De Kunstmeisjes 19 april 2021

SPECIAL: Deze kunstboeken lezen wij nu

Als je onze nachtkastjes op dit moment zou bekijken, vind je daar (naast halfvolle mokken thee, telefoonopladers en onze Museumkaarten in zwart omrande fotolijstjes) stapeltjes boeken over kunst. Want als wij niet naar musea kunnen, komt de kunst maar naar ons. En er is veel om uit te kiezen: van essays tot tentoonstellingscatalogi, en van spannende detectiveverhalen tot memoires. Dit zijn de vijf boeken waar wij elke avond voor wakker blijven. Stuk voor stuk Kunstmeisjes approved.

Gerrit Komrij – Kunstwonderen (De Bezige Bij, 2011)

Sofie Huvaere: “Ik ben een veeleisende museumbezoeker. Ik verwacht niks minder dan een tentoonstelling vol sensationele trekpleisters, een uitgestippeld educatief parcours, een fraai vormgegeven bezoekersgids en ter afsluiting een rondje museumshop vol hebbedingetjes en imposante kunstboeken. Oh ja, en een snelle hap (kunstkijken maakt me hongerig). Maar bovenal wil ik in vervoering gebracht worden door de getoonde kunstwerken. Als ik dan voor een vitrinekast sta waarvan de inhoud lijkt alsof het met een pincet uit het doucheputje is getrokken en de fraai vormgegeven bezoekersgids predikt dat De Hogere Betekenis van het kunstwerk te vinden is op ‘het snijvlak’ van de vergankelijkheid van het bestaan en de alledaagsheid van alledaagse dingen is bij mij het plezier (en de honger) over. Het boek Kunstwonderen van Gerrit Komrij biedt het perfecte tegenwicht voor de ‘barokke praatjes en plaatstalen commentaren’ van kunstenaars, kunstcritici en museumdirecteuren. Het vrolijke, roze boekje is een bundeling van de satirische stukken over beeldende kunst en design die hij voor NRC Handelsblad schreef. Verwacht geen harde kunstkritiek, maar laat je bekoren door grappige en messcherpe taalvirtuositeit. Kunstwonderen leest als een burn book over de kunstwereld.” 

Ellen de Vries (red.) – Nola Hatterman, geen kunst zonder kunnen (Waanders Uitgevers, 2021)

Sharda Balgobind: “Vol verwachting kijk ik uit naar de heropening van de expositie Surinaamse School in het Stedelijk Museum Amsterdam. Een van de meer dan 35 kunstenaars wiens werk je daar kunt zien, is de vrouwelijke kunstenaar Nola Hatterman. Een rasechte Amsterdamse autodidact die haar hart aan Suriname had gegeven en daar een grote rol speelde in het kunstonderwijs. Als dochter van een witte boekhouder bij een Amsterdams koffiekantoor groeide zij op in een koloniaal milieu. Als jong meisje kwam ze in aanraking met mensen uit toenmalig Nederlands-Indië, en later ook met Surinamers in Amsterdam. Ze raakte gefascineerd door Suriname (ze zou er uiteindelijk ook gaan wonen) en portretteerde vanaf de jaren 1930 uitsluitend zwarte mensen – gewoon zoals ze zijn, niet als de stereotype exoot die je vaak in de kunstgeschiedenis tegenkomt. Fun fact: de mensen op haar portretten kijken de toeschouwer nooit aan. In haar loopbaan als kunstenaar werd ze voortdurend gevraagd naar haar voorkeur voor de zwarte mens. Hierop zei ze eens: ‘Ik vind gekleurde mensen nu eenmaal mooi.’ Dat ze zich ook identificeerde met Afro-Surinamers blijkt uit het feit dat ze zich in Suriname een Surinamer voelde en geen ‘bakra’ (‘wit persoon’), en voor de meeste Surinamers was ze ook een Surinaamse. Maar er zijn ook kritische geluiden: Hattermans rol als witte vrouw in Suriname en haar politieke bewustzijn van de situatie van Afrikaanse mensen aldaar worden flink onder de loep genomen. Dit en nog veel meer lees je in het boek Nola Hatterman, geen kunst zonder kunnen. Maak kennis met haar levensechte portretten, prachtige stillevens, aquarellen, schetsen en krijttekeningen. En met Nola Hatterman zelf, de vrouw die Afro-Surinamers een gezicht gaf in Nederland én in Suriname.”

