper 23 april 2024

GO | NO GO #377: Tussen geloof en geleerd

Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. Deze keer toog onze redacteur Maartje Knepper naar Museum Catharijneconvent in Utrecht voor de tentoonstelling ‘De schepping van de wetenschap’.

Gehuld in een lange zwarte toga ligt een grijs bebaarde priester onder een reusachtige telescoop. Met een priemende blik tuurt hij naar het heelal, vastbesloten om alle planeten in kaart te brengen. Het is een eigenaardig gezicht. Zo’n strenggelovige die blind vertrouwt op de kerk en de Bijbel: wat moet die met een wetenschappelijk instrument als een sterrenkijker?

onbekende fotograaf, 'Fr. Giuseppe Lais gebruikt de Carte du Ciel telescoop in de Leonine-toren van het Vaticaan', z.d. Vaticaanstad, Specola Vaticana

De foto van de priester – die behalve dat ook astronoom was – werd gemaakt in 1900 in de sterrenwacht van het Vaticaan in Rome, een plek waar al sinds de zestiende eeuw sterrenkundig onderzoek wordt verricht. Hoewel religie en astronomie niet bepaald een gelukkige combinatie lijkt – het scheppingsverhaal en de oerknaltheorie zijn althans niet helemáál in overeenstemming – bleken de paus en zijn consorten dit soort wetenschappelijk onderzoek wel degelijk hoog te hebben zitten. Aanvankelijk vooral om de data van de christelijke feestdagen te kunnen bepalen, maar tegenwoordig wordt er door de Vaticaanse sterrenwacht zelfs onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van buitenaards leven. Wie had dat ooit gedacht? In Museum Catharijneconvent in Utrecht – waar nu de tentoonstelling De schepping van de wetenschap te zien is – wordt aan de hand van wetenschappelijke instrumenten, boeken en kunstwerken de verhouding tussen religie en wetenschap onderzocht. Was die inderdaad minder problematisch dan we vaak denken?

Reuzensalamander of Homo diluvii testis, Teylers Museum.
Lieve Verschuier, 'Staartster boven Rotterdam', 1680. Museum Rotterdam.
Reuzensalamander of Homo diluvii testis, Teylers Museum.
Lieve Verschuier, 'Staartster boven Rotterdam', 1680. Museum Rotterdam.

Door de eeuwen heen is er tussen religie en wetenschap genoeg trammelant geweest. Toch probeert de tentoonstelling in Utrecht vooral om in vier thema’s – het heelal, het lichaam, de natuur en de aarde – duidelijk te maken dat die twee historisch gezien óók vaak behoorlijk goed samengaan. Veel van de grootste wetenschappers uit de geschiedenis waren zelfs overtuigd gelovig. Denk aan sterrenkundige Nicolaas Copernicus (1473-1543), die ontdekte dat de aarde rond de zon draait, en Isaac Newton (1643-1727) van de zwaartekrachttheorie; beiden zo vroom als wat. In de expositie worden aan de hand van objecten verhalen verteld over deze devote onderzoekers, die duidelijk anders met traditionele geloofswaarheden omgingen dan hun hedendaagse collega’s. De meeste wetenschappers van nu accepteren gewoon dat hun ontdekkingen niet altijd stroken met de Bijbel. Je moet dat boek, vinden zij, niet lezen als een natuurkundige verhandeling. Hun voorgangers daarentegen – met name de geleerden van vóór de achttiende-eeuw – zagen in de resultaten van natuurkundig onderzoek juist het ultieme bewijs voor het bestaan van God. Zo ontwaarde natuuronderzoeker Jan Swammerdam (1637-1680) in alle dieren de hand van de Schepper. Van een van zijn navolgers is in de tentoonstelling een microscoop te zien met daarop een schildering van God. Die wijst met Zijn vinger naar een onderzoeker die weer door zijn microscoop ziet hoe wonderlijk zelfs een ‘nederige luis’ in elkaar zit. Zo’n luis móest wel een product zijn van de Heer. Even verderop ligt het meest vertederende object van de tentoonstelling: de ‘zondvloedmens’. Toen de Zwitserse arts Johann Scheuzer (1672-1733) dit versteende skelet in 1726 onder ogen kreeg, wist hij het zeker: dit was hét bewijs dat de mens door de zondvloed om het leven was gekomen. Waar hij in werkelijkheid naar keek? Het fossiel van een reuzensalamander.

