Nee, de hele heisa rondom Donald Trumps handelsoorlog zal je niet zijn ontgaan. In de eerste dagen van april kondigde de Amerikaanse president ongekend hoge importheffingen aan voor meer dan honderd landen. Niet veel later bedacht hij zich en draaide hij een groot deel van zijn voornemens toch weer terug. Op de beurs veroorzaakte al dat gekronkel een enorme achtbaan. Aanvankelijk doken beurskoersen wereldwijd diep in het rood, om na de ommezwaai van het grillige staatshoofd weer eventjes op te veren en vervolgens – mede door de torenhoge tarieven op Chinese goederen – opnieuw te gaan zwalken. Tot zover wat ik ervan heb begrepen. Maar om eerlijk te zijn is de beurs, of liever de ‘effectenbeurs’, voor mij een nogal ongrijpbaar fenomeen waar ik weinig van afweet.
SPECIAL: Big Bang op de beurs
Bitcoin, obligaties, beurscrash… Duizelt het je bij het horen van deze termen, of veer je er juist van op? Economen proberen de achtbaan op de effectenbeurs te vatten in grafieken en cijfertjes. Kunstenaars zoeken naar beelden en metaforen die onze relatie met dit financiële systeem tastbaar maken. Maartje Knepper duikt samen met hen in de wereld van beleggers, koersschommelingen en speculaties.

Ik ken het ook vooral uit oude films die van de beurs steevast hetzelfde beeld tonen: dat van een enorme hal vol handelaren in jasje-dasje die naar elkaar schreeuwen en in een vlaag van opwinding stapels papieren in de lucht gooien. Zo gaat het er tegenwoordig – zeker sinds het elektronisch registreren van aandelen – natuurlijk allang niet meer aan toe. Vrijwel alle handel verloopt via beeldschermen en met één muisklik worden miljarden euro’s van eigenaar gewisseld. Daarmee wordt de beurs misschien nog wel ongrijpbaarder en juist dat maakt het, zoals zo vaak, een aantrekkelijk onderwerp voor kunstenaars. Terwijl economen de beurs proberen te vatten in grafieken en cijfertjes, zoeken kunstenaars naar beelden en metaforen die onze relatie met dit financiële systeem tastbaar maken. Samen met hen duiken we in de wereld van beleggers, koersschommelingen en speculaties.

Schimmige plek
De eerste effectenbeurzen openden hun deuren in de zestiende eeuw. In de vaak grote, imposante beursgebouwen vond voornamelijk goederenhandel plaats, maar er werden ook aandelen en obligaties (bewijzen van leningen) verkocht. Op het schilderij Portraits à la Bourse (1879) van de Franse impressionist Edgar Degas (1834-1917) vangen we een glimp op van de levendige handel op de Parijse effectenbeurs, die in de negentiende eeuw gevestigd was in een van Napoleons paleizen. Degas maakte dit werk in opdracht van financier en kunstverzamelaar Ernest May – de man met het lange, bleke gezicht en het baardje die op het schilderij in het midden staat afgebeeld. Met behulp van zijn pince-nez (knijpbril) bestudeert May uiterst aandachtig een briefje dat hem zojuist door iemand is overhandigd. Over zijn schouder probeert een man mee te gluren. Wat zou erop staan? Het is duidelijk dat wij er niets van mogen weten. Degas verbeeldt de beurs hier bepaald niet als open handelsplaats met heldere transacties, maar juist als een tamelijk schimmige plek. Kijk maar eens naar de twee mannen die achter de pilaar staan te loeren en smiespelen. De zaken die hier worden gedaan kunnen het daglicht amper verdragen.

Pure wanhoop
Een beurs kan ook ‘crashen’. Dat betekent dat de beurskoersen onverwacht, snel en scherp dalen, vaak als gevolg van heftige gebeurtenissen. In 1992 was er in Engeland zo’n spectaculaire beursval die bekendstaat als Black Wednesday. De waarde van de Britse pond daalde dramatisch, nadat het land al twee jaar in een economische recessie had gezeten. Drama, kortom. In die periode ging fotograaf Gillean Wearing (1963) de straat op en maakte ze haar serie Signs That Say What You Want Them to Say and Not Signs That Say What Someone Else Wants You to Say (1992-93), waarvoor ze zo’n honderd voorbijgangers een leeg vel papier en een stift gaf en vroeg op te schrijven waar ze precies op dat moment aan dachten. Eén van hen was deze jongeman van het type ‘finance bro’: hij deed ongetwijfeld iets bij een bank of op een beurs. ‘I’M DESPERATE’ (‘Ik ben wanhopig’), kalkte hij in kapitale letters. Dat zou je toch niet zeggen, als je hem voorbij zag lopen in zijn gladde pak en met hetzelfde zelfingenomen lachje dat veel dit soort figuren kenmerkt. Maar juist dát maakt deze foto zo fascinerend. Volgens Wearing schrok de man zelf ook van wat hij had opgeschreven en wist hij daarna niet hoe snel hij weg moest komen, iets wat voor haar bevestigde dat wat hij opschreef waar was.

