Wouter Maas 08 november 2022

SPECIAL: Movember

De snor: als je er een hebt is dat iets om trots op te zijn, en als je ergens trots op bent ga je er zuinig mee om. Dat dachten ze in het verleden dus ook. Daarom hebben slimme ondernemers ooit dingen uitgevonden als het snorkopje (die je harige bovenlip beschermt tegen warme thee of koffie) of een speciale soeplepel (die snor en soep strikt scheidt). Die laatste is ook te krijgen in luxe zilveren uitvoering (en nee, we verdienen niks aan deze reclame). De snor gaat dus al een tijdje mee, en sterker nog, de laatste jaren is het een steeds vaker geziene gezichtsaccessoire in november – met wisselend succes. Nou gaat het er niet om hoe mooi dat ding precies staat tijdens Movember (een mengwoord van ‘moustache’ en ‘november’), het doel is aandacht vestigen op verschillende soorten kanker, en geld in te zamelen voor onderzoek naar deze ziekte. Fijn ook is dat Movember steeds inclusiever wordt: we hebben het tegenwoordig naast Mo Bros ook over Mo Sistas, want het zijn niet alleen mannen die deze actie een warm hart toedragen. 

November, de snor zit in de maand. Reden genoeg om te kijken hoe kunstenaars met dit harige onderwerp zijn omgesprongen.

Rembrandt, 'De vaandeldrager', 1636 

Rembrandt, De vaandeldrager, 1636 

De meest besproken snor in Nederland op dit moment hoort zonder twijfel bij de Vaandeldrager (1636) van Rembrandt. Die gezichtsbeharing, een borstelig ding dat boven een halfopen mond hangt en het pafferige gezicht van de eigenaar amper verbergt, wordt een druipsnor genoemd. Dat woord alleen is al best komisch, maar daar komt nog wat bij. Deze man kijkt je allesbehalve strijdvaardig aan, staat in een kostuum dat een eeuw eerder werd gedragen, en houdt wel zo’n saaie vlag vast dat mijn gordijnen spannend lijken. Het kan dan ook haast niet anders of dit is een grap van de kunstenaar. Rembrandt maakte die namelijk wel vaker. Dronken mannen, plassende kinderen, poepende vrouwen of zelfs een monnik in een korenveld die misschien wel in God, maar niet in seksuele onthouding geloofde. De grap bij de Vaandeldrager zit ook nog eens deels in die snor. Die is een haast vast onderdeel van de Duitse landsknecht, een soort militair die in de tijd van Rembrandt belachelijk werd gemaakt om zijn ijdelheid, arrogantie en mateloos gezuip. Dat laatste verklaart meteen zijn uitgeslapen blik.

Jusepe de Ribera, 'Magdalena Ventura met haar man en zoon', 1631

Jusepe de Ribera, Magdalena Ventura met haar man en zoon, 1631

Een vrouw kijkt ons strak aan, in haar armen een baby die ze stevig tegen haar lijf drukt. Ze geeft de kleine de borst. Op zich geen bijzondere scène, ware het niet dat deze Magdalena Ventura niet alleen een volle snor heeft, maar ook een aanzienlijke baard. Eentje waarmee ze het makkelijk wint van haar man, de schuchtere figuur die achter haar in de schaduw staat. Dit levensgrote schilderij zit in categorie ‘werken die mensen verbeelden die afwijken van de norm’. Denk bijvoorbeeld aan mensen met dwerggroei, en de eveneens door Jusepe de Ribera geschilderde Jongen met de klompvoet (1642). Dat zulke werken bedoeld waren om de spot met de verbeelde mensen te drijven, lijkt voor de hand te liggen, maar geldt dat ook voor Ventura? Haar sterke blik en krachtige pose wijzen op wat anders. Deze vrouw vraagt niet om respect, ze dwingt het af. Dit komt ook doordat ze zo frontaal wordt afgebeeld, en in de tijd van Ventura is dat een interessante keuze. Doorgaans werd het gezicht ten minste licht gedraaid weergegeven, want dat frontale, op die manier zag je Jezus eigenlijk alleen. En ook die wint het niet van Ventura, baard noch snor. 