Iris Kensmil, 'The contribution of Henrietta Lacks', 2023. Utrecht, Museum Catharijneconvent. foto: Gert Jan van Rooij
Iris Kensmil, 'The contribution of Henrietta Lacks', 2023. Utrecht, Museum Catharijneconvent. foto: Gert Jan van Rooij
Hendrick ter Brugghen, 'De ongelovige Thomas', 1602, collectie & beeld: Rijksmuseum, Amsterdam

Beeldende kunst vind je op deze tentoonstelling ook, ter illustratie van of als commentaar op bepaald wetenschappelijk onderzoek. Zo stuiten we al direct in de eerste ruimte – je zou haast zeggen natúúrlijk – op het schilderij De ongelovige Thomas van Hendrick ter Brugghen (1588-1629) uit 1602. Ter Brugghen schilderde een scène waarop Thomas, een volgeling van Christus, een vinger in de wond van zijn leermeester steekt om zich ervan te overtuigen dat die werkelijk uit de dood is opgestaan. Daarmee representeert het werk mooi enkele van de hier aangesneden dilemma’s: wanneer moet je je eigen ogen geloven en wanneer de Bijbel? En: is er in religie ook ruimte voor de twijfel die in de wetenschap juist zo belangrijk is? De moderne en hedendaagse kunst in de tentoonstelling komt minder goed uit de verf, omdat het allemaal zo vreselijk véél is. Tussen al die uitgestalde werktuigen, prenten, notitieboekjes, fossielen en wat al niet meer, vallen de meeste kunstwerken in het niet. Zo hangt in de ruimte over het thema heelal een prachtig werkje van Theo van Doesburg, die in een hevige gemoedstoestand een hemelsblauw visioen van de kosmos schilderde. Door alle bombarie eromheen merk je het haast niet eens meer op. Eén hedendaags werk springt er wél uit: het portret dat Iris Kensmil speciaal voor deze tentoonstelling maakte als eerbetoon aan Henrietta Lacks (1920-1951) (zie coverbeeld). Lacks was de armlastige afro-Amerikaanse vrouw bij wie in 1951 zonder dat ze ervan wist tumorcellen werden afgenomen, die de weg zouden banen voor enorme medische doorbraken. Op het portret houdt ze een schaaltje in haar hand waarop haar kankercellen liggen als gele en paarse stippen, iets wat Kensmil baseerde op de heilige Lucia die volgens de legende haar ogen (jawel) op een bordje bij zich droeg. Voor de wetenschap gebruikt en postuum ‘zaligverklaard’: in Henrietta Lacks zie je religie en wetenschap toch weer samenkomen.

Zelf bezoeken?

Hoe lang doe je er over?
* zo’n 1 uur en 45 min.
Expert level
Beginners | Gevorderden | Crazy pro
Meer weten

Voor het boek Geleerd & gelovig verzamelde Cees Dekker – zelf topwetenschapper en christen – verhalen van ruim twintig prominente christelijke wetenschappers zoals evolutiebioloog Sander van Doorn en filosoof René van Woudenberg over de spanning tussen geloof en wetenschap. Ondervinden zij die spanning inderdaad ook? En heeft het geloof impact op hun wetenschappelijke werk?

 

*Moeilijk te zeggen. Als je alles wil zien en alle verhalen van de audiotour wil horen (en dat wil je, want die is met alle enthousiaste experts op het gebied van sterrenkunde, geneeskunde en paleontologie écht heel erg leuk): te lang. Als je rustig rondloopt en hier en daar een notitieboekje of manuscript overslaat

coverbeeld: ‘Eerste foto zwart gat’, 2019, Event Horizon Telescope Collaboration

De tentoonstelling ‘De schepping van de wetenschap’ is nog t/m 2 juni 2024 te zien in Museum Catharijneconvent in Utrecht.

Meer informatie