Marina Abramović – Walk Through Walls (Nijgh & Van Ditmar, 2016)

Birgit van Beek: “Wie wel eens (beelden van) een performance van Marina Abramović heeft gezien, kan niet anders dan zich afvragen wat voor persoonlijkheid achter deze kunstenaar schuilt. Zelfs onder het mom ‘voor de kunst’ is het eten van een hele rauwe ui, alsof het een appel is, en het leegeten van een pot honing voor de meesten een stap te ver. Laat staan het snijden in eigen huid of in full-speed tegen een wand aan rennen. Ze pusht zichzelf tot extreme uitersten om te ontdekken wat zich voorbij haar eigen grenzen bevindt. ‘De pijn was als een muur waar ik doorheen gelopen was en nu bevond ik me aan de andere kant. Het was ondraaglijk in het begin, maar toen verdween de pijn,’’ zegt ze over haar proces tijdens een van haar performances. In de memoires Walk Through Walls vertelt Abramović wat volgens haar de essentie van performancekunst is: deze wordt door de kunstenaar en het publiek sámen gemaakt. Als geen ander brengt zij deze samenwerking teweeg, soms geforceerd. Haar extreme doorzettingsvermogen zie je ook terug in haar levensverhaal: vanaf een strenge jeugd in voormalig Joegoslavië neemt ze je mee naar haar beginjaren in de kunstwereld die ze volledig op zijn kop zette. Ondertussen ging ze turbulente liefdesrelaties aan (Ulay!), woonde en werkte ze als een nomade over de hele wereld (Amsterdam!) en ontmoette ze de meest bijzondere personen (de Dalai Lama!). Het boek laat je verbouwereerd achter, met een diep respect voor het werk en gedachtegoed van Abramović. In vergelijking zal je eigen leven wat alledaags aanvoelen. Misschien word je zelfs geïnspireerd om wat meer op avontuur te gaan. Of je haalt je schouders op, neemt nog een slokje thee, kruipt wat verder onder je dekentje en leest heel snel verder in Walk Through Walls.

Arthur Brand – De paarden van Hitler (Meulenhoff Boekerij, 2019)

Puck Gerkema: “In de film Raiders of the Lost Ark probeert Indiana Jones te voorkomen dat nazi’s er met oude kunstschatten vandoor gaan, en in real life is een Nederlandse Indiana hetzelfde gelukt. Kunstdetective Arthur Brand is slechts bewapend met een oude Nokia en een netwerk van (criminele) informanten, maar hij heeft hiermee al een verzameling verloren kunstwerken teruggevonden ter waarde van 150 miljoen euro. En dat allemaal zonder zweep. In zijn boek De paarden van Hitler beschrijft hij zijn meest spectaculaire zaak. De genoemde bronzen paarden stonden vroeger naast de Rijkskanselarij in Berlijn en waren vermoedelijk vernietigd, maar als Brand een levensechte foto van de paarden in handen krijgt, begint hij toch te speuren. Niet zonder gevaar, want er is nog steeds een grote actieve groep neonazi’s en nazaten van SS’ers die nazikunst verzamelt en geen lucht mag krijgen van de zaak. Uiterst voorzichtig voert Brand gesprekken met oud-nazi’s en bezoekt hij roestige loodsen in Heikendorf en Nörvenich (Duitsland) op zoek naar de verborgen paarden. Al is de afloop inmiddels bekend (spoiler alert: zijn missie is geslaagd), in dit boek ervaar je hoe complex en spannend de zoektocht naar vermiste kunst kan zijn.”  

Whitney Chadwick – Women, Art and Society (Thames & Hudson, 2020 editie)

Nathalie Maciesza: “Niet iedereen is zo dol op vrouwelijke kunstenaars als wij. Gedurende zijn leven maakte de Italiaanse renaissancekunstenaar Guido Reni het zeer kenbaar dat hij niks met vrouwen te maken wilde hebben: hij was ervan overtuigd dat ze hem zouden beheksen of vergiftigen. Hij zou zich later omdraaien in zijn graf. In 1642 werd hij begraven in een kerk in Bologna, maar ironisch genoeg werd 23 jaar later naast hem een van de meest imposante vrouwen in de kunstgeschiedenis bijgezet: Elisabetta Sirani. Iedereen zou haar naam moeten kennen. Niet alleen schilderde Sirani talloze werken van heroïsche vrouwen, ook richtte ze in 1652 een kunstacademie in Bologna op, exclusief voor vrouwen. Voor het eerst kregen ook vrouwen die niet uit kunstenaarsfamilies kwamen de kans om hun talent te ontwikkelen. Women supporting women, daar houden wij van. Dit is slechts een minuscule anekdote uit het boek Women, Art and Society van Whitney Chadwick (alleen in het Engels verkrijgbaar). Voor een fijn prijsje (25 euro) neemt ze je mee door de westerse kunstgeschiedenis van de middeleeuwen, langs Victoriaans Engeland en de na-oorlogse modernisten, tot nu. Het verschil met andere overzichtswerken van oude knarren als Honour & Fleming of Ernst Gombrich: in haar boek bespreekt ze hoofdzakelijk vrouwen. Getalenteerde en succesvolle vrouwen in de kunst – ze waren er altijd al.”