Wouter Maas 28 maart 2023

SPECIAL: Curaçaose kunstenaars

Tot de twintigste eeuw vond je de cultuur op Curaçao vooral op het podium of in de boeken. Dat veranderde door Chris Engels en Lucila Engels-Baskaljon, medeoprichters van het Curaçao Museum, en door May Henriquez, die van haar Landgoed Bloemhof een plek maakte waar schilders, beeldhouwers en ook schrijvers samenkwamen. Interesse in wat er in Europa gebeurde was er ook: met hulp van de toenmalige directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam, Willem Sandberg (1897-1984), kwam er na de Tweede Wereldoorlog een grote tentoonstelling met werken van Vincent van Gogh naar het eiland. Die uitwisseling vond ook de andere kant op plaats. Maar hoewel het Stedelijk Museum Amsterdam in 1953 al de tentoonstelling Curaçao schilderend en geschilderd organiseerde, zijn Curaçaose schilders en beeldhouwers hier niet echt uitgegroeid tot household names

Tijd om daar wat aan te doen. Onze redacteur Wouter Maas stelt je voor aan vijf kunstenaars om verliefd op te worden.

José Maria Capricorne, 'E Kumindamentu', 2009

José Maria Capricorne (1932)
De inmiddels negentigjarige José Maria Capricorne – die nog steeds werkt – begon zijn artistieke carrière bij de Eerste Curaçaose Aardewerkfabriek. Na een paar jaar vertrok hij naar Nederland en volgde opleidingen aan de Reclame- en Tekenschool en de Amsterdamse Grafische School. Hij kwam in aanraking met kunst van Cobra-kunstenaars zoals Karel Appel en ging zelf meer en meer schilderen. Gedurende zijn lange carrière ontwikkelde hij een ogenschijnlijk vrolijke stijl: ietwat naïef, figuratief en verhalend, uitgewerkt in heldere kleuren. Bepaalde elementen komen vaak terug: vogels, bloemen, mensfiguren. Die laatste hebben doorgaans een brede grijns op hun gezicht, maar bij nadere inspectie lijken het meer maskers die verhullen wat er echt omgaat in iemand. Met een beetje beter kijken, zie je dat er altijd een bepaald mysterie in de schilderijen van de kunstenaar zit: onderliggende verhalen gehuld in symbolen, handgebaren en zoete glimlachen.

Hortence Brouwn, 'Big Mama', 1998

Hortence Brouwn (1937)
Een zittende vrouw, standvastig, met krulspelden in het haar, handen in haar schoot, en een blik die zich op iets in de verte concentreert. Big Mama (1998) van Hortence Brouwn verwelkomt je voor de ingang van het Museum Kurá Hulanda in Willemstad, het museum dat onder andere het verhaal van de Atlantische slavenhandel vertelt. Sterke vrouwen spelen wel vaker een hoofdrol in het werk van Brouwn, een beeldhouwer die in alle mogelijke media lijkt te willen werken. Ze genoot haar opleiding in Paramaribo, waar ze eerst uitsluitend in klei werkte. Na haar verhuizing naar Curaçao ging ze ook artistiek op avontuur. Kalksteen van de Tafelberg, marmer uit Italië, en zelfs technieken als gieten in plexiglas en neoliet werd ze meester. En net zoals ze zich niet laat beperken door maar één materiaal, zo verkent ze ook verschillende genres. Van een uitgewerkt lichaam tot bijna een abstract figuur, waar je nog nét een mens in kan herkennen. Brouwn is van alle markten thuis. 

Nelson Carrilho, 'Mama Baranka', 1984

Nelson Carrilho (1953)
Op een augustusnacht in 1983 stak Nico Bodemijer de vijftienjarige Kerwin Duinmeijer neer in het centrum van Amsterdam, die later in het ziekenhuis doodbloedde. De waarschijnlijke reden voor deze gruweldaad: de zwarte huidskleur van Duinmijer. Snel na deze misdaad werd de in Willemstad geboren beeldhouwer Nelson Carrilho gevraagd een kunstwerk te maken om het slachtoffer te herdenken. Maar de kunstenaar deed meer dan alleen Duinmijer herdenken. Hij maakte Mama Baranka (1984). Het is een bronzen beeld van een Zwarte vrouw die symbool staat voor oerkracht, standvastigheid en verdraagzaamheid; het tegenovergestelde van slachtofferschap. De sculptuur is schijnbaar schetsmatig uitgevoerd, tegelijkertijd open en omvattend, en ze staat niet met beide óp maar ín de grond. Ze heeft een prominente plek gekregen in het Vondelpark, als een uitzondering op zoveel beelden van witte mannen in de publieke ruimte. Recenter heeft de beeldhouwer een standbeeld onthuld in het Italiaanse Calabrië, The Other Face (2021), ter nagedachtenis aan een vermoorde Malinese migrant, Soumaila Sacko. Nieuw kunstwerk, hetzelfde racisme. 

Avantia Damberg,'Au Liang', 2022

Avantia Damberg (1977)
Een museum verzamelt objecten, en soms geeft zo’n instituut ook de opdracht voor nieuwe werken. Zo vroeg het Tropenmuseum in Amsterdam Avantia Damberg om een kunstwerk te maken voor de tentoonstelling Onze koloniale erfenis. Het resultaat was een metershoge cilinder die over verschillende momenten in de geschiedenis van Curaçao gaat, van de tijd voor de Spaanse overheersing tot het hier en nu, dat laatste in de tekst van het volkslied van Curaçao dat in 1978 werd ingevoerd. Identiteit, de Caribische in het algemeen en die van de Curaçaoërs in het bijzonder, is een thema dat vaak terugkomt in het diverse oeuvre van Damberg. Ze maakte bijvoorbeeld reliëf in de vorm van Curaçao, waar de herkomst van familienamen op te zien is, gaf vorm aan een serie postzegels met klassieke componisten van het eiland als onderwerp, en ontwierp porselein ter nagedachtenis aan de decembermoorden in 1942 op 15 uit China afkomstige werknemers van Shell. Het doel van haar werken omschrijft ze zelf nog het beste: ‘I want the people of Curacao to recognize themselves in my art. I want to show them that they are art.’

 

Serana Angelista, 'Sinds 1643', 2021

Serana Angelista (1992)
Het Wereldmuseum, het Stedelijk Museum Amsterdam, The Black Archives. Het zijn niet de minste instituten waar grafisch ontwerper en visueel kunstenaar Serana Angelista mee te maken heeft. Hun werk draait om het laten zien van meerdere perspectieven en het creëren van bewustzijn bij hun publiek.. Een goed voorbeeld hiervan is het kunstwerk wat hen maakte voor het Amsterdam Museum ter gelegenheid van de tentoonstelling over de Gouden Koets. Is het je al opgevallen dat de decoratie van dat ding boordevol racistische verwijzingen staat? Angelista maakt de zaken persoonlijker in hun werk Sinds 1634 (2021), verwijzend naar het jaar dat Curaçao door de Nederlanders werd aangevallen en ingenomen. Met een mix tussen video en fotocollage maakt hen duidelijk dat waar die koets voor staat – de verheerlijking van het Nederlandse koloniale verleden en de rol van het koningshuis daarin – Curaçao heeft gevormd, en eigenlijk nog steeds vormt. De betrekkingen zijn op papier wel anders geworden, maar zijn we het koloniale verleden echt voorbij?