Salvador Dalí, 'Zacht zelfportret met gebakken bacon', 1941

Salvador Dalí, Zacht zelfportret met gebakken bacon, 1941

Soms is het best fijn als een kunstenaar je een handje helpt met de interpretatie van een kunstwerk. Salvador Dalí is af en toe zo aardig geweest; hij gaf het onderwerp van dit schilderij al weg in het voetstuk: een zelfportret. Mocht het portret zelf niet meteen te herkennen zijn, de snor is dat natuurlijk wel. De Spaanse kunstenaar heeft mogelijk het bekendste exemplaar in de moderne kunstgeschiedenis, zo bekend zelfs dat je in de giftshop van zijn museum in Figueres souvenirs kan kopen met alleen maar dat ding erop. Die beroemdheid cultiveerde hij zelf dan ook, onder andere met het boek Dali’s Mustache uit 1954. Daarin noemt hij zijn vrouw Gala de beschermer van zijn snor; echte liefde. Ook heeft hij uitgelegd waarom hij dat ding had. Onnavolgbaar als Dalí was, zei hij dat het hebben van een snor gezonder is dan roken.

Frida Kahlo, 'Zelfportret met een doornen ketting en een kolibrie', 1940

Frida Kahlo, Zelfportret met een doornen ketting en een kolibrie, 1940

Als je de foto’s die van Frida Kahlo zijn gemaakt vergelijkt met het gros van haar 55 zelfportretten (van 143 kunstwerken in totaal), dan valt iets op. Haar doorlopende wenkbrauw zet ze enigszins aan met haar penseel, en haar lichte snor al helemaal. Zo ook in haar Zelfportret met een doornen ketting en een kolibrie van 1940. Kahlo heeft zichzelf weergegeven met ogen die ons niet aankijken, maar gedachteloos rusten op een punt in de verte. Een achtergrond van dicht gebladerte, een ketting van doornen, een slingeraap bij haar ene schouder, een zwarte kat achter de ander, vlinders in haar haar. Genoeg symboliek om een boek aan te wijden – dit is maar één van de redenen waarom haar werk zo intrigeert. Maar terug naar die snor. Die wordt namelijk nog eens extra benadrukt door het beeldrijm dat ontstaat door de dode kolibrie die ze als hanger om haar hals heeft. Een prachtige artistieke vondst die me op mijn punt brengt: door Kahlo’s turbulente leven en de diepe betekenissen die ze in haar schilderijen stopt, wil er soms nog wel iets naar de achtergrond verdwijnen, namelijk dat ze gewoon een verdomd goede kunstenaar was. 

Hubert Lanzinger, 'Der Bannerträger (De vaandeldrager)', 1934-36

Hubert Lanzinger, Der Bannerträger (De vaandeldrager), 1934-36

Geloof het of niet, dit schilderij is serieus bedoeld. Ongeveer 300 jaar nadat Rembrandt de zijne schilderde, maakte de Oostenrijkse kunstenaar Hubert Lanzinger zijn eigen vaandeldrager. Degene die de vlag draagt is (obviously) Adolf Hitler, die als een soort pompeuze en fout geïnterpreteerde reïncarnatie van Jeanne d’Arc op een zwarte golf zit. Een uitgelopen vlek die een in toom gehouden paard zou moeten suggereren. Als je boos wordt van dit werk: je bent niet de enige. Dit schilderij is flink beschadigd geraakt, en de Amerikaanse soldaat die dat na de Tweede Wereldoorlog heeft gedaan lijkt zijn woede te hebben gericht op het oog van Hitler. Hij was allesbehalve de eerste. Ogen worden vaak gezien als de vensters op de ziel (I know, cliché). Zelfs al in de middeleeuwen waren het de ogen van afgebeelde slechteriken die het moesten ontgelden. Zag je ergens een duivel in een manuscript, moest je je inhouden om zijn ogen er niet uit te krabben. En zelden hield iemand zich in. Geen wonder dus dat de duivel van onze moderne geschiedenis het heeft moeten ontgelden. Waar zo’n figuur vroeger te herkennen was aan klauwen en hoorns, is dat een stuk subtieler geworden: een klein vierkantje aan snor.