Perfect synchroon
Tussen 1990 en 2008 maakte de Duitse kunstenaar Andreas Gursky (1955) foto’s van beurzen over de hele wereld. Die nam hij steeds van bovenaf, zodat je goed zicht hebt op de hele ruimte. Gursky toog onder meer naar de beurs in Chicago, waar het een enórme chaos was (een beetje zoals in die oude films, met veel gejoel en nog meer papierwerk), naar New York (met mannen in blauwe overhemden die op de foto allemaal onscherp zijn doordat ze voortdurend driftig heen en weer liepen) en in Koeweit (met honderden mannen in identieke witte gewaden). Zijn foto van de beurs in Hong Kong is een buitenbeentje tussen de andere foto’s. Hier is van chaos geen sprake: de Chinese handelaren zitten als piepkleine figuurtjes in een soort cubicles achter computerschermen die kaasrecht zijn opgesteld in een groot architectonisch raamwerk. Ze dragen allemaal een identiek rood jasje. Bovenin de ruimte, onder het spectaculaire goudgele plafond, hangen schermen met groene cijfertjes in het beeld. De foto doet denken aan de militaire parades waarin tienduizenden soldaten perfect synchroon in rijen door de straten marcheren. Net als die soldaten zijn ook de beurshandelaren niet meer als individu te onderscheiden; iedereen gaat op in een groter geheel. In dat licht zou je deze foto kunnen zien als commentaar op het functioneren van de beurs als een abstract, geordend mechanisme waarin voor de mens of het menselijke geen plek meer is.

Fuck you
In 2010 verrees op het Piazza Affari, pal voor de beurs in Milaan, een elf meter hoge marmeren middelvinger. Het bleek een kunstwerk met de titel L.O.V.E., beter bekend als Il Dito (‘de vinger’) van kunstenaar Maurizio Cattelan (1960). L.O.V.E. staat voor Libertá (vrijheid), Odio (haat), Vendetta (wraak) en Eternitá (eeuwigheid) en moet worden gezien als statement tegen de financiële instanties na de crisis van 2007. De uitgestrekte rechterhand is een verwijzing naar de fascistische groet. Van de hand zijn alle vingers, behalve de middelste dus, afgezaagd. Een duidelijke ‘fuck you’ richting het financiële hart van de Italiaanse stad. Of is het juist een middelvinger van de beurs richting de wereld? Een beetje van beide misschien. Cattelan voerde zijn werk ook nog eens uit in klassiek Carrara-marmer: hetzelfde materiaal waarmee ook de grote kunstenaars Michelangelo en Bernini werkten. Lokale politici en actievoerders protesteerden aanvankelijk fel tegen deze ‘belediging voor eeuwen van Italiaanse beeldhouwkunst’ en er was even sprake van dat het zou worden weggehaald. Maar, net goed, ruim vijftien jaar later staat het er nog altijd.

Aandelenplanetarium
In 2001 bouwden kunstenaars Lise Autogena (1964) en Joshua Portway (1967) een gigantisch planetarium waarin duizenden digitale sterren te zien zijn. De sterren zijn geen echte sterren, maar beursgenoteerde bedrijven. Soms lichten die op en verplaatsen ze zich – dat zijn de fluctuerende aandelen – en elke lichtflits is een transactie. Alles wat je in de grote koepel ziet gebeuren, vindt daadwerkelijk plaats: exact op dat moment. Daarvoor wordt voortdurend live-data van de beurs verwerkt. De titel van het project, Black Shoals, is een verwijzing naar twee economen, Fischer Black en Myron Scholes, die de Nobelprijs ontvingen voor hun wiskundige model waarmee de koersen van aandelen deels te voorspellen zouden zijn. Scholes was daarnaast ook betrokken bij een beleggingsfonds dat later pijnlijk ten onder zou gaan tijdens een financiële crisis (toch niet helemaal goed voorspeld). Met hun sterrenhemel willen Autogena en Portway aantonen dat het financiële systeem juist een chaotisch, organisch gebeuren is. Markten zijn nou eenmaal rommelig, mensen (Trump!) zijn emotioneel en informatie is ongelijk verdeeld. Een aantal jaar geleden werd een van de kunstenaars opgebeld vanuit de galerie waar het werk op dat moment te zien was: ‘De installatie doet het niet meer; alle sterren zijn uit de hemel gevallen.’ Wat bleek? De aandelenmarkt was gecrasht en het hele handelsuniversum stortte in een zwart gat. Het is de vraag wat we met de huidige politieke situatie in het planetarium kunnen verwachten. Een Big Bang?